Hoofdstuk 13 Flashcards
Wat wilt sexual fluidity zeggen?
Internationaal onderzoek naar seksuele aantrekking, gedrag en identiteit bij adolescenten en volwassenen toont aan dat seksuele oriëntatie geen statische eigenschap is. Er is juist sprake van aanzienlijke flexibiliteit in zowel mannen als vrouwen. Deze flexibiliteit uit zich in verschillende vormen: veel mensen vertonen niet-exclusieve (biseksuele) aantrekking, de acceptatie van homoseksualiteit beïnvloedt de prevalentie ervan, en veel mensen veranderen hun aantrekking in de loop der tijd. Dit komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, hoewel het moeilijk is om exacte verschillen tussen de geslachten vast te stellen.
Wat betekent het label ‘queer’?
‘Queer’ is een zelfgekozen label dat door sommige lesbiennes, homo’s, en biseksuelen (LGB) wordt gebruikt, maar ook door heteroseksuelen die de voorkeur geven aan onconventionele seksuele praktijken.
Wat betekent heteronormativiteit?
Heteronormativiteit is de overtuiging dat heteroseksualiteit de norm is in de samenleving.
Wat is het verschil tussen homofobie en antigay vooroordeel?
Homofobie verwijst naar angst en negatieve gevoelens over homoseksualiteit, terwijl antigay vooroordeel specifieke negatieve attitudes en gedragingen tegenover homo’s en lesbiennes beschrijft.
. Wat betekent heteroseksisme?
Heteroseksisme is het vooroordeel en de minachting die gericht is op LGB personen.
Wat houdt Kinsey’s continuum in als het gaat om seksuele identiteit?
De Kinsey-schaal, ook wel de Heterosexual–Homosexual Rating Scale genoemd, wordt in onderzoek gebruikt om de seksuele geaardheid van een persoon te beschrijven op basis van iemands ervaring of reactie op een bepaald moment . De schaal loopt doorgaans van 0, wat exclusief heteroseksueel betekent, tot 6, wat exclusief homoseksueel betekent.
Wat zegt ‘‘Een Wereld van Verschil, Seksuele Gezondheid LHB in Nederland, Rutgers Stichting, 2013’’?
Te zien in hoeverre cisgender LHB’s (LHB’s die niet transgender zijn) zich tot mensen van het zelfde en het andere geslacht
aangetrokken voelen en hoe zij hun seksuele oriëntatie benoemen.
1. Bij mannen kun je zien dat 91.1% zegt aangetrokken te zijn tot het andere geslacht (= heteroseksueel), maar hun seksueel gedrag bewijst dit maar voor 74%. Echter is de seksuele identiteit nagenoeg wel gelijk met 94%.
2. Bij vrouwen kun je zien dat 83.3% zegt aangetrokken te zijn tot het andere geslacht (= heteroseksueel), en hun seksueel gedrag bewijst dit voor 77.1%. Echter is de seksuele identiteit gelijk aan 85.1%.
Wat beïnvloedt de prevalentie van homoseksualiteit en heteroseksualiteit?
De prevalentie hangt af van hoe je seksuele oriëntatie definieert (aantrekkingskracht, gedrag of identiteit) en de periode waarin de gegevens worden verzameld.
Wat is het verschil tussen seksuele aantrekking en seksueel gedrag?
Seksuele aantrekking verwijst naar tot wie iemand zich aangetrokken voelt, terwijl seksueel gedrag verwijst naar wat iemand daadwerkelijk doet. Deze hoeven niet altijd overeen te komen.
Wat zijn de verschillen in aantrekking, gedrag en identiteit tussen mannen en vrouwen?
Bij mannen identificeert 94% zich als heteroseksueel, maar slechts 74% heeft uitsluitend heteroseksueel gedrag. Bij vrouwen identificeert 85.1% zich als heteroseksueel, terwijl 77.1% uitsluitend heteroseksueel gedrag vertoont.
Wat was de ‘Sin View’ op homoseksualiteit?
Volgens de Sin View (voor de 20e eeuw) werd homoseksualiteit gezien als een zonde of ketterij, net als andere mentale stoornissen.
Wat veranderde in het medisch model over homoseksualiteit in de 20e eeuw?
Homoseksualiteit werd in de 20e eeuw gezien als een ziekte of aandoening en stond tot 1973 in de DSM (handboek voor psychiatrische stoornissen) als stoornis.
Wat zegt het minority stress model over de mentale gezondheid van homoseksuelen?
Het model stelt dat stigma, vooroordelen en discriminatie een stressvolle sociale omgeving creëren, wat kan bijdragen aan mentale gezondheidsproblemen zoals depressie en angst bij LGB-personen.
Waarom kwam er een verbod op conversietherapie?
Conversietherapie bleek niet effectief en leidde vaak tot schuldgevoel en psychisch leed bij LGB-personen. In 2000 gaf de American Psychological Association (APA) een officiële verklaring uit tegen deze therapieën na schandalen over de schadelijke effecten.
Wat is het doel van positieve psychologie met betrekking tot LGB-personen?
De focus ligt op veerkracht en het versterken van mentale gezondheid door sociale steun, hoop en optimisme in plaats van te proberen homoseksualiteit te veranderen.