Herkansing shit Flashcards

1
Q

Wat is Propper’s zijn visie?

A

sluit aan bij het objectivisme:

Theorieën zijn met elkaar te vergelijken. We kunnen dichter bij ‘de waarheid’ komen door ze
te toetsen aan de ‘harde feiten’ en onjuiste theorieën weg te gooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Kuhn’s visie?

A

Sluit aan bij constructivisme:

Het ene paradigma (zie p. 637) is niet beter dan het andere. Ze zijn incommensurable
(onverenigbaar, “incompatible”). Een paradigmawisseling brengt ons niet dichter bij ‘de
waarheid’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een paradigmwisseling?

A
(paradigma = denkraam)
• De Copernicaanse revolutie
• Darwin’s evolutietheorie
• Continentale drift-theorie
→ zie vb. konijn/eend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een falsificatie?

A

Een oplossing voor een inductieprobleem.

We hebben niet zo veel aan een bevestigende observatie (“ik zag vandaag weer een witte
zwaan”), maar wel aan een weerlegging (“ik zie nu een zwarte zwaan”).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een confounding variable

A

Confounding variabelen zijn variabelen die andere variabelen beïnvloeden op een manier die valse of vervormde associaties tussen twee variabelen produceert. Ze verwarren de “echte” relatie tussen twee variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een populatie?

A

de gehele groep cases (of ‘units’) waarnaar je wilt

generaliseren, waarover je algemene uitspraken wilt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is inter rater reliability/ Inter-observer consistentie/ intercodeur-betrouwbaarheid?

A

In hoeverre codeurs het met elkaar eens zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een Kwantitatieve inhoudsanalyse (content analysis) (automatische inhoudsanalyse)?

A

Een systematische techniek om de inhoud van teksten te onderzoeken
• “Tekst” kan elke vorm van communicatie en elk soort bericht zijn (boeken, websites,
schilderijen, gebaren, muziek, tweets, films etc.)
• Hoofdvraag: Welke boodschap wordt overgedragen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het stappenplan van een inhoudsanalyse?

A

(0-2) Onderzoeksvraag, theorie, hypothese.
(3) Design: onderzoeksontwerp.
(a) bepaal analyse-eenheden (cases)
(b) welke periode, hoeveel meetmomenten? (tijd)
(c) operationalisering: maak een coding manual = codeboek.
(d) steekproeftrekking: selectie van bronnen.
(e) training van codeurs, reliability check = betrouwbaarheidsanalyse.
(4) Dataverzameling (coding)
Manifest en latent coderen
Manifest = duidelijk, zichtbaar, evident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van een inhoudsanalyse?

A

• Unobtrusive (“non-reactief”)
• Gegevens relatief goedkoop en makkelijk te verzamelen
- Over het algemeen is veel materiaal beschikbaar, er is veel vastgelegde
menselijke communicatie.
- Relatief gemakkelijk om longitudinaal onderzoek te doen.
- Relatief gemakkelijk om data verzameling te herhalen (“terug te gaan naar je
data”). Het is mogelijk om elk detail terug te vinden in je bestand met ruwe gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de nadelen van een inhoudsanalyse?

A

(1) Interpretatie (door codeurs) is soms lastig.
(2) Beperking: beschikbaarheid en kwaliteit van de documenten.
Ad.2
• Beschikbaarheid: de communicatie moet ergens genoteerd, opgeslagen of
vastgelegd zijn.
• Kwaliteit: Dit hangt ook van de onderzoeksvraag af
Wil je bijv. op basis van mediabronnen een uitspraak doen over de “echte toestand” in de
wereld of over “het debat in de media”?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een secundaire analyse

A

• Primaire data is data die je zelf hebt verzameld, secundaire data is data die een
andere onderzoeker heeft verzameld.
• Secundaire analyse is het gebruik onderzoeksgegevens die anderen hebben
verzameld (en al geanalyseerd).
25
• Lijkt sterk op het gebruik van official statistics.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voordelen van secundaire analyses?

A

• Snel en goedkoop!
• De kwaliteit van de gegevens is meestal hoog.
• Een longitudinale analyse is vaak mogelijk.
• Een cross-nationale analyse is vaak mogelijk.
• Voor unobtrusive onderzoeksmethodes geldt natuurlijk als extra voordeel: geen reactivity.
• Officiële statistieken zijn meestal unobtrusive.
• Bij hergebruik van gegevens van andere onderzoekers is dit niet altijd het geval.
Secundaire analyse van survey- gegevens is natuurlijk wel “prone to reactivity” (vatbaar voor
reactiviteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn nadelen van secundaire analyses?

A

• Onbekendheid met de gegevens (lack of familiarity with data).
• Geen controle over de verzameling en kwaliteit van de gegevens. De beschikbaarheid van
de gegevens stuurt je onderzoeksvraag.
• Meestal complexe data. Bijvoorbeeld: hiërarchische data structuur (hierarchical data sets).
JM: maar dit kan juist ook een voordeel zijn! Bijvoorbeeld: liggen de oorzaken van
verschillen in leerprestaties tussen leerlingen vooral bij individuele kenmerken (bijv.
intelligentie) of kenmerken van de school (bijv. soort beleid, onderwijsvisie)?
• Officiële statistieken zijn vaak macro-gegevens, geen micro-gegevens. Let dus op
ecological fallacy!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een biografische interview?

A

Een biografisch interview moet je zien als een vraaggesprek over het leven en de identiteit van een hoofdpersoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een biografische interview?

A

Een biografisch interview moet je zien als een vraaggesprek over het leven en de identiteit van een hoofdpersoon

16
Q

Wat is postionaliteit?

A

Bewust zijn van je eigen normen en waarden

17
Q

Wat zijn de vier componenten van thrustworthines?

A

credibility, dependability, transferability, and confirmability.

18
Q

Wat is autenticity?

A

Authenticiteit is de mate waarin onderzoekers getrouw een reeks verschillende werkelijkheden laten zien en de gevoelstoon van levens overbrengen zoals ze worden geleefd.

19
Q

Wat is ecologische validiteit?

A

Is een kunstmatige setting wel vergelijkbaar met de “normale” wereld?
- Is de conclusie van mijn onderzoek ook van toepassing op de gang van
zaken in het dagelijkse leven?
- Dit is “a feature in relation to which qualitative research fares rather well”
(p.44)
- Naturalisme: a style of research that seeks to minimize the intrusion
[=verstoring] of artificial methods of data collection.