Hoofdstuk 13: Conflict

Question 1

Gedragsassimilatie

Answer 1

iemand past zijn eigen gedrag aan het gedrag van de groepsleden

Question 2

Of mensen willen coopereren of competitie willen voeren, is volgens de social value orientation (SVO) afhankelijk van twee waarden

Answer 2

1. in hoeverre men zich bezighoudt met de persoonlijke uitkomsten
2. in hoeverre men zich bezighoudt met andermans uitkomsten

Op basis hiervan kunnen er die vier soorten mensen worden onderscheiden

Question 3

sociaal dilemma

Answer 3

interpersoonlijke situatie waarbij iemand moet kiezen tussen het maximaliseren van de persoonlijke uitkomsten of het maximaliseren van de groepsuitkomsten

Question 4

Commons dilemma of social trap

Answer 4

is een sociaal dilemma waarbij individuen hun uitkomsten kunnen maximaliseren door hun eigen persoonlijke doelen te zoeken, in plaats van te focussen op collectieve doelen.ee

Question 5

Eerlijkheidsdilemma’s, op welke vier manieren kunnen beloningen verdeeld worden?

Answer 5

1. equity
2. equality
3. power
4. need

Question 6

egocentrisme

Answer 6

geven van meer verantwoordelijkheid aan jezelf als het gaat om gewenste uitkomsten

Question 7

factoren die conflict voeden, maar daarbij ook laten zien dat svos gebruikt kunnen worden voor eht oplossen van conflicten

Answer 7

onzekerheid –> inzet –> onderhandeling (distributieve (win verlies) en integratieve (win win) onderhandelingen)
perceptie –> misperceptie –> begrijpen
Zachte tactieken –> harde tacktieken –> coöperatieve tactieken : het dual concern model
Reciprociteit –> wraak –> vergeving (tit for tat)
Irritatie –> boosheid –> kalmte
Weinig –> veel –> weinig. met behulp van een mediator om het conflict op te lossen

Question 8

dual concern model

Answer 8

stelt dat ontwijken, toegeven,vechten en cooperen van elkaar verschillen op twee dimensies. Bezorgdheid voor jezelf en bezorgdheid voor de ander.

Question 9

pro-zelf

Answer 9

anderen jouw mening laten accepteren