Hoofdstuk 11 Flashcards

1
Q

Waardoor veranderde de omvang van de informatiestroom in organisaties?

A

Doordat het fotokopieerapparaat massaal werd ingevoerd. Vroeger kon je een tekst maar aan een paar mensen laten zien, dit veranderde. Het had gevolgen voor de wijze waarop de communicatie verliep tussen de regering en journalistiek. In no time zijn fotokopieën vervaardigd en aan de voltallige pers verstrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kun je de specifieke werking van een massamedium goed waarnemen? (4)

A

Door te letten op:

  • mediafuncties
  • nieuwsverschaffing
  • opinievorming
  • amusement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie mediacontacten zijn er?

A
  1. Het tijdsaspect: het moment van ontvangst
  2. De verhouding tussen zenders en ontvangers
  3. De mate van bekendheid van de ontvanger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het eerste mediacontact uit: het tijdsaspect

A

Je kunt mediacontacten opdelen in gelijk en ongelijktijdige communicatie.

(boodschap gelijk ontvangen of ontvanger bepaald zelf het tijdstip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg het tweede mediacontact uit: verhouding tussen zenders en ontvangers (4)

A
  • Is er een relatie tussen enkele zender en enkele ontvanger? Bijvoorbeeld bij telefoongesprek of brief)
  • Of is er een enkel zender en meerder ontvangers (Bijvoorbeeld bij een dagblad, radio)
  • Is er sprake van hoge of lage binding?
  • Hoe betrokken zijn de mediagebruikers?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg het derde mediacontact uit: de mate van bekendheid van de ontvanger

A

Een persbericht verstuurt het dagblad aan abonnees. Dat is point-to-point communication. Je kunt ook een enkele zender hebben en onbekende ontvangers. Dat is broadcast communication

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 4 kenmerken maakt internet zo’n apart communicatiemedium?

A
  1. Open elektronische omgeving
  2. Gemedieerde interpersoonlijke communicatie
  3. Plaatsonafhankelijk gebruik
  4. Multimediaal aanbod
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een browser?

A

Een speciaal grafisch georiënteerd zoekprogramma waarmee je meteen het netwerk op kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acces providers

A

Aanbieders die er voor zorgen dat thuisgebruikers een abonnement kunnen krijgen op internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IP-adres

A

Internet Protocol: Iedere aangemelde computer krijg een adres waarmee hij individueel herkenbaar is. De aanbieder kan op basis van dit persoonlijk nummer op maat gesneden digitale informatie content leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Content

A

Alle informatie die gebruikers of een redactie in een mediaboodschap verwerkt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gemedieerd

A

Verricht met behulp van een medium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Veelvuldig internet hoeft niet altijd slecht te zijn. Leg dit uit

A

Het hoeft niet tot individualisering te leiden maar kan ook sociaal isolement verbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een kenmerk van een klassieke massacommunicatie?

A

Deze is afhankelijk van de beschikbare plaats en tijd van zender en ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vlak voor het jaar 2000 was er een tweede technologische noviteit. Welke was dit?

A

De grootschalige toepassing van multimediasystemen. Bij multimedia gaat het om de combinatie van verschillende representatievormen, zoals tekst, beeld en geluid, in een enkel gevoed medium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoewel het lijkt alsof televisiekijkers zelf kunnen bepalen wat er op het digitale beeldscherm verschijnt, blijven kijkcijfers en sponsorbelangen in het digitale televisietijdperk de dienst uitmaken. Hoe doen ze dit?

A

Voortaan zitten de reclames niet tussen de programma’s maar worden ze ongemerkt verwerkt in de inhoud, door product placement of andere digitale insert-technieken. Hoewel het lijkt alsof we zelf kunnen bepalen wat er op het scherm verschijnt, worden we nog gestuurd door techniek, omroepen en producenten

17
Q

Het verschil van kanaal en medium

A

Kanaal is een combinatie van technologische apparatuur en infrastructuur. Het medium gaat over het cultureel gebruik van inhoud en vorm van een boodschap.

18
Q

Benoem de mediafuncties van televisie (3)

A
  • opinievorming
  • nieuws
  • cultuuroverdracht
19
Q

Wat geloofden de voorstanders van de tv?

A

Ze geloofden in de democratiserende en opvoedende werking van het medium

20
Q

Wat geloofden de tegenstanders van de tv?

A

Ze zagen de kijker als willoos slachtoffer van manipulatie en vermaak

21
Q

Sinds wanneer leven wij in een gemediatiseerde wereld?

A

Sinds de massale verspreiding van televisie. Vanaf toen leefden wij allen in de media

22
Q

Waartoe heeft mediatisering geleid?

A

Het leidde tot een andere mediabeleving van ons mediagebruikers. Het onderscheid tussen werkelijkheid en media is aan het verdwijnen in onze beleving

23
Q

RealityTV

A

Een wonderlijke combinatie van interpersoonlijke en massamediale communicatie, die veel zegt over onze beleving van media explosie

24
Q

Wat betekende de komst van internet voor marketing? (2)

A
  • Klanten kunnen tegen relatief lage kosten op het juist moment en op een persoonlijke manier benaderd worden
  • Producten kunnen gekoppeld worden aan de voorkeuren van de klant, waarmee marketing een enorme impuls krijgt
25
Q

Waarop is redactieformule gebaseerd?

A

Niet zozeer op het leveren van nieuws of commentaar maar op het bieden van een aantrekkelijke informatieomgeving waarin de gebruiker zelf een eigen weg kan zoeken.

26
Q

Waarom verzwakt de positie van de krant?

A
  • Jonge lezers vinden nieuws op internet (gratis)
  • Ook concurrentie vanuit eigen mediumtype: gratis dagbladen

*Het wekt de illusie alsof nieuws niks kost

27
Q

Interactieve televisie

A

De inhoud van tv-boodschap en het moment van kijken zullen meer toegesneden worden op de persoonlijke voorkeuren van individuele kijkers. Dit komt doordat door internet ze beïnvloed en ze passief kijken naar tv.

28
Q

WebTV

A

Televisie en internet gecombineerd door een zogenaamde set top box (software aan het televisietoestel). Naarmate de media-explosie zich door zal zetten, kan een compleet gedigitaliseerde infrastructuur alle vormen van informatie in de vorm van beeld, geluid of tekst doorgeven. Het wachten is op de generatie televisies waarmee je echt online kunt.