Hoofdstuk 3- de celstructuur en functie Flashcards
Wat is een cel?
- Kleinste functionele eenheid
- levende bouwsteen
- Streeft naar homeostase (bij processen in de cel)
Wat betekent cytologie
Celleer
Benoem de verschillende onderdelen van een cel
In het cytoplasma drijven organellen:
- Celmembraan
- Mitochondriën
- Celkern
- Ribosomen
- Lysosomen
- Endoplasmatisch reticulum (ER: ruw en glad)
- Golgi apparaat
- Cytoskelet: micro-villi, trilharen, zweepstaartjes
Waar bestaat het celmembraan uit?
- Fosfolipiden
-Glycoproteinen - Membraanproteinen
Wat zijn glycoproteinen?
eiwitten die een receptorfunctie hebben (signalen ontvangen)
Wat zijn membraanporteinen?
Eiwitten die een transportfunctie hebben (vb. kanalen of pompen)
Wat zijn de functies van het celmembraan?
- Fysieke isolatie
- Uitwisseling met omgeving
- Receptorfunctie
- Stevigheid, stabiliteit
Wat zijn mitochondriën?
Dit zijn celorganellen
- Fabriekjes van de cel
- Zorgen voor productie ATP
Wat is het ER en welke soorten zijn er, met welke functies?
Celorganel.
- Ruw ER (RER): zitten ribosomen op. Zorgt voor eiwitsynthese.
- Glad ER (SER): zonder ribosomen. Zorgt voor synthese van vet en koolhydraten
Wat zijn Ribosomen
Dit zijn celorganellen
Deze zorgen voor eiwitsynthese van de RNA code
Wat is het Golgi-appraat?
Een celorganel.
Deze sorteren en modificeren de eiwitten (vouwen en in de juiste structuur zetten). Hier worden de eiwitten verpakt in blaasjes oom naar het plasmamembraan te transporten of naar de buiten de cel.
Wat zij lysosomen?
Celorganellen.
Dit zijn blaasjes met verteringsenzymen en exportlaasjes
Wat is het cytoskelet?
Dit bestaat uit microvilli, trilharen, zweefstraatjes. Het cytoskelet zorgt boor bijv de beweging van slijm (trilhaartjes) of de cel zelf (zweepstaartjes)
Wat zijn de 2 verschillende manieren van celtransport
- Actief transport en passief transport
Wat zijn kenmerken van actief transport?
- Kan met blaasjes (vesicles), die getransporteerd worden
- Tegen de gradiënt in
- Kost ATP
Wat zijn kenmerken van passief transport?
- Difussie
- Osmose
- Kost geen ATP
Het celmembraan bestaat uit eiwitten, welke specifieke eiwitten?
- kanaaleiwitten
- Carriereiwitten
- Perifere eiwitten: eiwitten die niet door het membraan heen gaan, maar wel in het membraan liggen
- Integrale eiwitten: eiwitten die door het membraan heen gaan
Waar hangt het vanaf of een stof door het membraan kan?
grootte en of hij in vet oplosbaar is (polariteit)
Wat is vesiculair transport?
Actief transport door middel van blaasjes
Wat is het verschil tussen Endo- en exocytose?
Bij Endo gaat het de cel in en bij ego de cel uit door middel van blaasjes
Wat zijn verschillende vormen van endocytose, en wat houden deze in?
Fagoctose –> endocytose vaste stoffen
Pinocytose –> endocytose vocht
Receptor- afhankelijke endocytose –> wanneer de receptor wordt geactiveerd worden stoffen ingesloten door het celmembraan
Wat is diffusie?
Stof verplaatst van hoge naar lage concentraties (longblaasjes)
Wat is osmose?
Water loopt door een semi-permeabel membraan van een lage naar een hoge concentratie, om de concentraties gelijk te maken.
(gebeurt in de nieren. regulatie zoutbalans en bloeddruk)
Wat is transcriptie
Het overschrijven van de DNA code
Wat is translatie?
Het vertalen van de code naar de eiwitten
Wat zijn de verschillen tussen DNA en RNA?
DNA is dubbel strengs (dubbele helix) en RNA is enkel strengs (enkele helix)
RNA heeft 4 verschillende stikstofbasen (C, G, A, T) en RNA heeft een U in plaats van een T
Hoe werkt van DNA naar eiwit?
- DNA gekopierd
- hierna wordt mRNA gevormd waarbij de T de U wordt (en intronen en extronen)
- mRNA gaat de kernporie uit en de ribosomen maken eiwitten
Wat is de levenscyclus van een cel?
- Interfase
- Profase
- Metafase
- Anafase
- Telofase
- ## Cytokinese
Waarom ligt Dna gewikkeld
wat is het verschil tussen een chromatide en een chromosoom?
Wat zijn telomeren?
Histonen (eiwitten)
Een chromatide is de helft van een chromosoom. Een chromosoom is 2x dezelfde DNA streng die bij elkaar wordt gehouden door het centromeer.
Een chromosoom kan voorkomen als 1 chromatide voor duplicatie. Als 2 zusterchromatiden na duplicatie. Na het uiteengaan worden de chromatiden beschouwd als chromosomen.
De uiteinden van chromosomen
Wat zijn de 2 hoofdfasen van de celcyclus?
I
Interfase en mitotische fase
In welke 3 fasen is de interfase verdeeld?
G1 –> eerste groei
S –> DNA duplicatie
G2 –> tweede groei
(De G0-fase is een rustfase. bijv. zenuwcellen die zich niet meer gaan delen gaan in de rustfase)