HC Voortplanting Flashcards

1
Q

Seksuele voortplanting

A

Versmelting eicellen en spermatozoïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aseksuele voortplanting: vormen

A

Budding en parthenogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Generatiewisseling

A

Seksuele en aseksuele voortplanting wisselen elkaar af in een vast schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metagenese

A

Afwisseling geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij verschillende generaties van organismen > bv kwal met poliepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gametophyte

A

Generatie: vrichtbare levensstadium van planten en algen die aan seksuele voortplanting doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sporophyte

A

Generatie: levensstadium eukaryoot organisme waarin sporen worden gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Generatiewisseling komt voor bij:

A

Kwallen (holtedieren: coelenterata)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Poliepen doen aan … voortplanting

A

ongeslachtelijke voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kwallen doen aan … voortplanting

A

Geslachtelijke voortplanting (gescheiden van geslacht)
>Ontstaan van zygote (planula)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hydrazoa

A

Soorten waarbij poliep stadium overheerst (kleine kwallen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Scyphozoa

A

Soorten waarbij kwalstadium overheerst (grote kwallen), poliep vormt kwallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeeld hydrazoa

A

Obelia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet de structuur waarin poliepen leven (van hydrazoa)

A

Kolonie > symbiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Taakverdeling in poliepenkolonie

A

Food poliepen die voedsel verzamelen (tentakels), voortplanting poliep aan apicale zijde die kleine kwalletjes (medusen) loslaat voor een vrij leven. (1 voortplantingspoliep in kolonie per geslacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bevruchting van kwal

A

Mannelijke kwal kan spermacellen maken die fuseren met loszwevende eicellen
> bij hydrazoa > bevruchte cel zal nestelen en een nieuwe kolonie vormen op de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er met de zygote van scyphozoa?

A

Na vorming eerste lichaam, nesteling op bodem, stapel kwallen ontstaan in toren door ongeslachtelijk voortplanten

17
Q

Vormen van ongeslachtelijke voortplanting

A

-Budding
-Parthenogenese: vrouwtjes leggen eitjes zonder bevruchting > ontwikkeling onbevruchte eicellen

18
Q

Parthenogenese

A

Onbevruchte eicellen gaan ontwikkelen, al dan niet voorafaand door seksueel gedrag
>alleen vrouwtjes ontstaan
>bij geleedpotigen
>sommige soorten vissen, amfibieën en reptielen

19
Q

Ongeslachtelijke voortplanting volgens een zekere religie

A

Creatisme

20
Q

Hermafrodiete dieren

A

Bezitten volledig vrouwelijke- én mannelijke geslachtsorganen

21
Q

Uitwendige bevruchting

A

-Eieren zonder schaal
-Lozing van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen simultaan, uitwendige fusie
-Overmaat geslachtsproducten
-Sponzen, kwallen, mossel, vissen, amfibieën

22
Q

Inwendige bevruchting

A

-Gevaar voor uitdroging > spermatozoïden bewegen in vochtige omgeving
-Copulatie organen: directe injectie
-Organen voor ontwikkeling embryo
-Schaal om zygote in ei

23
Q

Ovipaar

A

Eierleggend, eieren ontwikkelen buiten moederdier

24
Q

Vivipaar

A

Embryo ontwikkelt in het moederdier

25
Q

Ovivivipaar

A

Eieren ontwikkelen in het moederdier

26
Q

Bevruchting amfibieën

A

Uitwendige bevruchting in water

27
Q

Anura (kikker/pad) bevruchting

A

Mannetje deponeert spermatozoïden over eieren tijden leggen eieren door vrouwtje

28
Q

Salamander uitzondering (sommigen)

A

Mannetje legt spermatofoor en vrouwtje neemt het op in cloaca, bevruchting bij passage.

29
Q

Gymnophonia (primitieve amfibie) voortplanting

A

Inwendige bevruchting door cloacaal contact

30
Q

Reptielen en vogels voortplanting

A

Ovipaar en inwendige bevruchting

31
Q

Amniote ei van reptielen en vogels, voordelen

A

-Uitdroging> eiwit om embryo
-Voldoende voedsel> dooier materiaal
-Gasuitwisseling> chorion/allantoïs
-Afvalstoffen> allantoïs
-Bescherming> kalkschaal/lederachtige schaal
-Bevruchting> inwendig

32
Q

Zoogdieren voortplanting

A

Inwendige bevruchting, levend barend

33
Q

Ratten hebben meerdere …

A

Uteri, voor grote nestjes

34
Q

Monotremata (vogelbekdier en mierenegel)

A

Jongen zogen wel maar ook ovipariteit.