Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

wekle categorisering heb je bij een assesmenttest?

A
  • capaciteitentest; voor bepaalde vaardigheden zoals concentratie, logisch redeneren of tekstbegrip.
  • persoonlijkheidsvragenlijst; voor competenties zoals bereidheid tot samenwerken, ambitie of organisatie gevoeligheid
  • kennistest of arbeidsproeven van bekwaamheid; om specifieke professionele kennis te toetsen zoals taalvaardigheden of vakinhoudelijke kennis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houd de assessmentcentermethode in?

A

is een beoordelingsinstrument dat inzicht geeft in de gedragsvaardigheden van personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke assessment mogelijke onderdelen zijn er?

A
  • presentatie
  • postbakoefening
  • tests
  • rollenspel
  • tweegesprek
  • groepsassessment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn tweegesprek tijdens een assessmentcentermethode?

A
  • Commercieel/verkoopgesprek
  • onderhandeling
  • slechtnieuwsgesprek
  • functioneringsgesprek
  • feedbackgesprek
  • coachingsgesprek
  • acquisitiegesprek
  • beoordelingsgesprek
  • adviesgesprek
  • correctiegesprek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houd een groepsassessment in?

A

de groepsdiscussie met meestal 4 a 8 personen. doel ervan om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de voordelen en nadelen van online assessments?

A

voordelen;
kost minder tijd, geeft sneller een uitslag. meerdere kandidaten tegelijk. er is geen gespecialiseerd persoon nodig.

nadelen;
in eerste instantie geen persoonlijk contact. geen enkele controle wie de test en vragenlijsten heeft ingevuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke gedragscriteria worden er in een assessment getoetst?

A
  • flexibiliteit
  • stresstolerantie
  • communicatie
  • sensitiviteit
  • planning en organisatie
  • leiderschap
  • omgevingsbewustzijn
  • creativiteit
  • energie
  • kritisch denken
  • oordeelsverming
  • besluitvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke 3 criteria word er gekeken bij een functieanalyse?

A
  1. biografische criteria
  2. vakinhoudelijke criteria
  3. gedragscriteria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly