Hoofdstuk 3 Boek 4A Begrippen Flashcards

1
Q

6 manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu

A

1 het milieu levert zuurstof
2 het milieu levert water
3 het milieu levert voedsel
4 het milieu levert energie
5 het milieu levert grondstoffen
6 het milieu biedt plaats voor recreatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaken milieu problemen

A

1 overbevolking
2 de veranderde manier van leven: groot gebruik van energie en grondstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vervuiling

A

Het toevoegen van stoffen aan het milieu. De lucht wordt vervuild door smog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitputting

A

Te veel stoffen worden onttrokken aan het milieu zoals energiebronnen en grondstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aantasting

A

Natuurlijke ecosystemen verdwijnen om plaats te maken voor steden en landbouwgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 soorten milieuproblemen

A

1 klimaatverandering door broeikasgassen
2 afname biodiversiteit
3 ontbossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Duurzame ontwikkeling

A

Een leefwijze waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van mensen in de toekomst door het milieu zo min mogelijk te belasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veredeling

A

Er ontstaan voedingsgewassen met een combinatie van gunstige eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Genetische modificatie

A

Er ontstaan voedingsgewassen met gunstige eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Transgene organismen (gm-organismen)

A

Genetisch gemodificeerde organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kunstmatige inseminatie (ki)

A

Sperma van een stier met gunstige eigenschappen wordt ingebracht in de baarmoeder van koeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In-vitrofertilisatie (ivf)

A

Uit bevruchte eicellen van ouderdieren met gunstige eigenschappen groeien klompjes cellen. Die worden ingebracht in de baarmoeder van draagkoeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Accumulatie

A

Bestrijdingsmiddelen hopen zich op in de voedselketen doordat ze niet of zeer langzaam biologisch worden afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Biologische bestrijding

A

Gewassen worden op een natuurlijke manier beschermd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Manieren van biologische bestrijding

A

1 door natuurlijke vijanden te gebruiken.
2 door schadelijke dieren met geuren of geluiden te lokken en onvruchtbaar te maken of te doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vruchtwisseling (wisselteelt)

A

Plantenziekten worden voorkomen door nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond te verbouwen.

17
Q

Monoculturen

A

Op een grote akker wort 1 soort gewas verbouwd.

18
Q

Precisielandbouw

A

Elk deel van de akker krijgt de hoeveelheid kunstmest en bestrijdingsmiddelen die het nodig heeft.

19
Q

Intensieve veehouderij

A

Bedrijven met veel dieren op weinig grond. Doordat er efficiënt wordt geproduceerd, is de prijs van de producten laag.

20
Q

Biologische landbouw

A

Kleinschalige vorm van landbouw waarbij weinig bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en waarbij de dieren los kunnen lopen.

21
Q

Fossiele brandstoffen

A

Aardgas, aardolie en steenkool. De energie in fossiele brandstoffen komt van de zon. Bij de verbranding komt energie vrij.

22
Q

Kernenergie

A

Kernenergie komt vrij bij het splitsen van atomen. Kernenergie wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.

23
Q

Voordelen kernenergie

A

Er kan veel elektriciteit mee worden opgewekt, er ontstaat geen luchtverontreiniging en geen koolstofdioxide.

24
Q

Nadelen kernenergie

A

Er ontstaat radioactief afval, bij een ongeluk kan veel radioactieve straling vrijkomen en er is uranium voor nodig. Uranium is een delfstof die op den duur op zal raken.

25
Voordelen fossiele brandstoffen
Het winnen ervan is goedkoop. Ze zijn gemakkelijk te gebruiken en te vervoeren.
26
Nadelen fossiele brandstoffen
Bij de verbranding ontstaan koolstofdioxide en andere afvalstoffen. Fossiele brandstoffen raken op den duur op.
27
Duurzame energiebronnen
1 zonne energie 2 windenergie 3 waterkracht 4 getijdenenergie 5 biomassa 6 biobrandstoffen
28
Voordelen duurzame energiebronnen
Deze energiebronnen raken niet op en ze veroorzaken geen milieuvervuiling.
29
Nadelen duurzame energiebronnen
Er is niet altijd genoeg zon of wind om voldoende energie op te wekken. Horizonvervuiling door windmolens. Veel landbouwgrond nodig voor biobrandstoffen.
30
Zelfreinigend vermogen van het water
Reducenten breken met behulp van zuurstof organische afvalstoffen af. Hierbij ontstaat koolstofdioxide en komen mineralen vrij.
31
Vermesting
Sterke toename van de hoeveelheid mineralen (vooral fosfaat en nitraat) in oppervlaktewater.
32
Oorzaken vermesting
1 bemesting met stalmest of kunstmest: mineralen uit de mest komen via het grondwater in het oppervlaktewater terecht 2 door industrie en rioolwaterlozingen komen mineralen in het water terecht
33
Gevolgen vermesting
1 verandering van de soortensamenstelling in ecosystemen 2 sterke toename van sommige waterplanten, waardoor waterbloei ontstaat
34
Smog
Een mengsel van rook en uitlaatgassen.
35
Fijnstof
Kleine stofdeeltjes die door verbranding van diesel ontstaan.
36