hoofdstuk 11

Question 1

attachment

Answer 1

een emotionele band met een specifieke persoon die duurzaam is in ruimte en tijd

Question 2

attachment theory

Answer 2

theorie gebaseerd op het werk van John Bowlby die stelt dat kinderen biologisch vatbaar zijn om gehechtheid aan verzorgers te ontwikkelen als een middel om de kansen op hun eigen overleving te vergroten

Question 3

secure base

Answer 3

verwijst naar het idee dat de aanwezigheid van een vertrouwde verzorger een baby of peuter een gevoel van veiligheid geeft waardoor het kind de omgeving kan verkennen

Question 4

internal working model of attachment

Answer 4

de mentale representatie van het kind van het zelf, van gehechtheidsfiguur(s) en van relaties in het algemeen die is opgebouwd als resultaat van ervaringen met verzorgers. Het werkmodel begeleidt de interacties van kinderen met verzorgers en andere mensen in de kindertijd en op oudere leeftijd

Question 5

strange situation

Answer 5

een procedure ontwikkeld door Mary Ainsworth om de gehechtheid van baby’s aan hun primaire verzorger te beoordelen

Question 6

wat is de secure attachment?

Answer 6

een hechtingspatroon waarbij baby’s of jonge kinderen een positieve en vertrouwende relatie hebben met hun gehechtheidsfiguur. In de vreemde situatie kan een veilig gehechte baby van streek zijn als de verzorger weggaat, maar kan blij zijn om de verzorger terug te zien en snel te herstellen van eventuele stress. Wanneer kinderen veilig gehecht zijn, kunnen ze verzorgers gebruiken als een veilige basis voor verkenning.

Question 7

wat is de insecure/resistent attachment?

Answer 7

een vorm van onveilige gehechtheid waarbij baby’s of jonge kinderen aanhankelijk zijn en dicht bij hun verzorger blijven in plaats van hun omgeving te verkennen. In de vreemde situatie neigen onzekere/resistente baby’s erg overstuur te raken wanneer de verzorger hen alleen in de kamer laat. Wanneer hun verzorger terugkeert, zijn ze niet gemakkelijk getroost en zoeken ze troost en verzetten ze zich tegen pogingen van de verzorger om hen te troosten.

Question 8

wat is de insecure/avoidant attachment?

Answer 8

een vorm van onveilige gehechtheid waarbij baby’s of jonge kinderen enigszins onverschillig lijken tegenover hun verzorger en de verzorger zelfs kunnen vermijden. Als het kind van streek raakt als het alleen wordt gelaten, wordt het net zo gemakkelijk getroost door een vreemde als door een ouder.

Question 9

wat is de disorganized/disoriented attachment?

Answer 9

een vorm van onveilige gehechtheid waarbij baby’s of jonge kinderen geen consistente manier hebben om met de stress van de vreemde situatie om te gaan. Hun gedrag is verward of zelfs tegenstrijdig, en ze lijken vaak versuft of gedesoriënteerd

Question 10

parental sensitivity

Answer 10

zorgverlenend gedrag dat betrekking heeft op het uiten van warmte en voorwaardelijke ontvankelijkheid voor kinderen, bijvoorbeeld wanneer ze hulp nodig hebben of in nood verkeren