hoofdstuk 4 namen Flashcards
William James
Bekende uitspraak: “Everyone knows what attention is”
- focale aandacht
Donald E. Broadbent
Aandacht is een soort van ‘filter’ of ‘bottleneck’ die ons cognitieve systeem beschermt tegen overdaad (=cognitive overload).
Ulric Neisser
Boek (1967): “Cognitive psychology” = Theoretisch onderscheid tussen twee verwerkingsstadia; preattentieve en attentieve.
Anne Treisman
Wereldberoemd door experimenteel paradigma ‘Visual Search’
introduceerde Feature Integration Theory
Laberge (1983)
“Zoom light”; breedte aandachtsfocus varieert i.f.v taak; vb. focus op 1 letter of woord als geheel
Lavie (1995)
Variabele zoom i.f.v “perceptual load”
Jan Theeuwes
heeft een paradigma ingevoerd om de beperkingen van endogene aandachtscontrole aan te geven.
= singleton paradigma (attentional capture)
Posner en Rothbart (2007)
Theoretische synthese
Enkele decennia van cognitief en neurowetenschappelijk onderzoek geïntegreerd in enkele aandachtsnetwerken:
* Netwerk voor “alerting”: Aandachtsniveaus opkrikken
* Netwerk voor “orienting”: Spatiale aaandachtsverschuivingen
* Netwerk voor “executieve aandachtscontrole”: inhibitie van locatie van irrelevante distractor om spatiale aandacht te verschuiven naar relevante stimulus
Verdeeld over meerdere hersengebieden, elk gemoduleerd door specifieke neurotransmitter
Manly et al. 1999
introduceerde TEA-Ch, de “Test of Everyday Attention for Children”
Bonneh et al. (2001)
onderzocht als eerste MIB
Troxler, 1804
Troxler fading
Grimes 1966
transaccadische veranderingen