hc 8 rousseau Flashcards
De reactie van Rousseau, op de vraag of het herstel van kunsten en wetenschappen ertoe bij gedragen heeft de zeden te verheffen
De prijsvraag waar het allemaal mee begon
Volgens Rousseau moet het antwoord hierop negatief zijn. De verlichting, de wetenschap en kunsten hebben ervoor gezorgd dat er ongelijkheid is. Hij had problemen met ongelijkheid tussen rijk en arm, adel en zijn privileges, de armoede. Rousseau is een van de denkers die op een sterke manier tegen de hiërarchie in.
Vertoog over de ongelijkheid
(1755)
Hij wil opzoek naar de natuurlijke mens. Verlichting is een terugval. Rousseau kiest de kant van de armen (zij zonder eigendom) en niet de adel met de privileges.
De natuurstaat
Het is hypothetische constructie; alle feiten naar de zijde. Dit is namens hem de eerste keer om de echte mens te beschrijven. Hij verwijt Hobbes en Locke dat het hen nog niet gelukt is. volgens Rousseau heeft de mens drie natuurlijke eigenschappen:
1. volmaakbaarheid
2. gerichtheid op zelfbehoud
3. medelijden
Vervolmaakbaarheid
een van de drie natuurlijke eigenschappen
Natuurstaat
De mens is vormeloos; de mens is kneedbaar. De vormbaarheid leidt tot culturele patronen. Dit kan ook de bron zijn van verval; culturele ontaarding. Dit heeft te maken met vrijheid. Vrijheid is de volmaakbaarheid, de mens kan zichzelf en anderen vormen en misvormen.
Gericht op zelfbehoud
Een van de drie natuurlijke eigenschappen
Natuurstaat
De mens als natuurwezen, is gefocst op het overleven. Dit zijn fundamentele instincten.
Medelijden
Een van de drie natuurlijke eigenschappen
Natuurstaat
De capaciteit om in een ander te verplaatsen, is een menselijk kenmerk. Dit is ondergesneeuwd door overontwikkelde rede en rationaliteit.
Rousseau over Hobbes zijn natuurstaat
Rousseau bekritiseert Hobbes, over de strijd tussen allen tegen allen. Hij vindt dat een te rationalistisch uitgangspunt. We hebben de eigenschap van medelijden in de natuurstaat, hierdoor zal er geen oorlog allen tegen allen.
Verlangen naar erkenning als
bron van ongelijkheid
De weg van beschaving
De mens is bezig met het eigen overleven. De primitieve mens leeft in het hier en nu, sterk onafhankelijk en vrij. Na de beschaving is de mens zwak, afhankelijk en niet vrij. Dit is een proces waar mensen instrumenten gaan ontwikkelen, samenwerken. Door de samenwerken en de ontwikkeling van instrumenten, mensen krijgen behoefte voor luxe verlangens en vrije tijd door productiviteit. Door deze vrije tijd, heeft men de ruimte om zich met elkaar te vergelijken: ‘wie is er beter? Wie is heeft er meer status?’. Dit is een fundamentele bron van ongelijkheid en afhankelijkheid.
Amour de soi-meme
Zelfbehoud (eten, slapen, de basisbehoeftes), liefde voor zichzelf. Dit is goed.
Amour de propre
ijdelheid, eigenliefde. Dit is kunstmatig en slecht. Heb ik genoeg status of aanzien. Het is de bron van minachting, het leidt tot ongelijkheid.
Eigendom en privé-eigendom
Eigendom ontstaat door metaalbewerking en landbewerking. Door de agrarische samenleving, ontstaat de behoefte om te verdelen en af te schermen wat van jou is. Dit is het begin van eigendom. Hij pleit niet voor privé-eigendom, en maakt hem geen communist. Hij stelt wel de klassensamenstelling wel aan de kaak.
Oorlogsstoestand
Rousseau is het niet eens met Locke, waarin de armen altijd beter af zijn in een goed draaiende economische samenleving. Het is een nepcontract tussen bezit en klasse voor het behoud van privileges. De armen hebben de keuze om voor de rijken te werken voor de rijken, of in opstand komen en plunderen. De armen zullen volgens Rousseau dan voor het laatste kiezen.
Het nepcontract
Het is een nepcontract tussen bezit en klasse voor het behoud van privileges.
Het maatschappelijk verdrag
Rousseau is opzoek naar een echt contract, dat een einde maakt aan de oorlog. De ketenen van de huidige staat. Men is vrij geboren. Er moet een nieuw contract opgesteld worden, waarbij een politieke autoriteit gesticht wordt, die de vrijheid niet bedreigd. Vrij zijn onder politieke autoriteit is de uitdaging en de probleemstelling.
‘’Het gaat erom een vorm van samenleven te vinden die met alle gemeenschappelijke kracht de persoon en de goederen van iedere deelgenoot verdedigt en beschermt, en waardoor ieder in de vereniging met allen, toch slechts aan zichzelf gehoorzaamt en even vrij blijft als tevoren. Ziehier het grondprobleem waarvoor het maatschappelijk verdrag de oplossing biedt.’’
'’Man is born free; and everywhere he is in chains’’ - Rousseau, The social contract
Vrijzijn onder politieke autoriteit
Je kan alleen vrij zijn, als je zelf onderdeel uitmaakt van de politieke autoriteit. Je bent onderdaan maar ook vrij om zelf de regels en wetten te maken: je bent een burger. Je mag je macht niet weggeven, het volk is de soeverein. Dit zoals Hobbes (absolute staat) of Locke (de staat werkt voor ons maar heeft de macht van het volk).