hoofdstuk 1 begrippen Flashcards
mind-body problem
er vindt toch interactie plaats tussen lichaam en geest => hoe kan dat als deze niet samenvallen ( cf. dualisme )?
monisme
lichaam en geest niet opvatten als twee entiteiten, maar als twee delen van 1 entiteit
ontologisch materialisme
alleen het fysische bestaat echt .
epistemologisch materialisme
men kan enkel het fysische wetenschappelijk bestuderen
=> leidt tot het reductionisme: alles wordt tot een soort werkelijkheid herleidt
ontologisch idealisme
alles in de natuur heeft een ziel => panpsychisme
epistemologisch idealisme
we kennen werkelijkheid enkel door eigen zintuigen en denken => leidt tot solipsisme: elke geest in eigen bubbel met werkelijkheid
pareidolia
het zien van betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels
onderscheid natuurwetenschappen en menswetenschappen
- natuurwetenschappen: gericht op het verklaren van wetmatigheden in de natuur => natuurfenomenen verklaart door externe krachten die inwerken op levenloze objecten, onveranderlijk
- menswetenschappen: gericht op het begrijpen van mens en zijn geschiedenis => voortbrengsel ( variabel, complexe interactie ) van langdurige samenwerking tussen mensen, niet doelloos, complex systeem
onbewuste interferentie
waarneming impliceert onbewuste redenering
frenologie
methode om iemand persoonlijkheid en vaardigheden af te lezen van knobbels van een schedel.
substractiemethode
identificeren van mentale basisprocessen door vergelijking van condities die maar op één component van elkaar verschillen
aktpsychologie
mentale fenomenen zijn geen inhouden, maar acties/functies
1879: WAT en WIE
START VAN PSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP :)
-> Willhelm Wundt krijgt fonds voor het opzetten eerste experimenteel psychologisch labo ( Leipzig )
theoretische bijdrage van Wundt ( 3)
- voor bewuste waarneming zijn fysische prikkels noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde ( ook psychische factoren die bepalen of men iets opneemt of niet) => apperceptie ( aandachtsfunctie ) speelt centraal belang
- bewustzijn als activiteit, proces, stromend water waarbij soms iets naar achtergrond verdwijnt en weer naar voor als aandacht erop gericht wordt. => stream of conciousness
- belangrijk onderscheid tussen psychische en fysische causaliteit
fysische causaliteit
gelijke oorzaken hebben gelijke gevolgen, behoud van energie
psychische causaliteit
iets wat soms een effect heeft, heeft de andere keer weer ander effect => geest onderworpen aan eigen wetten en eigen soort mentale energie.
structuralisme
- ESSENTIE: psychologische delen samengesteld uit elementaire delen
- DOEL: bouwstenen ontdekken en kijken hoe ze zijn samengesteld tot één geheel
- METHODOLOGIE: systematische introspectie door sterk getrainde observatoren
- wil weten wat de geest is, uit welke structuren deze bestaat ( = studie van de bewustzijnsinhouden, ontleden in bouwtsenen )
- TITCHENER -> onderscheid tussen 3 soorten elementen: gewaarwording - beelden - affecties => benadrukte vermijden van stimulusfout: introspectieve beschrijvingen moeten beperkt blijven tot analyse van inhouden van bewuste ervaringen, niet beïnvloed door kennis over aard van stimulus.
functionalisme
- ESSENTIE: bewustzijn is geen passief orgaan om ervaringen op te vangen, maar toolbox van functies om adaptief te reageren op nieuwe situaties
- voorlopers: Franz Brentano, William james
- wil weten waar de geest voor dient, welke functies ze vervuld ( = studie van aard, functies en hoe deze processen werken )
- onderscheid Chicago functionalisten en Columbia functionalisten
gestaltpsychologie GRAZ SCHOOL VS BERLIJNSCHOOL
GRAZ:
- “Gestalten” als emergerende kwaliteiten
- afhankelijk van objecten,maar er boven uit stijgend
- the mind produces a percept”
- de geest als productie-systeem
BERLIJN
- “Gestalt” als een op zichzelf staand geheel (“sui generis”)
- niet gebaseerd op meer elementaire bouwstenen
- een percept organiseert zichzelf door wederzijdse interacties
- geest als dynamisch systeem
phi motion
het zien van beweging tussen twee kort na elkaar aangeboden prikkels dus je ziet een beweging, maar geen afzonderlijke objecten => nieuw GESTALT
=> bijzonderheid: waarneming die niet gebasseerd is op elementaire waarneming
aha erlebniss
probleemoplossend denken dat opeens uit het niets opduikt ( cognitief inzicht ), duikt opeens op als één volledig geheel n ( = gestalt )
wat zijn de 3 soorten reflexen die John B Watson ( behaviorisme ) onderscheidt
1) emoties: interne activiteiten obv ongestreepte spieren
2) instincten: obv gestreepte spieren, erfelijk
3) gewoontes: aangeleerde responsen in de vorm van aaneengeschakelde reflexpatronen
drie fases klassieke conditionering
1 ) UCS => UCR
2) CS + UCS => UCR
3) conditionering vindt plaats; CS => CR
’’ neutrale stimulus wordt herhaaldelijk samen aangeboden met betekenisvolle stimulus, dan lokt na verloop van tijd neutrale stimulus zelfde respons uit als betekenisvolle stimulus ( door associatie )
test-operate-test-exit
mechanistische implementatie van plan of doel, kan ook
recursief zijn ( => complexe gedragsplannen nodig )