hfd 5 toerekeningsvatbaarheid

Question 1

Schuldtoewijzing speelt daarin een centrale rol. Drieledige structuur=

Answer 1

o Faalschuld: schuld in de zin van tekortschieten tov een bovenindividuele norm
o Daadschuld: schuld in de vorm van feitelijk doen en nalaten
o Vereveningschuld: schuld gerelateerd aan een ander (of maatschappij) bij wie men in de
schuld staat

Question 2

rol in strafrecht van drieledige structuur

Answer 2

1. Daadschuld = aard en wijze van de daad
2. Vereveningsschuld = ernst van het feit, maatschappij visie, verwerpelijkheid van gedrag
3. faalschuld = kan de daad worden toegerekend

Question 3

Wat voor uitsluitingsgrond is ontoerekenvatbaarheid?

Answer 3

Schulduitsluitingsgronden

Question 4

Wanneer kan dus een feit niet worden toegerekend?

Answer 4

ot bepaling of iemand niet strafbaar is, als het wegens gebrekkige ontwikkeling of
stoornis niet kan worden toegerekend

Question 5

Keuze en wilsvrijheid?

Answer 5

keuzevrijheid en wilsvrijheid is het vermogen tot reflectie dat deels betrekking heeft
op de cognities (vermogen tot inzicht) en deels op de verlangens (vermogen tot redelijke
doelstelling).
- De keuzevrijheid maakt het dus mogelijk een mens verantwoordelijkheid toe te schrijven.

Question 6

art 39 Sr

Answer 6

• Art 39 Sr stelt dat degene die een feit begaat dat hem wegens ontwikkeling of stoornis niet kan worden toegerekend, niet strafbaar is.
• Gaat hierbij om de vraag of de stoornis het vermogen de handeling achterwege te laten, en daarmee de keuzevrijheid (vermogen tot reflectie) opheft.

Question 7

Art 17a Sr

Answer 7

optie van verminderde toerekeningsvatbaarheid.
- In rechtspraktijk mogelijkheid geboden gradaties in te voeren: schaal van volledige
toerekeningsvatbaarheid naar volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Daartussen: sterk, enigszins
en verminderd toerekeningsvatbaarheid.

Question 8

Voor enige mate van vermindering moet er dus voldaan zijn aan 4 vereisten

Answer 8

1. Aanwezigheid van psychische stoornis ten tijde van het feit die voldoende ernstig is.
2. De wilsvrijheid raakt en formeel doorwerkt in het feit
3. Materieel doorwerkt in het feit, de gedraging en
4. Die zelf niet of in mindere mate verwijtbaar tot stand is gekomen, zodat de betrokkene daaraan zelf geen/mindere mate schuld heef

klassiek model

Question 9

Kritiek op de 4 voorwaarden en dus klassiek model? EN wat is het kritiek op dit andere model?

Answer 9

; toekenning gradaties kan dan niet volgens criteria die voldoen aan die van een
bewijs-gestuurde wetenschap.

MAAR: niet gepast voor behandeladvies in gedwongen strafrechterlijk kader