Hoofdstuk 14: Intergroepsrelaties Flashcards
Realistische groepsconflict theorie
Cocneptueel raamwerk waarbij conflicten tussen groepen worden verklaard door competitie om schaarse middelen, zoals eten, territorium etc
Discontinuïteit effect
= onderbroken effect
Fenomeen dat ontstaat wanneer groepen onderling erg competitief zijn, maar de groepsleden van beide groepen geen persoonlijke competitie ervaren
sociale dominantie theorie
Stelt dat conflicten tussen goepen ontstaan door dynamische spanningen tussen hiërarchisch gerankte groepen in de maatschappij
Frustratie-agressie hypothese
Beweert dat individuen agressiever worden wanneer externe condities hen weerhouden van het bereiken van hen doel
Face culturen
Harmonie en bescheidenheid benaderd. Respect wordt gewaardeerd, weinig agressie
etnocentrusme
overtuiging dat iemands eigen groep, religie of land superieur is aan andere groepen, religies of landen
Double standard thinking
Mensen beoordelen hun eigen acties en attributen als positief, maar wanneer andere groepen hetzelfde doen, wordt dit als negatief gezien
Linguistic intergroup bias
neiging om positief ingroup gedrag en negatief outgroup gedrag vooral abstract te beschrijven
law of small numbers
als mensen gaan oordelen over en groep, gebeurt dit vaak op basis van een paar individuen
Groep attributiefout
foute aanname dat de overtuigingen en gedragingen hetzelfde zijn als die van de groep waarin diegene zich bevindt
Ultieme attributiefout
zelfde als fundamentele attributiefout maar dan mbt groepen
stereotype content model
theorie van groepsperceptie die voorstelt dat de stereotype aannames van mensen over sociale groepen hun overtuigingen over de warmte en competentie van de gestereotypeerde groep relfecteren:
- jaloers : hoge competentie, lage warmte
- minachting: lage competentie, lage warmte
- medelijden: lage competentie, hoge warmte
Bewondering: hoge competentie, hoge warmte
morele exclusie
psychologisch proces waarbij mensen in een conflict vinden dat de ander geen recht heeft op de beloning
Uitgebreide contacthypothese
stelt dat vriendschappen tussen leden van verschillende groepen (cross-group) niet alleen de aceptatie van de respectievelijke outgroups vergroten, maar er ook voor zorgen dat andere leden van de griepen een positievere mening vormen over de outgroup
Decategorisatie
Verminderen van de neiging tot sociale categorisatie door het benadrukken van de individualiteit van ieder de groepsleden