HC3: Aristoteles Flashcards
Aristoteles: Kennis door?
kenmerken kennis
Kennis door observatie
kenmerken: geen echte, onveranderlijke kennis
maar -> ervaringskennis van concrete dingen
Aristoteles: 2 categorien ervaringskennis
- accidenties: toevallige eigenschappen van de dingen
- substanties: fundamentele bestanddelen van de werkelijkheid
- > “dragers” van afzonderlijke eigenschappen
substanties bestaan uit?
uit vorm en materie
vorm: het wezen van de substantie
materie: het materiaal waarvan de substantie is gemaakt
uitleg: het wezen van de substantie
het wezen bestaat niet op zichzelf
kan wel in ons kenvermogen afzonderlijk beschouwd als begrip
maar in werkelijkheid altijd gematerialiseerd
Echte kennis volgens Aristoteles
hoe wordt deze kennis verkregen?
Gaat niet over individuele substanties, maar over de vorm: het universele wezen
echte kennis verkregen door abstractie in 2 vormen:
- de materialiseren - substantie ontdoen van materie
- de individualiseren - substantie ontdoen van toevallige kenmerken
met resultaat: onveranderlijke kennis van doel/functie van substanties
Plato vs. Aristoteles - 3 verschillen
- waar vinden wij de ware werkelijkheid?
- wat is de plaats van kennis ten opzichte van ervaring?
- kennis door?
(1)
Plato: transcendentie
Aristoteles: immanentie
(2)
Plato: a priori - van Idee naar ervaring
Aristoteles: a posteriorie - van ervaring naar kennis
(3)
overeenkomst: kennis door denken
maar
Plato: denken via redeneren en dialectiek
Aristoteles: denken via dematerialiseren en deindividualiseren
Aristoteles en de ziel
definitie ziel
3 vormen van de ziel
Ziel is de vorm van het materiele lichaam
- vegetatieve ziel (planten)
+ gewaarwordene ziel (dieren)
+ redelijke ziel (mensen)
In het spoor van Aristoteles ivm met de ziel
conceptualiseringen van de begrippen
- lichaam
- ziel
- geest
- lichaam: het organisme dat dankzij de ziel zorgt voor levensprocessen
- ziel: geheel van aan het lichaam verankerde ervaringen zoals stemmingen, emoties en gevoelens
- geest: individualisering van zielservaringen en abstractere vermogens zoals denken
wat is eudaimonia?
welzijn/geluk
hierop is de deugdethiek van aristoteles gebaseerd
definitie deugd volgens aristoteles
een karakterhouding die ons in staat stelt een verstandige keuze te maken die in het midden ligt
deugdzaam: wat is het niet?
- niet het tegengestelde van ondeugend gedrag
- niet associeren met burgerlijk of braaf
3 centrale vragen van de ethiek
- wat is goed handelen?
- wanneer is iemand een goed persoon?
- wat is een goede samenleving?
3 klassieke stromingen in de ethiek
- deugdethiek: karaktereigenschappen van personen staan centraal -> doel: ontwikkelen van deugden -> mensen zullen dan goed handelen
- plichtsethiek: algemeen geldende regels en plichten staan centraal -> persoon handelt goed als zijn intentie overeenkomt met een algemeen geldende plicht
- gevolgenethiek: uitkomst van handeling staat centraal -> handeling is goed als gevolgen positief zijn
Vormen van een deugd (volgens aristoteles)
in 2 stappen
- vermijden van extremen -> goed midden vinden
- imitatie van voorbeelden van gepast handelen
- >gebruik maken van phronesis
wat is phronesis?
+ 4 kenmerken
is een vorm van redeneren: “moreel gevormde verstandigheid”
- centraal staat uniek, concreet geval
- geen logische afleiding, maar resultat van afwegingen
- ethische dimensie
- bemiddeling tussen vuistregels en unieke situatie
phronesis staat tegenover andere vormen van redeneren bv. theoretische kennis