Farmacologie Flashcards
Wat betekent - Farmacon (meervoud: farmaca)
Phármakon (Grieks)= Een werkzame geneeskundige stof
Letterlijk: vergif!
Wat is farmaceutische wetenschap?
Dit bestudeert de effecten van farmaca, geneesmiddelen en placebo’s op (met name zieke) mensen en dieren.
Bestudeert: dosis, interactie, giftigheid …
Wat is farmacokinetiek?
Dit beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen
UR
Betekenis afkortingen
Alleen op recept
UA
Betekenis afkortingen
Zonder recept, alleen door apotheker
UAD
Betekenis afkortingen
Zonder recept, alleen door apotheker of drogist
AV
Betekenis afkortingen
Algemeen verkrijgbaar
Wat zijn de 5 J’s?
‘’ Controleer als verpleegkundige de 5 j’s bij medicatie‘’
Als verpleegkundige moet je controleren: het/ de juiste /…
- Geneesmiddel
- Hoeveelheid
- Route
- Moment
- Patiënt
Waardoor ontstaat therapietrouw?
kennisoverdracht/educatie, motiverende gespreksvoering
wat komt vaak voor bij patienten die hun eigen medicatie doen?
- Kuur niet afmaken
- Tijdstip verkeerd
- Manier van inname verkeerd
Waar bestaat farmacokinetiek uit?
Farmacokinetiek beschrijft het gedrag van een stof in het lichaam
- A: absorptie
- D: distributie
- M: metabolisme
- E: excretie
Absorptie: opname vanuit de toedieningsplaats in de bloedbaan
Distributie: verdeling over de verschillende weefsels
Metabolisme of biotransformatie: omzetten/ afbreken
Excretie: uitscheiding (welke organen?)
Ezelsbrug: algemeen dieet met eiwitten
PO
Wat zijn verschillende soorten toedieningswijzen?
per os (‘’ door de mond naar het darmmaag-stelsel’’)
SC
Wat zijn verschillende soorten toedieningswijzen?
Subcutaan (‘‘injectie in onderhuidse bindweefsel’’)
IM
Wat zijn verschillende soorten toedieningswijzen?
Intramusculair (‘’ injectie in het spierweefsel’’)
IV
Wat zijn verschillende soorten toedieningswijzen?
Intraveneus (‘’ het toedienen van vloeistoffen in een ader’’)
SL
Wat zijn verschillende soorten toedieningswijzen?
Sublinguaal (‘’ via bloedvaten inder de tong opgenomen om het maag-darmstelsel te vermijden’’)
Op welke 2 verschillende manieren kan absorptie plaatsvinden?
Absorptie= opname van plaats van toediening naar bloedstroom
Opname kan vanaf:
Uitwendige barrières:
- Epidermis (welke toedieningsvorm?)
- Slijmvliezen (waar?)
Bloedweefselbarrière (BWB):
- Uitwisseling bloed met weefsel in capillair gebied (haarvaten)
- In verschillende weefsels verschillende BWB
Wat is biologische beschikbaarheid? en wat zijn de 2 verliespunten?
In welke mate komt de werkzame stof van een geneesmiddel op de bedoelde plek
Hierbij heb je 2 verliespunten:
- Metabolisme
- Uitscheiding
Hoe kan je met een farmacon de lever omzeilen?
Alleen het laatste deel van de dikke darm voert het bloed niet naar de poortader, maar rechtstreeks naar de vena cava (onderste holle ader)
De lever is dus te omzeilen door een farmacon in de vorm van een zetpil toe te dienen!
Hoe kun je geneesmiddelen toedienen?
Systematisch: oraal (enteraal), parenteraal (‘’: buiten het maag-darmkanaal om. Dus rechtstreeks in bloedbaan’’) –> in hele lichaam
Lokaal: op de plek aanbrengen, zoals zalf
Waar is de farmocologie afhankelijk van?
De farmacologie is afhankelijk van de plaats: maag, darm, pancreas?
- Anti-emetica: braakcentrum beïnvloeden
- Antacida: basische stof, doet pH corrigeren en pepsine remmen
- Mucosaprotectiva: maagbeschermers
- Laxantia: laxeermiddelen (werkt met osmose!)
- Orale dehydratievloeistof: ORS (werkt met osmose!)
- Klysma: darmspoeling
Wat doen protonpompremmers?
Ze verhogen de pH van de maaginhoud (dus minder zuur)
Het remt de maagzuur producerende zuur-of protonpomp in de pariëtale cel van maagmucosa. Het werkt alleen in de maag.
Wat is het verband tussen osmose en laxantia?
Osmotisch werkende laxantia zijn verbindingen die slecht geresorbeerd kunnen worden, waardoor als gevolg van osmose veel water in de darm wordt gehouden.
De ontlasting wordt zachter en door vergroting van de darminhoud wordt de peristaltiek bevorderd