Hoofdstuk 1- inleiding tot anatomie en fysiologie Flashcards

1
Q

Waar gaan anatomie, fysiologie en pathologie over?

A

Anatomie= strutuur (vorm)
Fysiologie= functie
Pathologie= ziekteleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar is een organisme in opgebouwd (in stappen)?

A
  • Cel + extracellulaire stof
  • Weefsel
  • Orgaan
  • Orgaanstelsel
  • Organisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is homeostase?

A

Evenwicht (in het lichaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt homeostase gehandhaafd?

A

( Voornamelijk negatieve) regelkringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoezo is anatomische topografie belangrijk?

A
  • jargon uit medische wereld
  • Belangrijk in communicatie met artsen/ specialisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is anatomische houding belangrijk?

A

Doordat we op basis van de houding termen gaan toepassen.
Bij anatomische houding wijzen de duimen naar buiten.

Als bij patiënt over rechterknie spreekt kijk je vanaf perspectief patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een sagittaal vlak

Wat is het mediale vlak?

A

Een vlak dat het lichaam in een linker- en rechterdeel verdeelt

Het mediale vlak is het vlak dat je lichaam precies in het midden bij neus en navel verdeelt, waardoor je lichaam symmetrisch is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een sagittaal vlak

Wat is het mediale vlak?

A

Een vlak dat het lichaam in een linker- en rechterdeel verdeelt

Het mediale vlak is het vlak dat je lichaam precies in het midden bij neus en navel verdeelt, waardoor je lichaam symmetrisch is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een frontaal (coronaal) vlak?

A

Dit deelt je lichaam in dorsale (: rugzijde) en ventrale (: buikzijde) gedeelten
Dus lichaam wordt in voor en achterkant verdeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een transversaal vlak?

A

Dit deelt je lichaam in een craniaal (hoofd) en causaal (staart) gedeelte.
Lichaam wordt verdeeld in boven en onder gedeelte.

’’ schedel ligt craniaal aan schouderbladen’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dorsaal

Plaatsaanduidingen

A

aan de rugzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ventraal

Plaatsaanduidingen

A

aan de buikzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Carniaal

Plaatsaanduidingen

A

richting de schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

caudaal

Plaatsaanduidingen

A

richting de staart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mediaal

Plaatsaanduidingen

A

Richting het midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lateraal

Plaatsaanduidingen

A

Richting de zijkant

16
Q

Superior

Plaatsaanduidingen

A

Bovenste

17
Q

Inferior

Plaatsaanduidingen

A

Onderste

18
Q

Anterior

Plaatsaanduidingen

A

voorste

19
Q

Posterior

Plaatsaanduidingen

A

achterste

20
Q

Centraal

Plaatsaanduidingen

A

in het midden

21
Q

perifeer

Plaatsaanduidingen

A

aan de uiteinden

22
Q

Proximaal

Plaatsaanduidingen

A

richting het centrum

23
Q

Distaal

Plaatsaanduidingen

A

aan de uiteinden

distance= ver weg

24
Q

Sinister

Plaatsaanduidingen

A

Links/ linker

25
Q

Dexter

Plaatsaanduidingen

A

Rechts/ Rechter

26
Q

Occipitaal

Plaatsaanduidingen

A

Naar de rechterkant van het hoofd

27
Q

Rostraal

Plaatsaanduidingen

A

de neuszijde

28
Q

Waaruit bestaat de thoraxholte?

A
  • De pleurale holte: longen
  • De pericardiale holte
29
Q

Wat is de functie van sereuze membranen?

A

Ze omlijnen en smeren lichaamsholten om wrijving tussen interne organen te verminderen

(? 7 l vloeistof opnemen/ afgeven)

30
Q

Wat is her verschil tussen visceraal en parietaal?

A

Visceraal= aan de ingewanden/ organen gehecht
Parietaal: aan de lichaamswand borst/buik gehecht