HC4: Middeleuwen + Moderne Tijd Flashcards

1
Q

Middeleuwen: algemene karakterisering

A
  • duister
  • feodalisme: grondbezit = macht
    obsessie: verlangen naar heil en angst voor de hel

alles indelen in goed en kwaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Augustinus: Kennis door?

A

kennis door het goddelijke licht: god is oorsprong van ware kennis

  1. modellen (exemplaria) in de geest van god
  2. schepping: verwerkelijking van deze gedachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

augustinus: wat is illuminatie?

A

inzicht dankzij het licht van goddelijke waarheid

-> waarheid NIET door menselijke rede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Augustinus: Analyse van de Tijd in 3 stappen

conclusie?

A
  1. welke probleme roept het vraagstuk op?
  2. wat zeggen de grote denkers?
  3. filosofische analyse

“tijd is de uiteenstrekking van de ziel”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Augustinus: ontdekking van de wil

vergelijking met oude grieken

A

grieken: juist inzicht -> juist handelen

Aristoteles: mens = rede (zoek naar waarheid)

+ verlangen ( gericht op het goede)

Augustinus: + de wil

de wil is in strijd met de rede, het verlangen EN zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een deugd volgens Augustinus?

A

deugd = goede kwaliteit van geest

  • door die men juist leeft
  • niet ten kwade wordt gebruikt
  • die god in ons zonder ons bewerkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Petrarca: periodisering (3 periodes)

A
  1. antieke oudheid - klassieke beschaving
  2. middeleuwen - tijd van intellectuele stilstand
  3. tijd van petrarca - wedergeorte van de klassieke beschaving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Goude jaren van de arabische wereld

wat probeerde Averroes?

A

poging om aristoteles in overeensteming te brengen met de islam

-> Vader van de verlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat probeerde Thomas van Aquino?

A

conflict tussen christelijke traditie en aristoteles weg te nemen

  • > de natuurlijke rede leidt tot god, maar heeft geen adequate kennis van god
    bv. onbewogen beweger als godsbewijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thomas van Aquino: filosofische waarheid vs waarheid van het geloof

A

kunnen principieel niet in strijd zijn -> beide hebben hun oorsprong in god

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deugdethiek van Thomas v. Aquino: 2 soorten deugden

A
  1. intellectuele en morele deugden
  2. theologale deugden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Thomas van Aquino: laatste poging voor wat?

wat was na hem?

A

laatste poging om kloof tussen filosofie en theologie te dichten

na thomas: hongersnood, zwarte dood etc

-> eind van middeleuwse renaissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Moderne Tijd: 4 perioden

A
  1. renaissance - ontdekking van de mens
  2. nieuwe tijd - wending naar het subject
  3. verlichting - verstand en rede centraal
  4. romantiek - gevoelens en authenticiteit centraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

algemene kenmerken Renaissance

A
  1. herleving klassieke cultuur
  2. verzet tegen scholastiek en kerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Francesco petrarca

A
  1. via augustinus: aandacht voor het innerlijk
  2. ontdekking van de mens (ipv. god)
  3. geloof in god benaderd door ontdekking van “ik”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Machiavelli: mensbeeld?

3 kenmerken van politiek denken

wat is volgens hem het belangrijkste doel van het staatsbestel

A

pessimistisch mensbeeld

kenmerken van politiek denken:

  1. amorele visie (niet immoreel)
  2. realisme
  3. pessimistische visie op de mens (wel met mogelijkheden)

belangrijkste doel van het staatsbestel: niet rechtvaardigheid

17
Q

Erasmus: wat is de essentie van etiquette?

A

essentie: fouten van anderen gemakkelijk door de vingers zien, maar zelf in niets tekort schieten