Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Welke studies maken gebruik van kwantitatief onderzoek (systematische werkwijze)?

A

Niet-experimentele studies, omdat er geen sprake is van manipulatie van de condities; enkel van observaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest voorkomende methode voor het meten van seksualiteit en seksueel gedrag?

A

Zelf-rapportage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kun je twee zelf rapportage vragenlijsten benoemen die worden ingezet voor het meten van seksualiteit?

A
  1. Golombok- Rust Inventory of Sexual Satisfaction (GRISS)
  2. International Index of Erectile Function
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke kritiekpunten worden gegeven op de Golombok-Rust Inventory of Sexual Satisfaction (GRISS)?

A
  1. Bepaling cut-offs
  2. Oordelend
    Dit betekent dat mensen op basis van een bepaald getal in een categorie worden ingedeeld zonder dat er rekening wordt gehouden met hun individuele ervaringen of subjectieve gevoelens. Zo kan een bepaalde score suggereren dat er een probleem is, terwijl de persoon zelf misschien tevreden is met hun seksleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de International Index of Erectile Function (IIEF)?

A

Een zelfrapportage vragenlijst over erectiel functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom kunnen patienten de International Index of Erectile Function verschillend invullen?

A

Omdat de interpretatie van de vragen kan varieren, zoals wanner er ‘‘no intercourse’’ staat (Patiënten kunnen hierdoor vaak 0 invullen als ze geen seks hebben gehad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kun je een voor en nadeel benoemen van de International Index of Erectile Function?

A

voordeel: bevat duidelijke definities zoals voor seksuele activiteit
nadeel: mensen lezen de inleiding vaak niet of niet aandachtig door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kun je vier verschillende biologische metingen benoemen?

A
  1. Genitale meetmanieren (Penile strain gauge & Vaginal photolethysmograph)
  2. MRI
  3. fMRI
  4. Pupildilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werd de eerste seksuele respons op een biologische manier gemeten?

A

A.d.h.v. genital measures; erectie en vaginale veranderingen = bijdrage aan seksuele responscyclus (Masters & Johnson, 1966).
Nadeel: controversieel en pornografisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de kritiek op Masters & Johnson genitale measures?

A

niet representatief (wit, hoogopgeleid)
bias (lab ipv natuurlijke omgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de kritiekpunten op Kinsey Reports?

A

sampling issues, niet representatief (wit, hoogopgeleid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit de publicatie Sexual Behavior in the Human Male/ Female bleek dat naast mastrubatie nog twee aspecten veel vaker voorkomen dan gedacht, welke twee?

A

homoseksueel gedrag en buitenechtelijke seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe komt het dat niet elke etnische groep genoeg data beschikbaar had gemaakt om tot een resultaat te komen in Kinsey Reports?

A

Onvoldoende subsidie; minder mensen deelgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welk type onderzoek kunnen er causale interferenties gemaakt worden?

A

Experimenteel onderzoek, manipulatie van de onafhankelijke variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een confound (kwalitatief, experimenteel onderzoek)?

A

Een factor die verandert wanneer de afhankelijke variabele ook verandert, moet gecontroleerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Van welk type onderzoek is etnografie een voorbeeld?

A

kwalitatief onderzoek omdat, er een complete beschrijving van de menselijke maatschappij wordt weergegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar dient Media content Analysis voor?

A

Een procedure set om valide inferenties te maken over een tekst. Helpt om objectieve conclusies te trekken uit subjectieve media-inhoud door een gestructureerde aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de verschillen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek?

A

kwalitatief - kwantitatief
1. Hypotheses genereren versus testen
2. Kleine versus grote steekgroep
3. Data saturatie versus vastgestelde aantal thema’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt de participant-observer technique in?

A

De onderzoeker maakt deel uit van de maatschappij die bestudeerd wordt, waardoor observaties van binnenuit kunnen worden geobserveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een random sample, en hoe verschilt het van een convenience sample?

A

Een random sample is een steekproef waarbij elk lid van de populatie een gelijke kans heeft om geselecteerd te worden. Een convenience sample bestaat uit individuen die toevallig beschikbaar zijn, zonder dat ze noodzakelijk representatief zijn voor de hele populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is probability sampling, en waarom zou je deze methode gebruiken bij een onderzoek naar borstkanker?

A

Probability sampling is een steekproefmethode waarbij elk lid van de populatie een bekende kans heeft om geselecteerd te worden. Bij borstkankeronderzoek zou je deze methode gebruiken omdat vrouwen een grotere kans hebben op borstkanker, dus de steekproef zou die kans moeten weerspiegelen (bijvoorbeeld meer vrouwen in de steekproef dan mannen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is volunteer bias, en hoe kan dit de resultaten van een onderzoek beïnvloeden?

A

Volunteer bias treedt op wanneer mensen die vrijwillig deelnemen aan een onderzoek in bepaalde opzichten verschillen van mensen die weigeren deel te nemen. Dit kan leiden tot vertekening in de resultaten, omdat de vrijwilligers mogelijk meer ervaring hebben met het onderzochte onderwerp.

23
Q

Wat is purposeful distortion, en wat zijn de twee manieren waarop dit kan plaatsvinden in zelfrapportage?

A

Purposeful distortion is wanneer respondenten opzettelijk onjuiste informatie geven in zelfrapportage. Dit kan gebeuren door enlargement (overdrijven van antwoorden, zoals het aantal seksuele partners) of concealment (verbergen van antwoorden, zoals minder seksuele partners rapporteren dan werkelijk het geval is).

24
Q

Hoe helpt test-hertest betrouwbaarheid om de accuraatheid van zelfrapportage te controleren?

A

Test-hertest betrouwbaarheid controleert accuraatheid door dezelfde vragenlijst op twee verschillende momenten aan dezelfde persoon te geven en vervolgens de correlatie tussen de antwoorden te vergelijken. Als de antwoorden consistent zijn, duidt dat op hoge betrouwbaarheid.

25
Q

Wat is het voordeel van een computer-assisted self-interview (CASI) in seksuologisch onderzoek?

A

CASI biedt privacy voor de deelnemer, voorkomt dat mensen zich ongemakkelijk voelen bij het beantwoorden van gevoelige vragen, en helpt slechte lezers doordat de vragen ook auditief beschikbaar kunnen zijn.

26
Q

Wat is snowball sampling, en wanneer zou je deze methode gebruiken?

A

Snowball sampling is een methode waarbij bestaande deelnemers namen van andere potentiële deelnemers suggereren. Dit wordt vaak gebruikt in moeilijk bereikbare populaties waar de onderzoeker geen gemakkelijke toegang tot deelnemers heeft, zoals bij gevoelige of taboe-onderwerpen.

27
Q

Welke externe factoren kunnen de uitkomsten van een onderzoek beïnvloeden, en waarom is dat belangrijk om te overwegen?

A

Externe factoren zoals leeftijd, ras, geslacht of culturele achtergrond kunnen de resultaten beïnvloeden omdat ze mogelijk verschillende interpretaties of ervaringen met het onderzochte onderwerp met zich meebrengen. Het is belangrijk om deze factoren te overwegen om vertekening in de resultaten te voorkomen.

28
Q

Wat is de Tearoom Trade Study van Humphreys, en wat was het doel van het onderzoek?

A

De Tearoom Trade Study (1970) onderzocht homoseksuele ontmoetingen in openbare toiletten in de VS.

29
Q

Welke ethische kwesties kwamen naar voren in de Tearoom Trade Study?

A

Er was geen informed consent of debriefing, waardoor de mannen niet wisten dat ze meededen aan een onderzoek. Hun privacy en vertrouwelijkheid werden geschonden.

30
Q

Wat was het doel van de Tuskegee Syphilis Study en waarom werd deze studie als onethisch beschouwd?

A

Het doel was om de natuurlijke progressie van syfilis te bestuderen bij Afro-Amerikaanse mannen zonder hen te behandelen. De studie werd als onethisch beschouwd omdat de mannen geen penicilline kregen, zelfs toen dit middel een effectieve behandeling tegen syfilis bleek. Dit leidde tot onnodige sterfgevallen en blijvende schade.

31
Q

Hoe misleidden de onderzoekers van de Tuskegee Syphilis Study de deelnemers?

A

De onderzoekers vertelden de mannen dat ze “bad blood” hadden en gaven hen geen juiste diagnose of behandeling voor hun syfilis. Ze kregen geen medische zorg, zelfs niet nadat penicilline beschikbaar kwam als behandeling.

32
Q

Wat was het doel van Stanley Milgram’s Obedience to Authority experiment, en hoe werd het uitgevoerd?

A

Het doel was om te onderzoeken hoe mensen reageren op autoriteit, zelfs wanneer het leidt tot schadelijk gedrag.

33
Q

Welke ethische problemen kwamen naar voren in het experiment van Milgram?

A

De participanten werden misleid en geloofden dat ze daadwerkelijk iemand pijn deden of zelfs vermoordden. Er was geen adequate bescherming van hun welzijn, en ze gaven geen geïnformeerde toestemming voor wat er werkelijk gebeurde.

34
Q

Waarom gaf 65% van de deelnemers in Milgram’s experiment de maximale schok van 450 volt?

A

Milgram concludeerde dat mensen geneigd zijn om autoriteit te gehoorzamen, zelfs wanneer dit in moreel twijfelachtige omstandigheden gebeurt, zoals het toedienen van pijnlijke schokken.

35
Q

Wat was het primaire ethische probleem in zowel de Tearoom Trade Study als de Milgram’s Obedience Study?

A

In beide onderzoeken ontbrak informed consent, en de participanten werden blootgesteld aan stress of schade zonder hun medeweten of toestemming. Hun welzijn werd hierdoor in gevaar gebracht.

36
Q

Wat was het Stanford Prison Experiment en wat was het doel ervan?

A

Het Stanford Prison Experiment, uitgevoerd door Zimbardo in 1971, onderzocht hoe mensen zich gedragen in verschillende rollen binnen een gesimuleerde gevangenisomgeving. Het doel was om de ontwikkeling van normen, effecten van rollen, labels en sociale verwachtingen te bestuderen.

37
Q

Hoe werden de deelnemers verdeeld in het Stanford Prison Experiment?

A

24 witte studenten werden gerekruteerd en willekeurig ingedeeld in de rollen van bewakers of gevangenen. De bewakers kregen instructies over hoe ze de orde moesten handhaven.

38
Q

Waarom werd het experiment na 6 dagen stopgezet?

A

Een belangrijke conclusie was dat de deelnemers hun rol in het experiment zo sterk internaliseerden dat dit leidde tot destructief gedrag, vooral van de bewakers tegenover de gevangenen.

39
Q

Wat zijn enkele belangrijke ethische richtlijnen voor wetenschappelijk onderzoek?

A

Belangrijke richtlijnen zijn onder andere bescherming tegen schade, informed consent, rechtvaardigheidsbeginsel, kosten-batenanalyse, vrijheid om zich terug te trekken, en debriefing van participanten na het onderzoek.

40
Q

Wat houdt het rechtvaardigheidsbeginsel in?

A

Het rechtvaardigheidsbeginsel houdt in dat de risico’s en voordelen van een studie eerlijk verdeeld moeten worden over verschillende groepen in de maatschappij, zodat kwetsbare groepen niet onevenredig veel risico lopen zonder dat ze de voordelen krijgen.

41
Q

Hoe kan etniciteit de uitkomsten van onderzoek beïnvloeden?

A

Etniciteit heeft invloed op gedrag en interactie, wat belangrijk is om in overweging te nemen bij het ontwerpen van onderzoeken. Vragenlijsten moeten aangepast worden aan culturele gevoeligheden en taal om relevante en nauwkeurige gegevens te verzamelen.

42
Q

Wat zijn de voordelen van web-based surveys in vergelijking met traditioneel onderzoek?

A

Web-based surveys bieden meer anonimiteit, wat kan leiden tot eerlijkere antwoorden, vooral over taboeonderwerpen. Ze maken het ook mogelijk om grotere steekproeven te rekruteren dan traditionele methoden.

43
Q

Waarom is het belangrijk dat participanten de mogelijkheid hebben om zich terug te trekken uit een onderzoek?

A

Het is belangrijk dat participanten zich op elk moment uit een onderzoek kunnen terugtrekken zonder enige reden om ervoor te zorgen dat hun autonomie en welzijn worden gerespecteerd, en om angst voor gevolgen te verminderen.

44
Q

Wat houdt een meta-analyse in?

A

Is een techniek waarbij resultaten van alle voorgaande onderzoeken over het te bestuderen onderwerp gecombineerd worden - gemiddelde van verschilscores.

45
Q

Wat zijn de zes regels voor wetenschappelijk onderzoek?

A
  1. Bescherming tegen schade
  2. Informed consent
  3. Rechtvaardigheidsbeginsel
  4. Kosten-baten analyse
  5. Vrijheid om zich terug te trekken
  6. Debriefing
46
Q

Wat zijn R rated films?

A

restricted films: niet geschikt voor onder de 17 jaar > geweld, seksuele inhoud etc.

47
Q

Wat is premarital sex?

A

Seks voor het huwelijk

48
Q

Wat is een meta-analyse?

A

Een statistische methode waarmee de onderzoeker vorige studies kan combineren tot een geheel.

49
Q

Wat zijn de ethische kwesties?

A
  1. bescherming tegen schade, incl. anonimiteit
  2. informed consent
  3. rechtvaardigheidsbeginsel
  4. kosten-baten analyse
  5. vrijheid om terug te trekken
  6. debriefing
50
Q

Wat is een content analyse?

A

Producers die worden gebruikt om valide conclusies te maken over een tekst.

51
Q

Welke interventie wordt gebruikt als voorleesstem?

A

Computer-geassisteerde zelf-interviews (CAZI)

52
Q

Wat houdt convenience sampling in?

A

Voorhanden steekproefselectie

53
Q

Wat is het verschil tussen fMRI en MRI?

A

fMRI = hersenactiviteit door bloedtoevoer - indirecte meting neurale activiteit

54
Q

Wat is het verschil tussen excisie, clitoridectomie en infibulatie?

A

Excisie: Verwijdering van de clitoris en een deel van de binnenste schaamlippen.
Clitoridectomie: Alleen de clitoris wordt verwijderd.
Infibulatie: De genitale lippen worden verwijderd en de vaginale opening wordt gesloten.