HC08 - Pathologie Flashcards
Wat is het verschil tussen histologie en cytologie?
Bij histologie (boven) onderzoek je weefsel en hun structuur, en bij cytologie (onder) onderzoek je losse cellen
Wat zijn exogene reactiepatronen/pathologische processen?
Schades/ziektes die van buiten het lichaam af komen
Wat zijn endogene reactiepatronen/pathologische processen?
Schades/ziektes die van binnenin het lichaam komen
Wat zijn de vier basis pathologische processen?
- Neoplasie
- Adaptatie
- Celdood
- Ontsteking
Wat houdt het pathologische proces neoplasie in?
Ongecontroleerde groei en functie van cellen ten gevolge van schade aan het DNA
Wat houdt het pathologische proces adaptatie in?
Aanpassingen op cellulair niveau om een cel te laten overleven ondanks schade
Wat houdt het pathologische proces celdood in?
Apoptose of necrose van de cel na ernstige schade of wanneer adaptatie om schade te compenseren niet meer voldoet
Wat houdt het pathologische proces ontsteking in?
Een reactie op weefsel niveau om schade te beperken en op te ruimen (stamcellen/regeneratie, wondgenezing)
Algemene pathologie
D.m.v. welke criteria kun je bevindingen tijdens een pathologisch onderzoek beschrijven?
- Orgaan
- Locatie
- Verspreiding
- Kleur
- Vorm
- Consistentie
- Uiterlijk incl. sneevlakte
Hoe kun je de locatie van een afwijking beschrijven?
Hoe kun je de verspreiding van een afwijking beschrijven?
Hoe kun je de kleur van een afwijking beschrijven?
Wat is hemorragie?
Een bloeding
Wat is hyperemie?
Verhoogde doorbloeding (van bijv. een orgaan)
Waarvan is de kleur van necrose afhankelijk?
- Oorzaak
- Orgaan
- Tijdstip
Hoe kun je de vorm van een afwijking beschrijven?
- Rond
- Lineair
- Vorm van onderliggende architectuur
Hoe kun je de consistentie van een afwijking beschrijven?
- Hard (bot/tand)
- Stevig
- Zacht
- Vloeibaar
Hoe kun je het uiterlijk van een afwijking beschrijven?
- Glanzend (weefselvocht - oedeem)
- Dof (necrose, fibrine)
- Uitpuilend (hyperplasie, neoplasie)
- Ingezonken (ulceratie, fibrose)
- Troebel (ontstekingsexsudaat)
- Helder (oedeem, transudaat)
Welke beschrijvingen kun je gebruiken bij histologische afwijkingen?
- Iets bijgekomen
- Iets afwezig
- Iets veranderd`
Links is een plaatje van een normale long. Wat is er in het rechter plaatje aan de hand?
Er is iets bijgekomen, hier meer cellen en parasieten
Links is een plaatje van een normale lever. Wat is er in het rechter plaatje aan de hand?
Er is iets bijgekomen, namelijk de hepatocyten bevatten vet. Dit is vetstapeling
Links is een plaatje van een normale lever. Wat is er in het rechter plaatje aan de hand?
Er ontbreekt iets; er is veel minder celdetail en dus is er waarschijnlijk sprake van necrose
Links is een plaatje van normale darm crypten. Wat is er in het rechter plaatje aan de hand?
Er ontbreekt iets; er zijn minder cellen en dus is er sprake van apoptose
Links is een plaatje van een normaal epitheel in de larynx. Wat is er in het rechter plaatje aan de hand?
Er is iets aangepast; afwijkende epitheellaag, namelijk dikker en met meer keratine voor bescherming
Welke afkortingen gebruikt je om de organen te benoemen?
Nefro-/renale = nier
Hepato- = lever
Pneumo- = long
Cardio-/myocardiale = hart
Dermato- = huid
Welke achtervoegsel kun je gebruiken om een proces te beschrijven?
-itis = ontsteking
-ose = een pathologische aandoening (geen ontsteking)
-pathie = ziekte
Met welke worden kun je een neoplastisch proces beschrijven?
Adenoom/carcinoom = epitheel
-oom/sarcoom = mesenchymaal