HC3 Flashcards

1
Q

Wat is een betrouwbaarheidsinterval?

A

Een symmetrische buffer rondom de gevonden samplewaarde, die wordt weergegeven adhv de standard error en Z-score. Geeft een indicatie van de significantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kunnen we afleiden van een betrouwbaarheidsinterval?

A

Deze geeft een foutmarge of onzekerheidsmarge van de interpretatie, helpt bij het opsporen van significante effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereken je een betrouwbaarheidsinterval?

A

Zie: Z-score afleiden van gewenst signficantiepercentage. Dan Z-score vermenigvuldigen met de standard error.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent een betrouwbaarheidsinterval van 95%?

A

Dat als je 100 samples trekt, hiervan in 95 gevallen de gevonden populatiewaarde daadwerkelijk binnen het betrouwbaarheidsinterval valt. OF: er is 95% kans dat het werkelijke gemiddelde van de populatie binnen het betrouwbaarheidsinterval valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is de breedte van een betrouwbaarheidsinterval afhankelijk van?

A

(1) spreiding in je data, (2) grootte van je sample, (3) hoeveel foutmarge je accepteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent een smaller betrouwbaarheidsinterval?

A

Dat je met meer zekerheid uitspraken kan doen over de gevonden populatiewaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet je betrouwbaarheidsinterval eruit bij veel spreiding in je data?

A

Breed. OOK: een hoge standaarddeviatie en standard error.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet je betrouwbaarheidsinterval eruit bij een grote sample?

A

Smal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het simpelste model binnen de statistiek?

A

Het gemiddelde. Dit is de waarde waarbij de afwijking in je model het laagst is, de start van elk model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is je model een goede ‘fit’?

A

Als je error (het onverklaarde deel) zo klein mogelijk is tov het deel dat je model verklaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent een model (uit)bouwen?

A

Meer onafhankelijke variabelen toevoegen, hierdoor wordt de error kleiner en de schattingen van je model accurater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de test-statistic (toets-statistiek)?

A

Uit elke toets komt een test-statistic, deze geeft de verhouding tussen effect en error weer (en dus hoeveel je model verklaard). Deze heeft een bijbehorende p-waarde. Geeft op een gestandaardiseerde manier weer hoe groot het effect is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de P-waarde?

A

De overschrijdingskans van de test-statistic, bij een kleine p-waarde hebben we voldoende vertrouwen in het model om H1 aan te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een Type 1 fout?

A

Hierbij concludeer je onterecht dat er een effect is en neem je H1 aan. Je verwerpt dus H0, terwijl deze eigenlijk waar is (=valse positief).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Type 2 fout?

A

Hierbij concludeer je onterecht dat er geen effect is en verwerp je H1, terwijl je H0 aanneemt en deze eigenlijk niet waar is (=vals negatief).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is er sprake van P-hacking?

A

Als je je data zo manipuleert dat je een significant effect vindt, dus bewust op zoek naar een effect.

17
Q

Wanneer is er sprake van een Family Wise Error?

A

Als je meerdere toetsen uitvoert op dezelfde data, hierdoor neemt de kans op een type 1 fout toe.

18
Q

Hoe corrigeer je een Family Wise Error?

A

Met de Bonferonni correctie, je deelt dan het originele significantieniveau door het aantal toetsen voor een aangepast significantieniveau.

19
Q

Hoe kun je obv een betrouwbaarheidsinterval concluderen dat er een significant effect is? (In SPSS).

A

Als de 0 niet binnen het interval valt, dan is het effect van de toets dus sowieso groter dan 0.