HC9 - Tweeweg ANOVA Flashcards

1
Q

Wat is een tweeweg ANOVA?

A

Het vergelijken van gemiddelden van meer dan twee groepen op twee (of meer) onafhankelijke variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de andere benaming?

A

Meerweg of factoriële ANOVA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom gebruiken we een tweeweg ANOVA?

A

Afhankelijke variabelen zijn meestal niet afhankelijk van één iets, daarom interesse in meerdere theorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is H0 bij tweeweg ANOVA?

A

Alle groepsgemiddelden zijn gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is H1 bij tweeweg ANOVA?

A

Er is minimaal een groep die afwijkt van de rest. LET OP: elke factor plus de interactieterm krijgen eigen hypothese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van een interactieterm bij een tweeweg ANOVA?

A

Deze vergelijkt alle groepen apart, zijn eventuele verschillen in uitkomst dan anders voor de twee groepen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er geen sprake van significante interactie?

A

Dan is het effect hetzelfde voor twee of meer niveau’s van de andere onafhankelijke variabelen. De lijnen lopen dan parallel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is er sprake van significante interactie?

A

Dan is het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele anders voor niveau’s van de onafhankelijke variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer interpreteren we de hoofdeffecten?

A

Als er geen significante interactie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer gaan we over op een factoriële ANOVA?

A

Bij toevoeging van nog meer onafhankelijke variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer gebruik je een tweeweg ANOVA?

A

(1) als je geïnteresseerd bent in het hoofdeffect van twee of meer categorische variabelen of (2) als je geïnteresseerd bent in de interactie tussen twee factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke analyse voeren we uit als het interactie-effect significant is?

A

Enkel een simple effects analyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke analyse voeren we uit als de hoofdeffecten significant zijn (en we deze interpreteren omdat de interactie niet significant is)?

A

Een post hoc analyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt een simple effects analyse?

A

Je controleert dan per niveau van de ene factor of de groepen van de andere factor van elkaar verschillen, deze corrigeren we met Bonferonni.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is het nuttig om een post hoc analyse uit te voeren bij een tweeweg ANOVA?

A

Als er een significant hoofdeffect is of als de interactie niet-significant is. Enkel nuttig bij factoren met minimaal 3 niveau’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de assumpties voor een tweeweg ANOVA?

A

(1) onafhankelijke observaties (2) interval/ratio afhankelijke (3) categorische onafhankelijke (4) homogeniteit van groepsvarianties (5) waarden binnen groepen zijn ongeveer normaal verdeeld en hetzelfde.