hc 10 mill Flashcards

1
Q

Jeremy Bentham betoogt dat de mens door twee fundamentele passies wordt beheerst

A
  1. Pijn
  2. plezier

mensen zijn gericht op plezier en genot, waarbij ze pijn en verdriet proberen te vermijden. Dit moet ook een lijdraad te worden voor het handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Utilisme

A

de juistheid van het menselijke handelen/beleid wordt gemeten aan de gevolgen ervan, meer in het bijzonder aan de mate waarin het bijdraagt aan de totstandbrenging van het grootste geluk, voor het grootst mogelijk aantal mensen.

Dit is een vorm van consequentialisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

consequentialisme

A

goed handelen is dat wat goede consequenties heeft. slecht handelen is wat slechte consequenties heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dimensies van de gelukscalculus

A

Intensiteit, duur, zekerheid en nabijheid van het geluk. Bentham wilde met deze theorie wetenschappelijk zijn (context verlichting), hij wil het systeem geheel calculeerbaar, kwantificeerbaar maken. Aan de hand van die dimensies kan geluk gemeten worden en meerdere opties tegen elkaar worden afgewogen. Voor politiek betekent dit dat de regering altijd oog moet hebben voor het grootst mogelijk geluk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

deontologie

A

hierbij wordt morele betekenis van een handeling gemeten aan intentie, en mensen zouden ook niet gebruikt mogen worden als middel om meer geluk voor anderen te creëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarin verschillen mill en bentham?

A

Hij is het niet eens met de idee van Bentham dat geluk enkel kwantitatief is, dan kun je namelijk geen onderscheid maken tussen meer en minder waardevolle genietingen (kunst vs. een pizza eten).

Als je stelt dat de mens slechts uit is op genot, wordt de mens haast gereduceerd tot varkens.

Hij vindt dat er wel een kwalitatief onderscheid moet zijn, de kunsten zijn van een hogere orde dan fysieke genietingen.

Mensen kunnen genot enkel beoordelen als ze beide zijden van de medaille kennen. Maakt de hedonistische calculus wel lastiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil tussen consequentialisme en deontologie

A

deontologie, je behandelt een persoon niet als een lauter instrument, onafhankelijk van wat de effecten daarvan zijn.

een consequentialist kijkt enkel naar de consequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer mag een overheid ingrijpen volgens Mill?

A

Kern van zijn idee is dat er enkel door de overheid ingegrepen mag worden als er schade dreigt voor anderen, schade aan jezelf is geen rede tot handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Paternalisme kan bijna nooit legitiem zijn volgens Mill, waarom?

A

Paternalisme kan bijna nooit legitiem kan zijn; behalve als er een gebrek aan informatie is die schade kan berokkenen, dan mag je informeren en daarna eindigt het paternalisme, behalve bij kinderen en barbaarse volken (er moet een bepaalde vorm zijn van ontwikkeling en beschaving).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

horizontale dwang

A

Niet enkel de overheid mag ingrijpen als er schade dreigt voor anderen, want niet alles kan via de overheid geregeld worden, de horizontale dwang kan ook gebruikt worden om mensen op het rechte pad te krijgen als die anderen schaden, via publieke opinie van afkeuring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vrijheidbeginsel

A

Vrijheid is een middel en is enkel waardevol als deze leidt tot meer utiliteit, meer geluk en welzijn. Als die vrijheid leidt tot ellende zoals de hele dag een kind laten gamen waardoor ze uiteindelijk niks leren, vrijheid kan enkel leiden tot utiliteit als er voldoende ontwikkeling is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schadebeginsel

A

Het schadebeginsel ligt om een aantal redenen niet voor de hand. Mensen hebben de neiging tot eisen conformisme van anderen en dat is altijd een bedreiging voor vrijheid. Het schadebeginsel is wat dit moet voorkomen. In de geschiedenis is dat schadebeginsel niet nageleefd, ook in onze overheid zie je terug dat wetgeving niet altijd in het teken staat van het schadebeginsel, het voorkomen van schade bij anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vrijheid van meningsuiting

A

Deze vrijheid krijgt in het bijzonder veel aandacht bij Mill. Mill is van mening dat de vrijheid van meningsuiting bijna onbeperkt is, tenzij de mening schade dreigt te berokkenen aan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociale druk van ‘doe maar normaal’

A

Mill ziet dit als gevaarlijk, omdat dit het einde is van de individuele vrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onwaarheden

A

Onwaarheden onderdrukken lijkt in eerste instantie geen probleem te zijn of kwaad te kunnen, maar volgens Mill is een groot verschil tussen de waarheid van een opvatting en de zekerheid die de mens heeft over opvattingen. De mens heeft zich vaak vergist in aannames die achteraf niet klopte, zoals dat de aarde niet het middelpunt is maar de zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het inleven houden van waarheden

A

Om waarheden levend te houden moeten ze telkens kunnen worden uitgedaagd door onwaarheden, enkel dan zal de waarheid uiteindelijk boven komen. Ook waarheden moeten niet verzwegen worden (zoals kennis over atoombommen), al die inzichten moeten worden toegestaan omdat de opinie dat die waarheden gevaarlijk zijn ook niet waar hoeft te zijn, kennis over atomen kan ook leidden tot kernenergie die de wereld kan redden van een milieucrisis.

16
Q

Mill over vrijheid

A

Vrijheid is een middel, niet een doel. Het is een instrument om een verderliggend doel te bereiken: geluk.

17
Q

Waarom moeten onwaarheden toegelaten worden volgens Mill?

A

Mill geeft hier verschillende redenen voor:

De eerste is dat je ergens zeker over bent, betekent niet dat het waar is.
Het tweede punt is dat opvattingen die juist zijn, maar nooit worden aangevochten, worden een dood dogma.
Het derde punt is dat het inzicht dat de kennis over iets, leidt tot ongeluk en ellende is ook iets dat ter discussie gesteld kan worden.

Kortom, volgens Mill is de enige manier waarop waarheid naar boven komt, is door middel van een volledig vrije discussie die alle kanten van een zaak belicht.

18
Q

Beperkingen in de vrijheid van meningsuiting

A

Mill geeft twee beperkingen wanneer het gaat om vrijheid van meningsuiting. De beperkingen hebben te maken dat de uitingen van meningen evident kunnen leiden tot schade. Hier staat de mening op gespannen voet met het schadebeginsel.
1. Fraude
a. Het niet houden aan afspraken, contactbreuk is een vorm van schade.
2. Uitingen in bepaalde context kunnen tot schade leiden.
a. De context is belangrijk, je mag je mening geven maar niet aanzetten tot haat of geweld.

19
Q

Schade aldus Mill

A

Het gaat niet om likings en dislikings.
Het gaat om belangen, schade aan belangen die als rechten begrepen kunnen worden.

Schade is moord, verkrachting, stelen van iemands eigendom, fraude.

Niet natuurrecht!

20
Q

Hoe moet het rechtssysteem eruit zien volgens Mill?

A

Het rechtssysteem moeten leiden tot meer geluk en welzijn op de langer termijn. Anders is het een problematisch rechtssysteem. Het recht moet draaien om autonomie.

21
Q

Waarom leidt vrijheid tot utiliteit of geluk?

A

Mensen weten meestal zelf beter wat hen gelukkig maakt dan anderen.
Betere ontwikkeling van de capaciteit tot beoordelen en kiezen.
Leidt tot individuele en sociale vooruitgang.

22
Q

Mill over de onderwerping van de vrouw

A

Hij verdedigd een these:
Een van de eerste feministische traktaten waarin er gepleit wordt voor gelijke rechten. Vrouwen werden ongelijk berecht, geen stemrecht, ze mochten bepaalde posities in de samenleving niet bekleden, geen eigendom als ze in het huwelijk treden.

Deze juridische onderdrukking vindt hij verkeerd in zichzelf en vanuit het utilitarisme kan het talent van vrouwen niet beoordeeld worden en zij moeten zichzelf gaan bewijzen en dat ze gelijke berechting verdienen, empirisch bewijs.

23
Q

Kritiek op Mill door feministen

A

Hele goede eerste stap, maar ook belangrijk om te realiseren dat vrouwen zichzelf dan moeten bewijzen in een mannelijke wereld en er zou meer oog moeten zijn voor de sociaal-culturele beweging.

Mill zegt over de rol van de vrouw dat als de vrouw kiest te trouwen dat ze er ook voor kiest zich bezig te houden met de opvoeding en het huishouden. Ze mag wel een goede universitaire opleiding hebben en een baan, maar haar positie in het huis mag daar niet onder lijden, die moet ze als dat wel zo is opgeven.