Hoofdstuk 4: Formatie Flashcards
Persoonlijkheids-groepsfit
Individuen kiezen over het algemeen geen groepen die niet bij hun persoonlijkheid passen
Attachment style: noem er 4
iemands benadering van relaties met anderen
1, secure: adults have a history of warm and responsive interactions with caregivers and have developed similar relationships with their romantic partners or friends. They have a good balance between intimacy and independence in their relationships and tend to have positive views of themselves and their partners.
2. preoccupied: attachments look for high levels of intimacy and approval from others. Many times, they become overly dependent on their partners. That is colloquially known as ‘clinginess‘. Emotional roller coasters, guilt, excessive worry and impulsiveness often characterise these individuals
3.. fearful: attachment have mixed feelings about intimate relationships. They crave the closeness but they also feel uncomfortable with too much of it.
4. dismissing : style tend to hide or repress their feelings, view themselves as self-sufficient and avoid intimacy and closeness in most of their relationships.
Behoefte aan affiliation (verwantschap)
Staat waarin men gemotiveerd is om met anderen samen te zijn
Benoem de drie behoeften die door Schutz in de Fundamental Interpersonal Relations Orientations (FIRO) worden weergegeven:
Inclusie: behoefte aan verwantschap
Controle: de behoefte aan macht
Affectie: de intimiteitsbehoefte
Collaboratieve cirkel
Kleine groep “Peers” die samenwerken voor en langere periode waarin ze ideeën uitwisselen over commentaar en kritiek. Ze ontwikkelen een gedeelde conceptie over wat hun methoden en doelen zouden moeten zijn.
Verbondenheid (affiliation)
Samenkomen van individuen op een locatie; een formele relatie, als een individu affiliatie voelt met een groep of organisatie
Wat is Meaning als soort support?
Is het aanbieden van existentiële of spirituele support door de wereldvisie van groepsleden te beamen en geloof/perspectieven te delen.
Big fish little pond effect
zelfs als mensen weten dat ze beter dan gemiddeld presteren, vergelijken ze zichzelf met mensen die veel beter dan hen presteren, waardoor ze zich ontmoedigt voelen
Self-evaluation maintennce model (SEM)
Successen van anderen worden minder gewaardeerd als dit in een domein is waarin jijzelf succesvol bent.
elaboratieprincipe
Neiging van groepen om groter te worden na verloop van tijd
Percolatie
Niet-leden raken in contact met leden en zo worden zij uiteindelijk toch lid van de groep
Homofilie
Neiging van groepsleden en andere collectieven om gelijk aan elkaar te zijn, zoals demografische achtergrond, waarden en houdingen
Complementariteisprincipe
Neiging van opposities om tot elkaar aangetrokken te worden als de ongelijkheid congruent is.
Interchange compatibiliteit
compatibiliteit tussen groepsleden die gebaseerd is op dezelfde behoeften voor inclusie, controle en affectie
Originator compatibiliteit
Compatibiliteit tussen groepsleden die ontdtaat wanneer iemand die inclusie, controle en affectie wil uitdrukken, gematcht wordt met iemand die dit juist wil ontvangen