HC2: Plato, Socrates etc Flashcards

1
Q

Wat zijn

Mythos

Logos

Theoria

A

Mythos: symbolische verhalen over goden en helden -> gebruikt om vragen te beantwoorden

Logos: het uitleg, een manier van rationeel verklaren -> begin van de filosofie

Theoria: afstandelijk en belangeloos waarnemen en beschrijven van de werkelijkheid -> los van praktische toepassingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de eerste filosofen 3 kenmerken

A
  1. vertrouwen op de ratio
  2. zoeken naar de natuurlijke oorzaken van de dingen
  3. abstraheren van de concrete werkelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pythagoras: op zoek naar ?

toevoeging aan kenmerken van filosoof?

A

hij was op zoek naar een oerwet in getalsmatige verhoudingen

voegt toe: voortdurend doorvragen en geen genoegen nemen met pasklare antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Socrates: 2 soorten vragen

A
  1. Betekenisvraag: wat bedoel je?
  2. Waarheidsvraag: klopt het?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de socratische kwestie?

A

Socrates als figuur in platos verhalen

-> wat zijn de woorden van socrates en wat is plato’s eigen visie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Plato: 2 elementen in de psyche

A
  1. rationele gedeelte -> denkt na
  2. irrationele gedeelte -> seksuele prikkeling, honger, dorst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Socratisch Gesprek: 2 methodische inzichten

A

gebruik maken van

  1. elenchus - weerlegging
  2. anamnese - wederherinnering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Socratisch gesprek: verloop

A

Regressieve Abstractie in 5 stappen

  1. uitgangsvraag stellen
  2. voorbeeld kiezen uit ervaring
  3. kernbewering opstellen
  4. zoeken naar rechtvaardiging
  5. rechtvaardiging controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Socrates vs Gorgias/sofisten

wat was het hoogst mogelijk kennisniveau?

A

Gorgias: Mening is hoogst mogelijk kennisniveau

doel: gelijk krijgen

Socrates: Weten is hoogst mogelijk kennisniveau

doel: gelijk hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Plato is op zoek naar ware kennis -> waarom?

A
  1. afzetten tegen sofisten
  2. moraal is kwetsbaar, gebaseerd op meningen en overtuigingen
    - > morele opvoeding moet gebaseerd zijn op ware kennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Plato’s kentheorie: 4 manieren van kennen

A

in 2 domeinen:

1.Domain van het zichtbare

A. Voorstellingen

B. concrete verschijnselen

2.Domein van het kenbare

A.Object van het redenered denken

B.dingen denkend genomen (idee)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Plato: echte kennis

ivm met socratisch gesprek

A

Echte kennis is een zaak van herinneren (Ideeenleer)

Ook in socratisch gesprek: kennis is al latent aanwezig

socrates als verloskundige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plato: wat wordt met bedoelt met “de lichaam is de kerker van de ziel”

A

zonder binding aan het lichaam zou de ziel de ideeenwereld binnen kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat was socrates daimonion?

A

Een innerlijke stem die hem bij alles begeleide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly