hc 9 montesquieu Flashcards

1
Q

De perzische brieven

A

Een roman, anoniem gepubliceerd. Twee personages zijn aan het reizen, schrijven brieven naar hun vrienden. In de roman komen thema’s van zijn politieke theorie naar voren: twee vormen van relativisme en despotisme. Voornamelijk komt het feitelijk realisme naar voren in deze roman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De l’esprit des lois (1784)

A

Geest der wetten. De machtenscheiding is het meest invloedrijke deel: er moet en evenwichtkomen. De scheiding der machten komt naar voren en is gebaseerd op de staatsinrichting van Engeland.

Empirisch georganiseerd en had invloed op de Amerikaanse en Franse grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Thema’s van Montesquieu zijn politieke theorie in Perzische brieven

roman

A

twee vormen van relativisme
1. feitelijk relativisme
2. moreel relativisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

feitelijk relativisme

A

De these dat morele opvattingen en gewoonten sterk verschillen tussen verschillende samenlevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

moreel relativisme

A

de these, vaak gebaseerd op feitelijke relativisme, dat er geen absolute morele waarden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

montesquieu over moreel relativisme

A

hij accepteert niet dat het leerstuk van ieder zijn eigen waarheid, wanneer het gaat om moraliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

despotisme

A

het systeen waarbij alle macht in handen ligt van 1 persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Montesquieu over vrouwen en slavernij

A

Het valt de reizigers op dat vrouwen meer vrijheid hebben in het westen, ten opzichte van het oosten van de wereld. Een van de reizigers is machtig over zijn harem, maar hij begint te beseffen dat de vrouwen uit zijn harem hem haten. Iets afdwingen, maakt het betekenisloos.

Slavernij, met name op racistische of godsdienstige gronden, wordt afgekeurd door Montesquieu.

Vrouwen hebben een ongeschikte positie, maar kunnen wel een regeer of bestuursfunctie uitvoeren. Vrouwen zijn zachtaardig en matig. Dit is gunstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Montesquieu als sociaal wetenschapper

A

Is een verlichtingsdenker, en probeert de methode van de natuurwetenschappen over te nemen voor zijn politieke werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

montesquieu over despotisme

afdwingen

A

wanneer je iets moet afdwingen, dan heeft het geen betekenis meer. Zoals liefde, erkenning en macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe past montesquieu de natuurwetenschappen toe op de staat en politieke theorie.

A

Natuurwetenschappen op basis van een aantal principes, de bewegingen van lichamen kan beschrijven en voorspellen, om dit toe te passen op de staat en politiek theorie. Hij wil de factoren beschrijven die aanleiding geven tot het ontstaan van bepaalde wetten in een land. Volgens hem is er een relatie tussen de geest en de wetgeving in een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil contextualist en realist

En wat is montesquieu?

A

Een contextualist zal zeggen er zijn verschillende landen en verschillende geest. Je kan dus niet elke constitutie herhalen alsof dat de waarheid zal zijn. Het verwerpt de waarheid niet maar de waarheid verschilt per land, omdat de context anders is.

Een realist zal zeggen dat er geen waarheid is.

Montesquieu is een een normatief schrijver (hij verdedigd constitutionele monarchieën) en contextualist. Hij is tegen een blauwdruk, dat op toepassing moet zijn voor alle landen. Hij zich af tegen het idee dat grote historische gebeurtenissen, toeval zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De wet van Montesquieu

2

De achtergrond van wetten

A

De wet bij Montesquieu bestaat in
1. Prescriptieve zin; door overheid, die schrijven voor wat we (niet) moeten doen. Wat de positieve wet is.

  1. Descriptieve zin; wetmatigheden, die niet beschrijven hoe mensen zich moeten gedragen, maar hoe ze zich daadwerkelijk gedragen. De relatie tussen geest en de relatie tussen positief recht.

Positieve wetten kunnen een gevolg zijn van de geest maar ook een onderdeel zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Factoren die bepalend zijn voor de

De geest van het land

A

De fysieke aspecten van een land. Welke factoren spelen een rol bij het tot staan komen van wetten, welke bepalen de geest? Onder andere: het klimaat, hoe mensen hun geld verdienen, religie, neigingen, welvaart, aantal inwoners, manieren; en de wetten die al bestaan, want die zijn gerelateerd aan elkaar en aan de wetgever en de orde die er is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sociaal wetenschappelijke doel van Montesquieu

A

De descreptieve wetten op het spoor te komen. Die verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop die factoren en de positieve wetten het land vormen.

Zijn sociaalwetenschappelijke pretentie is dat hij een soort holistisch systeem opstelt (de geest) die de wetten bepaalt, wetten zijn niet in algemene zin slecht, voor het ene land kan een wet slecht zijn, terwijl deze in andere omstandigheden goed kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat bedoelt Klosko met ‘his great discovery’ over Montesquieu

A

Dit is niet noodzakelijk relativisme, maar contextualisme: de landen verschillen zo sterk in geest, dat hieruit andere wetten volgen. Enkel op basis van de factor omvang bijvoorbeeld zouden landen die te groot worden volgens hem gevaar lopen af te glijden naar despotisme. Het voorgaande doet denken aan Aristoteles, ook die zag wetten niet als goed/slecht. Gegeven de diversiteit tussen landen en cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat wordt bedoelt met de zekere circulariteit?

Klosko over Montesquie

A

Er is sprake van circulariteit: de wet is gebaseerd op de geest, kan ook deel zijn van de geest en kan de basis vormen voor een nieuwe wet. Hij heeft oog voor de complexiteit.

18
Q

de vitale geest van een staat

A

L’esprit generale (general spirit/de geest) is een vitale kracht waarmee alle wetten in overeenkomst zouden moeten zijn, door trial en error komt dit tot stand. De factoren, bepalen de wetgeving van het land en hoe het de vorm krijgt.

Bij een kleine staat past een democratische republiek. Bij een grote staat, zal een monarchie het beste passen. Als een staat te groot wordt, wordt het te anoniem en kan het afglijden naar het despotisme.

19
Q

Montesquieu over principes van staten

A

Het principe, politieke deugd, matigheid en eer, blaast leven in de instituties. De instituties vormen ook weer de principes waardoor het wordt gecultiveerd.

20
Q

Centrale argument

A

Geest slaat op een tot en met vier, leidt tot bepaalde wetten van een land
1. Fundamentele kernmerken van een land
2. Man-made features
3. Overheid
4. Principes van de overheid
5. Wetten van het land

21
Q

De republiek

A

Een relatief kleine eenheid, wat ook gevonden kan worden bij Aristoteles en Rousseau (republikeinse gedachte). De republiek is relatief arm, maar de economische middelen worden gelijk verdeeld. Gelijkheid is dus belangrijk. het is gelijk verdeeld. De afwezigheid van luxe is van belang omdat het algemeen belang beter naar voren komt. Het wordt ondergeschikt aan het algemeen belang. Het onderwijs is belangrijk, omdat het zorgt van de deugd.

22
Q

De directe democratie

een van de twee regeringsvormen

A

Overheidsvorm is directe democratie en dat gaat over liefde voor het vaderland, ondergeschikt maken van eigen belangen (traditie van Aristoteles, Plato). Gevaar is afglijden naar waar iemand regeert vanuit eigen belang. Principe is politieke deugd. Onderdeel van die deugd is het bijbrengen van de liefde voor de wet. Hier ligt de macht bij het volk, dit zal goed verlopen omdat het volk deugdzaam is.

Directe democratie + politieke deugd

22
Q

Aristocratische republiek

A

Ze regeren vanuit machtige en rijke bovenlaag en moet daarom handelen vanuit matigheid (principe) in de overheidsvorm vertegenwoordigende democratie. Ze moeten zichzelf beperken om te voorkomen dat ze mensen onderdrukken en handelen uit eigen belang, ook hier liefde voor de wet die moet worden bijgebracht. Matigheid is hier van belang. Verschillen tussen arm en rijk moeten zoveel mogelijk onopgemerkt blijven. De matigheid van de heersers is hier van belang.

Vertegenwoordiging + matigheid

23
Q

Constitutionele monarchie

A

De monarchie is een grotere entiteit (bevolking en territorium) dan de republiek en het zijn vaak feodale stelsels (systeem van leenheren die land uitlenen aan leenmannen in ruil voor belasting en loyaliteit).

Luxe en commerciële handel zijn belangrijk en moeten worden aangemoedigd om adel te onderhouden.

Onderwijs is geen staatszaak en staat in teken van gegeven dat mensen zich naar rangen en standen gedragen.

Cultiveren van machtsverhoudingen, hiërarchie, dat is hetgeen het systeem stabiel maakt.

De overheidsvorm = één persoon heerst en is beperkt door wetten en tussenliggende machten (verticale machtenscheiding is wat monarchie onderscheidt van despotisme).

Er zijn wetten die zowel voor de koning als de burger geldt. De koning heeft niet alleen heerschappij. Het best gegarandeerd wanneer er de scheiding der machten is (trias politica).

24
Q

Het principe van de constitutionele monarchie

A

Het principe is eer

Aanzien, prestige, privileges en staat in het teken van hiërarchie. Je eigen stand, je eigen rang. Dit is belangrijk voor een samenleving. Als elke persoon de privileges van zijn stand opeist wordt het systeem stabiel, straffen is belangrijk voor eer. Als wetten worden bedreigd/ondermijnd of tussenliggende machten niet gerespecteerd is er corruptie en als de eer van burgers wordt ontgraven ook corruptie.

25
Q

Despotisme

A

Nachtmerrie van Montesquieu en ziet het despotisme als het einde van de vrijheid.
Systeem van absolute ongelijkheid, waarbij 1 persoon over de anderen heerst alsof die zijn eigendom/slaven zijn. Groot eigendom staat. Leider heerst naar willekeur, naar zijn hebzucht. Wat zijn ingevingen ingeving. Onderwijs is erop gericht iedereen onwetendheid te houden, zodat ze makkelijk onderdrukt kunnen worden. Dit is een voorwaarde om … Ook leider zelf hoeft niet hoog onderwezen te zijn, er is geen concurrentie.

Volgens Montesquieu wordt een despoot altijd een tiran. Zijn mensbeeld houdt in dat elke mens die macht bezit altijd deze macht zal gebruiken, tenzij deze in balans wordt gehouden door andere macht of wetten. De overheid is 1 persoon die regeert met absolute macht, geen checks and balances: hij maakt de wetten, voert ze uit en is de enige die de wetten en zichzelf kan controleren. Er zijn niet veel wetten nodig, omdat het alleen in het voordeel van de heerser ligt. Dat maakt deze macht onvoorspelbaar, op dingen als religie na is alles willekeurig en als je in zo’n staat leeft dan zal er angst zijn (regerende principe van deze staatsvorm), omdat de macht van de heerser zo absoluut is.

26
Q

Despoot versus tiran

A

Een depoot is Montesquieu zijn negatieve ideaal.

Volgens Montesquieu wordt een despoot altijd een tiran. Zijn mensbeeld houdt in dat elke mens die macht bezit altijd deze macht zal gebruiken, tenzij deze in balans wordt gehouden door andere macht of wetten.

De overheid is 1 persoon die regeert met absolute macht, geen checks and balances: hij maakt de wetten, voert ze uit en is de enige die de wetten en zichzelf kan controleren. Er zijn niet veel wetten nodig, omdat het alleen in het voordeel van de heerser ligt. Dat maakt deze macht onvoorspelbaar, op dingen als religie na is alles willekeurig en als je in zo’n staat leeft dan zal er angst zijn (regerende principe van deze staatsvorm), omdat de macht van de heerser zo absoluut is.

Despoot kan een verlicht despoot zijn. Dit betekent dat men alle macht in handen heeft, maar ten goede aanwend. Hij regeert in het algemeen belang. De despoot waar Hobbes op hoopt.

Een tiran is een despoot die zijn macht misbruikt, om er zelf beter van te worden. Er wordt dus niet gehandeld uit algemeen belang.

Montesquieu vindt het een onnodig onderscheid omdat het plan van Hobbes zal toch wel uitlopen in een tirannie, dit heeft te maken met de menselijke natuur.

27
Q

Verschillende vormen van een democratie

A
  1. Directe demoratie
  2. Vertegenwoordigde democratie
28
Q

De scheiding der machten

A

Kernpunt = macht mag niet samen komen bij 1 persoon, maar moet gespreid zijn in gescheiden systemen: wetgevende macht, uitvoerende macht & rechtsprekende macht. Alleen dan is de vrijheid van de onderdanen mogelijk en laat zich hierbij inspireren door Engels systeem.

29
Q

Montesquieu zijn definitie van vrijheid

A

Definitie van vrijheid bij Montesquieu is negatief van aard: zonder inbreuk van de staat, staat moet ruimte creëren waarin elk individu diens idealen kan verwerkelijken. In de wet moeten die rechten die die ruimte waarborgen zijn vastgelegd.

Veel invloed op liberalisme. Afwijking = dat hij monarchie aanduidt als staatsvorm die goed werkt aan de hand van Engels systeem. Om ervoor te zorgen dat mensen macht niet kunnen misbruiken moet macht ingeperkt worden door macht (die 3 verschillende machten), het mag nooit zo zijn dat een persoon diens macht misbruikt naar zijn aard. Vrijheid beste gewaarborgd in monarchie waarin drie machten gescheiden zijn, al kan het ook in democratie. Geen vrijheid als de machtige de rechter is en ook de wetten kan maken waaraan hij toetst en deze als zou tiran zou kunnen uitvoeren.

29
Q

Montesquieu zijn definitie van vrijheid

A

Definitie van vrijheid bij Montesquieu is negatief van aard: zonder inbreuk van de staat, staat moet ruimte creëren waarin elk individu diens idealen kan verwerkelijken. In de wet moeten die rechten die die ruimte waarborgen zijn vastgelegd.

Veel invloed op liberalisme. Afwijking = dat hij monarchie aanduidt als staatsvorm die goed werkt aan de hand van Engels systeem. Om ervoor te zorgen dat mensen macht niet kunnen misbruiken moet macht ingeperkt worden door macht (die 3 verschillende machten), het mag nooit zo zijn dat een persoon diens macht misbruikt naar zijn aard. Vrijheid beste gewaarborgd in monarchie waarin drie machten gescheiden zijn, al kan het ook in democratie. Geen vrijheid als de machtige de rechter is en ook de wetten kan maken waaraan hij toetst en deze als zou tiran zou kunnen uitvoeren.

30
Q

Mensen en de neiging van machtsmisbruik

A

We moeten niet wachten op een deugdzaam persoon (overeenstemming met Aristoteles). Men zal neigen om alle macht naar zich toe te trekken, daarom is machtenscheiding van belang.

31
Q

wetgevende macht

A

Het parlement en stelt wetten op.
Zou opgedeeld moeten worden in gekozen deel door het volk en een deel dat in stand wordt gehouden door adel op basis van erfelijkheid. Binnen de wetgeving is hierdoor sprake van spreiding van macht die elkaar in balans houden. Gekozen volksvertegenwoordiging is belangrijkste deel, adellijk deel kan slechts wetgeving al dan niet afwijzen en geen amendementen opstellen.

Door de twee kamers ontstaat er een evenwicht. Het gekozen deel is afhankelijk van het adellijke deel. De wetgevende macht beperkt ook andere machten.
Wetgevende macht kan uitvoerende ministers ter verantwoording noemen met betrekking tot hun uitvoering van de wet en wetgevende macht gaat over financiering van plannen (belasting heffen) uitvoerende macht en kan deze afremmen. Ze doen uitspraak over gehele gemeenschap dus geen probleem als dit permanent is (adellijk deel).

32
Q

negatief vrijheidsideaal

A

Vrijheid is vrijzijn van:
- inmenging
- godsdienst
- meningsuiting
- eigendom

Ze beschrijven een ruimte waarbinnen je kan doen wat je wilt.

33
Q

noodzaak van scheiding der machten

A

dit heeft te maken met de menselijke natuur

34
Q

uitvoerende macht

A

In monarchie de koning of vorst. Om de wetgevende macht bij een te roepen. Dagelijks bestuur van de staat, die wetten uitoefent. Initiatiefrecht en mag beslissen om wetgevende macht tegen te houden met veto.

35
Q

Rechtsprekende macht

A

Doet uitspraak over geschillen en controleert of wetgevende en voornamelijk uitvoerende macht goed handelt. Moet onafhankelijk zijn t.o.v. andere machten en ervoor zorgen dat wetten in strafrecht duidelijk zijn.

Wetten over hoogverraad en dergelijke moeten duidelijk zijn om deze tot te kunnen passen op politieke tegenstanders. Straffen moeten ook proportioneel en niet onnodig zijn, daardoor kan rechtspraak lang duren.

Rechtspreken is een ingrijpen dat zou moeten worden toegepast als een ander geschaad wordt. Hij is tegen religieuze vervolging, lichamelijke straffen moeten worden geminimaliseerd, burgers moet kritiek kunnen leveren op staat.

Hij vindt het niet gewenst dat rechtspraak permanent is, hij is voor juryrechtspraak omdat de rechtsprekende macht een instituut moet zijn en niet verbonden aan personen. De actor die de straf oplegt aan een specifiek geval is dan de gehele gemeenschap.

36
Q

Montesquieu en het parlementair systeem

A

Hij is tegen parlementair systeem, waarin uitvoerende macht voortkomt uit wetgevende macht en ze niet duidelijk gescheiden zijn. Met leden uit het parlement. Rechtsprekende macht is ook nog eens permanent en een beroep en er is geen volksjury.

37
Q

Waarom voldoet Nederland niet aan het ideaal van Montesquieu

A
  1. kabinet veelal leden van het parlement
  2. regering heeft ook wetgevende macht
  3. rechtsprekende macht door beroepsgroep
38
Q

Kritiek op Montesquieu

A

Parlementair systeem blijkt toch stabiel te zijn en niet af te glijden naar despotisme. Maar misschien zou Montesquieu dit als contextualist nog kunnen zien als andere factoren in de geest die leiden tot een andere staatsvorm.

38
Q

Kritiek op Montesquieu

A

Parlementair systeem blijkt toch stabiel te zijn en niet af te glijden naar despotisme. Maar misschien zou Montesquieu dit als contextualist nog kunnen zien als andere factoren in de geest die leiden tot een andere staatsvorm.

39
Q

Centrale gedachte van Montesquieu

A

Om vrij te zijn als individu is het niet genoeg om te stemmen, maar je hebt ook scheiding der machten nodig. Enkel vrijheid als wetgeving de machthebbers dwingt zich aan de wet te houden en de macht gescheiden is.