college 3 en literatuur gelijkheidsvereiste Flashcards
artikel 39 Sr
- Niet strafbaar is hij die een feit begaat wegens gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
- Uitbreiding in 2018: psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening, of verstandelijke handicap.
4 vragen in strafrechtelijk onderzoek?
- bewezenverklaring
- kwalificatie beslissing
- de strafbaarheid (met uitsluitingsgronden)
- strafrechterlijke sanctie
gradaties van toerekenbaarheid tm 2012?
1. Toerekenbaar: De verdachte heeft geen stoornis of de verdachte heeft een stoornis maar deze werkt niet voor het delict.
2. Enigszins verminderd toerekenbaar: De verdachte heeft een lichte stoornis of een stoornis met een geringe doorwerking in het ten laste gelegde feit. Hij kan in mindere mate een straf opgelegd krijgen. Combinatievonnis (straf en tbs) is ook mogelijk. Let op! Deze wordt in praktijk niet meer als gradatie gezien. 3. Verminderd toerekenbaar: De verdachte heeft een psychische stoornis, die een aanzienlijke invloed heeft gehad op de gedraging van de verdachte. Hij kan in mindere mate nog steeds een straf opgelegd krijgen.
4. Sterk verminderd toerekenbaar: De verdachte heeft meerdere stoornissen die in sterke mate hebben doorgewerkt in het strafbare feit. Hij kan in mindere mate nog steeds een straf opgelegd krijgen. Let op! Deze wordt in praktijk niet meer als gradatie gezien.
**5. Ontoerekenbaar: ** De verdachte heeft stoornissen die zijn handelen volledig hebben bepaald. De verdachte had geen wilsvrijheid. Hij kan geen straf opgelegd krijgen (39 Sr), maar wel de maatregel TBS.
Wel kijken naar voorwaarden artikel 37a Sr. ⇒ ⇒ Voor oplegging van de maatregel tbs is vereist dat bij de verdachte een stoornis wordt vastgesteld die bestond tijdens het bepaalde feit
Ruime 4 vragen
- Stoornis is voldoende ernstig
- De wilsvrijheid raakt
- Gelijktijdigheidsvereiste
- Formeel
- materieel doorwerkt van stoornis in het feit
- stoornis die niet of in mindere mate verwijtbaar tot stand is gekomen
Bijlsma reden over causaal verband?
tbs zou niet moeten worden opgelegd zonder causaal verband tussen stoornis en delict
Wat vraagt de rechtbank van de psychiater?
- Wat zijn redenen waarom iemand weigert mee te doen aan onderzoek?
- Is de onderzochte lijdend aan een stoornis en in welke diagnostische zin?
- Was die tijdens het feit ook met die diagnose?
- Heeft die stoornis zijn gedragskeuzes beinvloed tijdens het feit?
- welk advies?
Rol van psychiater aan advies van de rechter
erg duidelijk zijn in je motivering en advies. Duidelijk aangeven wat de rol is van de keuze vrijheid en hoe deze is beinvloed door de stoornis op ten tijde van het feit
De gradaties van toerekening nu en waarom?
eig 5 tm 2012, volledig, verminderd en onvolledig
verminderd; behandeling en gevangenis
vanwege richtlijn - en verwerk dit in je advies aan rechter
beperk vermogen tot inzicht?
persoonlijkheidsstoornis: je bent niet helemaal van de wereld - NIET verminderd vermogen tot inzicht
psychose: ja, wel beperkt
bijlsma
wat is de voor de hand liggende conclusie naar aanleiding van de wetsgeschiedenis over het gelijktijdigheidsvereiste?
dat er geen eenduidige bedoeling van de wetgever kan worden gedistilleerd.
Waarom is er expliciet van afgezien om een causaal verband als wettelijke voorwaarde voor de oplegging van tbs te stellen?
om de flexibiliteit te behouden en enkel de eis van gelijktijdigheid te handhaven.
Wat is de conclusie van Hofstee over het gelijktijdigheidsvereiste en het causaal verband?
is dat de wetgever een causaal verband veronderstelde, maar dit wordt gezien als gebaseerd op een selectieve weergave van de wetsgeschiedenis.
Hoe heeft de Hoge Raad artikel 37a Sr geïnterpreteerd met betrekking tot gelijktijdigheid van stoornis en delict?
at er slechts gelijktijdigheid van stoornis en delict moet worden vastgesteld voor het opleggen van tbs, zonder een causaal verband te vereisen.
Wat meent Nieboer (1970) over de mate van schuld en het causale aandeel van de psychische stoornis in het delict?
niet eenduidig zijn vast te stellen en dat dit een complexe beoordeling blijft.
Hoe beschrijft Mooij (2007) de relatie tussen stoornis en delict?
als een complexe en niet altijd duidelijk vast te stellen verband, waarbij het bestaan van een stoornis niet automatisch betekent dat het delict hierdoor is veroorzaakt.