hc4 aquino Flashcards
rede versus geloof
Rede en geloof hebben eigen domein, maar overlap in het feit dat het geloof rationeel en onvermijdelijk kan zijn. Daartoe heeft hij godsbewijzen. Rede kan nooit helemaal doordringen in mystieke waarheid van geloof, dat wordt pas in hiernamaals duidelijk, maar rede kan het wel plausibel maken.
Ze zijn niet tegengesteld maar compatibel, al hebben ze wel hun eigen domein (die overlappen wel deels) en hun eigen waarheid.
Domein van de rede
Domein van de rede is meer gebaseerd op zintuiglijke ervaring en is sterker gebaseerd op natuurlijke wereld.
Domein van het geloof
Zijn sterker verbonden met goddelijke waarheid en het hiernamaals.
De onbewogen beweger
Aristoteles en Aquino
Aristoteles stelde dat er een eerste oorzaak moet zijn, die zelf geen oorzaak heeft, de onbewogen beweger. Het is niet religieus, maar komt voort uit zijn logica van causaliteit. Thomas van Aquino maakt hier vervolgens iets religieus van, het is de God of de Schepper, dat is het godsbewijs. Er moet iets geweest zijn dat alles in beweging heeft gezet en dat moet God geweest zijn, zo kan de rede het geloof ondersteunen.
Aquino over de staat
ontleend uit Aristoteles
Aquino is het eens met Aristoteles over:
- De staat is vooral een organische eenheid waarmee burgers sterk vergroeid zijn
- De staat zou orde het algemeen belang moeten nastreven.
Aquino is het niet ieens met Aristotels over:
- De ultieme realisering van de menselijke potentie, mens als politiek dier, het best tot uiting kan komen in kleine politieke zelfbesturende gemeenschap. Aquino vindt die gedachte te beperkt, hij vindt dat de mens als uiteindelijk doel gericht is op de transcendente werkelijkheid, op God en verwijst daarmee naar de bovennatuurlijke orde, hij gaat daarmee voorbij aan Aristoteles’ idee.
De deugden die door Aristoteles zijn besproken vindt hij belangrijk (bescheidenheid, zelfbeheersing), maar voegt daaraan nog christelijke waarden toe (geloof, hoop, liefde), voor het christelijk leven met dat transcendente doel. Uiteindelijk is de gemeenschap waarop je gericht bent, waarin je een sociaal en politiek dier bent, dat van de christelijke gelovigen. Mensen zijn gericht op elkaar en op samenwerking, maar hebben ook structuur nodig en daarmee ook wetgeving en een politiek systeem.
Rechtstheorie en de variaties van wetten
Wat is de rechtstheorie?
Een poging tot het natuurlijke en het bovennatuurlijke met elkaar te verbinden, via een hierarchie van 4 type wetten:
- De eeuwige wet
- De natuurwet
- De goddelijke positieve wet
- De menselijke positief wet
De eeuwige wet
Universum zoals god begrijpt. Deze wet moet je op twee manieren interpreteren.
- desceptieve deel: het zijn wetten die de werkelijkheid beschrijven zoals het functioneert
- prescriptief: normatieve wetten, wat men zou behoren te doen. Hierin wordt men gestuurd hoe te gedragen.
De natuurwet
Mensen zijn rationeel en kunnen daardoor een deel van de eeuwige wet kennen, datgene dat op ons van toepassing is, dat deel van de eeuwige wet is de natuurwet.
Die natuurwet is ook geen cognitief gegeven, het heeft een normatief aspect dat stelt dat we ons moeten gedragen zoals van ons verwacht wordt in algemene bewoordingen, niet heel concreet.
Natuurwet komt neer op de Gouden regel, het principe van wederkerigheid: behandel anderen zoals jij behandelt wil worden (wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet).
goddelijke postieve wet/recht
'’postief recht’’
Wetgeving wordt door wetgever geformuleerd zodat het concreet wordt. De wetgever bij de goddelijke positieve wet is God, via de openbaring van het oude en nieuwe testament en bij de menselijke positieve wet is dat de menselijke wetgever.
Zij lossen in beide gevallen probleem van onduidelijkheid op (goddelijke wet bijv. met 10 geboden) en meer bekrachtiging, er zal een afrekening komen als je gouden regel niet naleeft (zelfs bij het smeden van moordplannen kan je in de hel komen en als je moord zul je door je medemensen terecht gesteld worden).
wat specifiek hieraan is dat het goddelijke recht, spreekt niet alleen uit over het gedragen maar ook intenties en gedachten.
problemen met de wet
- interpretatie
- gebrek aan motivatie
het menselijke positief wet/recht
De wetten zoals die worden uitgegeven door de wetgever:
- wetten zijn in lijn met het natuurrecht, het algemeen belang en met Gods plan.
Als wetten en wetgever niet in lijn liggen met het boven genoemde, verliezen zijn authoriteit en legitimiteit. Het is dan geen wet meer en je hoeft je er niet meer aan te houden. Het is niet meer rechtvaardig.
Waarin verschilt Aquino met Aristoteles
RECHTSTHEORIE EN DE VARIATIES VAN DE WETTEN
Aquino roept expliciet op tot verzet tegen rebellie. Wetten verliezen ook autoriteit als ze niet datgene bereieken dat ze zeggen te doen. Rechten en wetten zijn enkel rechtvaardig als die in lijn zijn met christelijke waardes, zoals liefdadigheid.
Het thomisme, privé-eigendom
RECHTSTHEORIE EN DE VARIATIES VAN DE WETTEN
Privé-eigendom is beperkt (overeenstemming met Locke), niet absoluut en moet in bepaalde situaties wijken. Er zijn volgens Aquino verschillende graderingen van onjuistheid. Als de armen niks meer te eten hebben gaat het eigendomsrecht volgens Aquino niet langer op, is niet in lijn met natuurwet en dus wordt eigendom van rijken in lijn met natuurwet nu ook eigendom van de armen.
De noodzaak van een overheid alsdus Aquino
Net als Aristoteles vindt Aquino dat de mens van nature een politiek en voegt hij toe sociaal dier is. De mens is uitgerust met logos, met rede en logos betekent ook spreken, op basis van dat alle mensen een rede hebben zijn ze erop gericht met elkaar samen te werken, ze zijn gericht op coöperatie. Maar men kan niet zonder juridische autoriteit.
Welke institutievorm vertegenwoordigt Aquino?
Die eenheid van het algemene belang is volgens Aquino zo belangrijk dat die gerepresenteerd moet worden door een persoon, de monarch, Aquino vertegenwoordigt de monarchie.
Als leiders gericht zijn op eigen belang zal die corruptie leiden tot uit elkaar vallen gemeenschap. Legitimatie voor de monarchie is dat we onszelf in 1 punt moeten kunnen zien en dat ons verenigt, het heeft daarin symbolische waarde. Koning moet algemeen belang vertegenwoordigen.