hc 11 hegel Flashcards

1
Q

De staat volgens Hegel

A

De staat is voor hegel de politiek en juridische structuur als de cultureel en religeuze samenleving. Dit maakt hem anders dan de andere politiek filosofen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hobbes vs Locke vs Hegel

A

Hobbes: benadrukt dat we uit de natuurtoestand moeten komen, we moeten ons beschermen tegen elkaar. Dit moet de levithan doen.
Locke: benadrukt dat we niet alleen voor elkaar maar ook beschemrd moeten worden voor een dominerende overheid.
Hegel: benadrukt dat de staat nodig is voor, het is een voorwaarde voor besef en betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hegel ligt ten grondslag van het nationalisme. Leg uit.

A

De natie en de staat moeten samenvallen. De staat die hegel verdedigd is anders dan dat liberalen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

burgerlijke maatschappij

A

economische relaties gebaseerd op eigen belang, instrumentele verhoudingen, systeem van behoeften, associatie met liberale theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

concept van vrijheid

liberaal, negatieve vrijheid

A

A = persoon
X = belemmeringen
Y = doel

A is vrij van X om Y te doen

Bij het liberalisme is er enkel focus op de X, je moet vrij zijn van belemmeringen. Er wordt niet gekeken naar Y.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

concept van vrijheid

positieve vrijheid

A

A = persoon
X = belemmeringen
Y = doel

A is vrij van X om Y te doen

Er wordt gekeken naar Y, om een betekenisvolle vrijheid te hebben. Die niet alleen in teken staat van het volgen van je eigen verlangens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Y volgens Hegel

A

De eindterm moet bepaald worden door rationele cultuur. Een cultuur die een bepaalt stadium bereikt heeft en richting kan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Y volgens Hegel

A

De eindterm moet bepaald worden door rationele cultuur. Een cultuur die een bepaalt stadium bereikt heeft en richting kan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De hogere zelf van Hegel

A

Wordt geidentificeerd door een waarde cultuur, een rationele cultuur. Niet elke cultuur past is rationeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kritiek op Kant door Hegel

op categorisch imperatief

A

Hegel vindt deze benadering van moraal veel te rationalistisch, formalistisch (mist inhoud) en de motivatie en niet wordt meegenomen, een onderdeel van consequentialisme, we moeten terug naar het idee van de staat waar hrt substantieel wordt ingevuld als een staat van zedelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Categorisch imperatief

A

Bij Kant denken we vooral aan categorische imperatief (handel slechts volgens maxime waarvan je tegelijk zou kunnen willen dat ze bestaan als algemene wet), dat is de kern van moreel handelen. Als je op het punt staat gedrag te vertonen dat doet denken aan parasiteren zou deze imperatief daar een stokje voor moeten steken: ‘’immoreel handelen is irrationeel handelen omdat jezelf tegenspreekt.’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rationele cultuur

A

de waarde horizon is alleen betekenisvol wanneer er een rationele cultuur is. een rationele cultuur is een cultuur dat vrijheid mogelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wereldgeest ontwikkelt zich door ons

A

Er is een goddelijke substantie aanwezig. God kan zich alleen ontwikkelen in de menselijke geschiedenis, en valt samen met het menselijke bewustzijn.

Beschavingen en samenlevingen en staten worden gezien als media waardoor de geschiedenis zich ontwikkelt. Sommige staten of samenlevingen zijn minder ver dan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vier typen van beschaving

A

Hegel vergelijkt het oosten, de grieken en romeinen en de germaanse wereld met elkaar. Hierin ziet hij de germaanse wereld als perfect, want ieder is hier vrij. hier kan de mens zich echt ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hegel over geweld

A

Geweld is nodig om tot een hoger stadia te komen. . Slachtoffers die vallen in zo’n oorlog zijn een noodzakelijk offer zodat de geest zich verder kan ontwikkelen. Elk stadium is noodzakelijk om tot een volgende te komen.

Zo zijn wereld historische figuren zoals Cesear, Hitler en Napoleon nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Despotisme

A

de kindertijd van de ontwikkeling van de staat (oosterse beschaving, waarin slechts 1 vrij is: de absolute despoot is aan de macht, zelfs voor die ene persoon is er slechts beperkte vrijheid omdat er nog geen culturele context is is de despoot overgeleverd aan zijn verlangens)

16
Q

Democratie

A

adolescentie van de geschiedenis (Griekse beschaving, waarin meer mensen vrij zijn, maar dit is nog steeds een te beperkte groep en is het zelfbewustzijn nog te weinig geaccepteerd)

17
Q

Aristocratie

A

volwassenwording van de geschiedenis (Romeinse beschaving, mensen worden drager van juridische rechten, maar despoten zwaaien nog steeds met de scepter)

18
Q

Monarchie

A

geest komt pas werkelijk tot ontwikkeling en volwassenheid (Germaans: gewetensvrijheid voor iedereen, daarmee wordt de subjectieve vrijheid van mensen een eigenschap die aan alle burgers toekomt, hierin ontwikkelt de vrijheid zich pas werkelijk tot zijn ware vorm)

19
Q

vrijheid: leven volgens eigen rationaliteit

A

De cultuur komt uit de essentie, die verwerkelijkt is. Het is een vorm van zelfbestuur.

19
Q

vrijheid: leven volgens eigen rationaliteit

A

De cultuur komt uit de essentie, die verwerkelijkt is. Het is een vorm van zelfbestuur.

20
Q

aspecten van hegels ideale staat

A
  1. rechtsstaat
  2. niet-democratisch
  3. bescherming tegen zich ontwikkelende economie
21
Q

Hegel verdedigt een constituele monarchie

A

koning als louter symbool
wetgevende macht met twee kamers, houden elkaar in evenwicht.
- hogere huis op basis van erfelijkheid
- lagere huis gekozen door coorperaties
ambtenarij/bureaucratie (uitvoerende macht)
- passen de wet toe, op particuliere situaties
- de universele klasse

22
Q

Hegel en subjectieve rechten

A

Onder subjectieve rechten die burgers moeten hebben vallen universele vrijheid van de wil. Hierdoor wordt slavernij afgewezen.

23
Q

niet democratische staat

A

De erfelijke posities van de monarch en hogere huis. het niet kunnen stemmen van de lagere huis. Nadeel van een democratie is dat belangen niet goed gerealiseerd kunnen worden.
Hij ziet de staat als een fragmentatie.

24
Q

beschrming tegen zich ontwikkelende economie

A

armoede en afhankelijkheid begint zich te ontwikkelen. de staat speelt een rol van de negatieve kanten, en hoort het volk te beschermen.

25
Q

Hegel en oorlog

A

staten zullen blijven bestaan en zullen oorlog voeren met elkaar. dit is noodzakelijk voor het ontwikkelen van de wereldgeest.