De Boer & Brennecke 1 en 2 Flashcards

1
Q

Wat zorgde ervoor dat Communicatiewetenschap tot ontwikkeling kon komen?

A

De interesse voor het domein ‘media en publiek’ en de sterke ontwikkeling op het terrein van de (massa) media leidden ertoe dat binnen de sociale wetenschappen de discipline communicatiewetenschap tot ontwikkeling kon komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar houdt communicatiewetenschap zich mee bezig? (3)

A

Communicatiewetenschap houdt zich bezig met de bestudering van:

  • de maatschappelijke productie
  • distributie
  • en receptie van communicatieboodschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke thema’s zijn belangrijk in het domein van ‘media en publiek’ ? (3)

A
  • Communicatie-effecten
  • Mediabereik
  • Mediagebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar houdt men zich mee bezig binnen het domein ‘media en publiek’ ?

A

Binnen het domein ‘media en publiek’ houdt men zich bezig met processen en verschijnselen die verband houden met de relatie tussen de communicatieboodschap en ontvangerspubliek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke studie ligt het geheel in het perspectief vanuit de zender?

A

Communicatie-effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke studie ligt ook vanuit het perspectief vanuit de zender maar dan in mindere mate?

A

Mediabereik, de kennis die hieruit verzameld wordt zal vooral nuttig zijn voor zenders, die met hun boodschap een specifieke doelgroep willen bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke 2 studies ligt het perspectief bij het publiek?

A

Bij mediagebruik en bij betekenisverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de studie betekenisverlening in?

A

De studie van de wijze waarop het publiek mediaboodschappen gebruikt om betekenis te geven aan concepten, verschijnselen of gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom werd in de WOI op grote schaal propaganda toegepast?

A

Om de haat van de bevolking tegenover de “vijand” aan te wakkeren. Het bleek een bijzonder effectief propaganda- instrument te zijn. Het afschilderen van de vijand als een soort monster maakt dat mensen eerder geneigd zijn het voeren van oorlog tegen die vijand goed te keuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarop werd gedoeld bij het concept propaganda?

A

Op de verspreiding van communicatieboodschappen die tot doel hebben het publiek in de door de zender gewenste richting te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe stimuleerden regeringen het onderzoek naar propaganda?

A

Door opdrachten en financiële ondersteuning te verstrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer kreeg propaganda een negatieve connotatie?

A

Na de tweede Wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vanaf wanneer bleken de verwijzingen naar propaganda in de artikelen weer toe te nemen?

A

In de jaren 90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer werd het Institute for Propaganda Analysis opgericht? En wie was de president en directeur?

A

1937
President was psycholoog Hadley Cantril
Directeur was Clyde Miller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar waren de oprichters en medewerkers van Institute for Propaganda Analysis bezorgd voor?

A

Over de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland en over mogelijke effecten van nazipropaganda op de bevolking van de VS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 7 propagandatechnieken identificeerde het Institute for Propaganda Analysis?

A
  1. Name Calling
  2. Glittering generality
  3. Transfer
  4. Testimonial
  5. Plain folks
  6. Bandwagon
  7. Card stacking
17
Q

Waarom verspreidde het Institute for Propaganda Analysis de beschrijving van de zeven propagandatechnieken aan de bevolking?

A

Om de bevolking te waarschuwen

18
Q

Waarvoor werden de propagandatechnieken door het instituut toegepast?

A

Beïnvloedingsstrategieën die werden toegepast op de nazipropaganda

19
Q

Sales-responsmodel

A

Dit model is sterk informatief, waarbij argumenten interesse voor het product moeten opwekken. In de informatie wordt de nadruk gelegd op gunstige prijswaardeverhoudingen en aanbiedingen

20
Q

Persuasionmodel

A

Bij dit model is het belangrijk nieuwe of nog onbekende productvoordelen over te brengen door middel van reclame

21
Q

Emotionsmodel

A

Door de reclame-uiting wordt ernaar gestreefd associaties tussen merk (of product) en specifieke gevoelens op te roepen.

22
Q

Symbolismmodel

A

Reclame volgens dit model probeert symbolische betekenissen te ontwikkelen zodat consumenten door gebruik van het merk betekenissen over zichzelf kunnen communiceren

23
Q

Relationshipsmodel

A

Bij het relationsshipsmodel gaat het om het ontwikkelen van persoonlijke betrokkenheid door product of merk aan te laten sluiten bij persoonlijke waarden, belangen of interessen

24
Q

Awarenessmodel

A

Bij deze reclamestrategie streven reclamemakers ernaar de bekendheid van het merk/product te vergroten

25
Q

Likeabilitymodel

A

Reclame volgens het likeabilitymodel beoogt een positieve waardering voor reclame te bereiken, waardoor vervolgens ook het product/merk positief gewaardeerd zal worden