HC07 - Celdeling Flashcards

1
Q

Wat is de resting state?

A

De staat waarin de cellen niet aan het delen zijn. Sommige cellen zijn tijdelijk resting cells, andere cellen zullen nooit gaan delen en van die cellen heb je vanaf het begin dus alle cellen waarmee je het moet doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke twee delen is de celcyclus opgedeeld?

A

In de interfase en de delingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de interfase van de celcyclus?

A

Uit G1, S en G2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat de delingsfase van de celcyclus?

A

Alleen uit mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de celcyclus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de externe stimuli voor de celcyclus?

A

Dat kan een groeifactor of een mitotische factor (regeneratie) zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is mitogeen?

A

Een eiwit (mitose) dat een cel kan aanzetten om te gaan delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zorgt mitogeen er voor dat een cel gaat delen?

A

Mitogeen bindt aan een specifieke receptor, en die ondergaat een conformatieverandering. Deze verandering geeft d.m.v. een signaling pathway door aan de nucleus die zal gaan delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is mitose?

A

De fase van celdeling waarin het gedupliceerde DNA uit elkaar wordt getrokken in 2 cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt centrosoom duplicatie in?

A

Dat de centrosoom wordt gedupliceerd om aan weerszijde van de cel te kunnen gaan liggen en zo de zuster chromatiden van elkaar kunnen scheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in de vroege profase?

A

Dan condenseren de zuster chromatiden, waardoor ze makkelijk uit elkaar te halen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er in de prometafase?

A

Dan valt de nucleaire envelop uit elkaar in kleine blaasjes waardoor de tubuline uit de spoelfiguur kan hechten aan de zuster chromatiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er in de metafase?

A

Dan worden de chromatiden netjes op de metafase plaat gelegd, allemaal bij elkaar.
Nu kunnen er aan elke chromatide microtubuli binden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er in de anafase?

A

Dan kunnen de microtubuli de twee zuster chromatiden uit elkaar trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er in de telofase?

A

Er ontstaan twee nieuwe nucleaire enveloppen, en het plasmamembraan zal inkepingen vertonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke fases bestaat mitose?

A
  • Profase
  • Prometafase
  • Metafase
  • Anafase
  • Telofase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke fases zijn er in de celdeling?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe heet de hechtingsplaats van de microtubuli aan de zuster chromatiden?

A

De kinetochore (deze microtubuli heten dus de kinetochore microtubuli)

19
Q

Hoe worden de twee spindle poles (twee polen tijdens de mitose) van elkaar afgeduwd?

A

Verschillende microtubuli van beide kanten kunnen aan elkaar binden, met daar tussen een motoreiwit (kinesine motor). Hierdoor kunnen de twee microtubuli zich tegen elkaar afzetten.

20
Q

Wat is cytokinese?

A

Cytokinese is de deling van het cytoplasma van een cel en is geen onderdeel van de kerndeling.

21
Q

Hoe werkt cytokinese?

A

Een contractiele actine-myosine ring snoert twee dochtercellen af

22
Q

Waardoor wordt de celcyclus gereguleerd?

A

Door cyclin-dependent kinases (CDKs)

23
Q

Wat is de functie van cycline?

A
  • Het is noodzakelijk om CDK te activeren
  • Het dirigeert CDK naar het substraat
  • Als cycline wordt afgebroken, is CDK geïnactiveerd
24
Q

Wat is de functie van CDK?

A
  • Het fosforyleert en activeert daarmee substraat-eiwitten die nodig zijn voor de volgende fase van de celcyclus
  • Elke fase van de cyclus wordt getriggerd door een uniek CDK-cycline complex
25
Q

Hoe wordt de activiteit van CDK gereguleerd?

A
  • Aanwezigheid/binding aan cycline
  • Defosforylering van inhibitie sites
  • Fosforylering van activatie sites
  • Dissociatie van inactiverende eiwitten
26
Q

Hoe worden cyclines gesynthetiseerd en afgebroken?

A

Ze worden cyclisch gesynthetiseerd en afgebroken.
Al in de G2 fase wordt het gesynthetiseerd, en halverwege de M fase wordt het gedefosforyleerd en wordt het inactief.

27
Q

Hoe werkt de activatie van CDK’s?

A

M.b.v. een fosfatase, die de fosfaatgroepen er af haalt en het zo activeert.
Dit gebeurt op het moment dat de M-fase

28
Q

Hoe werkt de inactivatie van CDK’s?

A

Inactivatie van een CDK gebeurt als de cycline wordt afgebroken.
Een proteosoom kan een geübiquitineerde cycline afbreken.

29
Q

Waardoor worden cellen gestimuleerd om de G0 fase te verlaten?

A

Door mitogene factoren die de cellen via G1-CDK en G1/S-CDK stimuleren.

30
Q

Hoe komt een cel in de S fase?

A

Een cel die in de naar de S fase wil zit in de G0 fase.
Een mitogen bindt aan een receptor en d.m.v. kinases belandt het signaal in de nucleus, waardoor het G1-CDK wordt geactiveerd.
Het G1-CDK fosforyleert het retinoblastoma, waardoor het loskomt van de transcriptie factor.
Deze transcriptie factor wordt dan actief en zo gaat de cel de S fase in.

31
Q

Wat doen proto-oncogenen?

A

Die stimuleren de celdeling na stimulatie (bijv. mitogen receptor)

32
Q

Wat doen tumor suppressor genen?

A

Die onderdrukken celdeling zonder stimulatie

33
Q

Wat gebeurt er bij een mutatie in proto-oncogenen?

A

Dan stimuleren ze de celdeling, maar onafhankelijk van externe stimulatie

34
Q

Wat gebeurt er bij een mutatie in tumor suppressor genen?

A

Dan valt de onderdrukking van de celdeling weg

35
Q

Wat initieert S-CDK?

A

DNA replicatie

36
Q

Wat zijn p53 en p21?

A

Tumor suppressor genen

37
Q

Wanneer wordt S-CDK geïnactiveerd?

A

Bij DNA-schade

38
Q

Hoe wordt S-CDK geïnactiveerd?

A

DNA schade wordt opgemerkt door kinases die p53 gaan fosforyleren.
Dat p53 is erg stabiel, waardoor dat ophoopt.
Dit bindt aan een p21 gen, waardoor er een eiwit wordt gesynthetiseerd die bindt aan het S-CDK en het zo inactiveert.
Zo wordt het DNA niet meer gedupliceerd.

39
Q

Welk eiwit houdt de zuster chromatiden bij elkaar tot de mitotische fase?

A

Cohesine

40
Q

Door welk eiwit worden de zuster chromatiden gecondenseerd in de profase?

A

Door condensin

41
Q

Wat stimuleert M-CDK in de prometafase?

A

Het uit elkaar vallen van de kernenvelop

42
Q

Hoe valt de kernenvelop uit elkaar in de prometafase?

A

Lamine wordt gefosforyleerd, waardoor dat cytoskelet uit elkaar valt.
De nucleaire envelop wordt dan ook instabiel en valt dan in kleine blaasjes uit elkaar.

De chromosomen zijn nu bereikbaar voor de microtubuli om uit elkaar te worden getrokken.

43
Q

Wat induceert APC?

A

Anaphase promoting complex (APC) induceert de anafase door afbraak van cohesin

44
Q

Hoe wordt de kernenvelop hersteld in de telofase?

A

Door de defosforylering van lamine.