A,F- h16 spijsvertering Flashcards
Wat betekent spijsvertering?
Waar gebeurt het?
En hoe?
- Het kleinmaken van het voedsel zodat het door het lichaam kan worden opgenomen en gebruikt
- In het spijsverteringskanaal
- Met behulp van enzymen, gal en alvleessap
Wat is histologie?
Weefselleer
Welke 4 lagen zien we bij histologie?
- Het mucosa= het slijmvlies
- Het submucosa= de verbinding van het slijmvlies met de spierlaag eronder
- De muscularis externa= de kring- en lengetspieren
-‘’ Externa= buitenkant, dus externe speren die buiten dit weefsel liggen’’ - Het serosa= weefselmembraan
Wat is het muscosa?
’’ slijmvlies: glanzend en vochtig dekweefsel (epitheel)’’
Waar ligt de mucosa (waar kan je het weefsel vinden)?
Wat doen de slijmbekercellen en wat is de functie van slijm?
- In de luchtwegen, spijsverteringskanalen en voortplantingsorganen
- In de slijmbekercellen in de epitheellaag, die slijm afscheiden
( ‘’tussen de cellen in je epitheel zitten slijmbekercellen, die slijm produceren wat vervolgens aan het oppervlakte wordt afgegeven’’) - Slijm smeert membraanoppervlakte en vangt vreemde partikels op
- Als de slijmbekercellen niet goed werken dan maak je geen speeksel aan, symptomen zijn bijvoorbeeld een droge mond, scheurtjes in je mond en moeite slikken. Oplossing bijv. nepspeeksel
Wat is taaislijmziekte?
Een ziekte waarbij je taai slijm aanmaakt, ook in kanaaltjes van de alvleesklier. Door de ophoping van slijm in kanaaltjes en organen ontstaan infecties.
Wat is serosa?
weefselmembraan
Dit is sereus (vochtafscheidend)
We hebben membranen om de organen heen, hiervan hebben we 2 verschillende vormen?
- Visceraal: aan de structuur gehecht (ingewanden), direct om de ingewanden heen
- Pariëtaal: aan de lichaamswand borst/buik
’’ Aan de binnenkant zit het viscerale weefsel en aan de buitenkant het pariëtale weefsel’’
Waarom heb je een serosa?
- Het omlijnt en smeert de lichaamsholtes om wrijving tussen interne organen te verminderen
( Op een dag geef je af en neem je 7 liter vloeistof op (niet alleen zit er weefselvloeistof tussen de organen, maar het wordt ook continu ververst)
Benoem een aantal holtes in de mondholte:
- De nasopharynx’’ = de neuskeel’’
‘’Naso= neus , pharynx= keel’’ - Tong (lingua)
- Oropharynx ‘’= de keelkeel, dus de daadwerkelijke keel’’
‘’Oro= keel in grieks, pharynx= keel’’ - Oesophagus’’= de slokdarm’’
- Larynx’’= het strottenhoofd’’
’’ Epigglotis is het strottenklepje, dus als je slikt wordt je luchtpijp afgesloten’’
Wat is de functie van je tanden en tong?
Tanden –> snijden voedsel (snijtanden) en vermalen (hoektanden)
Speeksel –> voorverteren in mond, met name suikers door amylase
Wat is de belangrijkste beweging in het spijsverteringskanaal?
Peristaltiek vindt in bijna het gehele spijsverteringskanaal plaats.
Peristaltiek=een opeenvolgende kneding waardoor een bolus door je spijsverteringsstelsel wordt voortbewogen.’’
‘’Boek: Peristaltiek= golven van spiercontracties die zich door het spijsverteringskanaal verplaatsen. Tijdens een peristaltische beweging contraheren de kringspieren eerst achter de inhoud van het verteringskanaal, zoals een bolus. Daarna trekken de lengtespieren zich samen, waardoor aangrenzende segmenten van het verteringskanaal worden verkort. Een contractiegolf in de kringspieren duwt het daarna in de gewenste richting.’’
Zie fases in boek
Wat zijn de functies van de gaster (maag)?
- tijdelijke Opslag voedsel
- Chemisch afbreken voedsel (chemische stoffen die we afgeven aan het maaglumen)
- Mechanisch afbreken voedsel (kneden maag)
Lina: volgens het boek heeft de maag in plaats van 2 lagen spieren er 3 om goed te kneden volgens het boek De muscularis mucosea is voor het afgeven van stofjes.
- Opnemen vitamine b12 door middel van intrinsc factor
(maken IF)
(intrinsic factor (IF) is een stofje dat aan het maagsap wordt afgegeven zodat vitamine B12 later goed kan worden opgenomen. Als dit niet goed werkt moeten deze mensen hun hele leven injecties of extra vitamine supplementen)
Welke 3 verschillende soorten cellen bevinden zich in de maag?
- Pariëtale cellen
- Zymogene cellen
- Endocriene cellen
Wat doen de parietale cellen van de maag?
- Geven intrinsc factor af (IF), hierdoor kan vitamine b12 later in de dunne darm worden opgenomen
- Geven zoutzuur (HCL) af: hierdoor de vetering van plant/ vlees (met name eiwitten)
–> Doordat HCL zo zuur is is een goede slijmlaag ter bescherming belangrijk
Wat doen de zymogene cellen van de maag?
- Geven pepsinogeen (inactief enzym) af
Pepsinogeen + HCL –> pepsine (actief enzym)
Wat doen de endocriene cellen van de maag?
- Geven hormoon gastrine af , dat de maagzuurproductie stimuleert
Wat zijn de 3 fasen van maagsapsecretie?
1Cefalische fase: het water loopt in je mond bij het zien, ruiken of denken aan voedsel. Zorgt ervoor dat de hersenen het lichaam voorbereiden op het eten dat gaat komen. Dit doen ze door hormonen af te geven.
2 Gatrische fase: tijdens het eten komt voeding eerst in de maag terecht. Doordat het eten hier komt, worden opnieuw hormonen vrijgegeven, die zorgen dat de maag zuur wordt.
3 Intenstinale fase: het eten komt langzaam in de darm. Dit wordt opgemerkt en de hormonen zorgen ervoor dat de verteringssappen vanuit de alvleesklier in de darmen komen. De vertering begint.
(zie samemenvatting voor uitgebreider)
Wat betekent nausea en vomeren/ emesis?
Nausea= misselijkheid
Vomeren/ emesis= overgeven
Wat gebeurt er als je overgeeft?
Je middenrif (ligt aan einde slokdarm, begin maag) is een grote spierlaag.
- Het middenrif (=diafragma) en je buikwandspieren gaan samenknijpen
- Het strottenklepje wordt afgesloten
- De polyrus (klepje einde maag) en de cardia (begin van de maag) wordt opengezet zodat de darm- en maaginhoud naar boven kan komen
- Na afloop krijg je speekselvorming om het zoutzuur schoon te spoelen
Wat is de functie van de alvleesklier (pancreas)?
- Geeft enzymen en hormonen af
‘’ De hormonen zorgen ervoor dat het volgende gedeelte van het maag-darmstelsel in werking wordt gezet’’ - Heeft een endocriene functie (afgeven hormonen: insuline/ glucagon)
- Heeft een exocriene functie (afgeven pacreassap aan 12-vingerige darm)
pancreatitis (= een ontsteking van de alvleesklier) zorgt voor het te vroeg afgeven van sap
Wat is de functie van de galblaas
(vesica fellea/ vessica billiaris, EN gal = bilet)
- Opslag gal (chole in latijn) vanuit de lever (hepar)
- Dit is ongeveer 1 L per dag, dit gebeurt onder invloed van CCK (cholecystokinine)
‘’ Chole –> gal, cyste–> bolletje/blollejte, kinine –> kinetiek (in beweging brengen), dus een hormoon dta het blaasje met gal in beweging brengt’’
(LINA: OOK CONCENTREREN VAN GAL)
Wat is de pancreas (alvleesklier)
en wat doet hij?
’’ een soort sliertje dat er vettig uitziet’’
- is 15 cm en en ongeveer 100 gram
- Afgifte intern= endocrien
Afgifte hormonen
Endocriene klieren (1%)
Heten de eilandjes van langerhans
Produceren insuline en glucagon - Afgifte extern= exocriene klieren
Afgifte verteringssap en buffer
(om zoutzuur uit de maag te neutraliseren moet er een basische oplossing bij)
Via ductus (= afvoerbuis) van pancreaticus (= alvleesklier) naar duodenum (= 12-vingerige darm)
Volgende enzymen worden erdoor gemaakt: amylase, lipase, nucleasen, proteasen
De buffers zijn ongeveer 1 liter per dag en worden afgegeven onder invloed van secretine
Waar bestaat de lever uit?
4 kwabben, het bestaat uit 100 000 leverlobjes (zeshoek)
Nog meer uit:
- Hepatocyten (70-85%): ontgiften, gal maken
(hepar= lever, cyto=cel, dus bestaat uit levercellen die ontgiften en gal maken)
- Bloedvaatjes (arterien= zuurstofrijk, venen= zuurstofarm)
- Galbuisjes
- Knupffercellen: witte cellen in de lever dan fagocytose doen
LINA: Heparcellen slaan vitamine KADE op
is 1,5 kg ong
Wat zijn de functies van de hepar (lever)?
- Regulering stoffen
- Hepatocyten nemen voedingsstoffen en gifstoffen op voordat ze in het lichaam komen (kuppfercellen zorgen voor het reinigen en dat ziekteverwekkers eruit worden gehaald)
- De concentratie suiker in het lichaam wordt geregeld (glucose en glycogeen balans wordt geregeld) - Hematologische regulering : volgt latr (Gr Hema= bloed)
- Vorming en functie van gal
- Gal bestaat uit : H2O, ionen, bilirubine, cholesterol en zouten
- Galzouten zorgen voor emulgeren vetten: vetdruppels verkleinen
- Maakt gal aan
- Verwijdert de gifstoffen uit het bloed: zuivert het bloed
Hepatitis = een ontsteking van de lever