HC Anatomie van de Hersenen Flashcards

1
Q

Hersengebied: motorisch spraakcentrum

A

Broca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Syfilis gevolg voor de hersenen.

A

Syfilis kan de cerebrale cortex beschadigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie was H.M.

A

Iemand die overleed aan epilepsie en een deel van de hersenen was weg waardoor hij geen herinneringen kon vormen (hippocampus)
> Bij hippocampus: vorming nieuwe neuronale cellen, leren en geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prefrontale cortex functie

A

Sociale interactie
> beschadiging zorgt voor karakterveranderingen
> Phineas Gage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lobotomie

A

Doorprikken prefrontale lob met ijsprikker om karakter weg te halen bij iemand met psychische aandoeningen: patiënt wordt identiteitsloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychiatrie: ECT

A

-Electro convulsive therapy > shock therapy met inductie epileptische aanval met schokken
-Psychose
-Zware depressies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke neurotransmitter speelt een belangrijke rol bij epilepsie? en wat gebeurt er?

A

GABA, tijdelijke ontregeling van de hersenen, spasme, buiten bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandelingen epilepsie

A

Anti epileptica drugs (AED)
Chirurgische ingreep (zoals bij H.M.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Parkinson

A

Zenuwcellen die dopamine maken ter communicatie zijn defect > substantia nigra
> Tekort aan dopamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alzheimer disease (AD)

A

-Zenuwcellen zitten in een matrix > vorming amyloïde plaques in intercellulaire matrix wat de neurocommunicatie verhindert > verkleining breinstructuur en holten
-Neurofibrillaire tangles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zenuwstelsel lagere evertebraten (ongewervelden)

A

-Eenvoudige zintuigen
-Diffuus netwerk van geleidingscellen
-Prikkelverspreiding in alle richtingen
-Soms synchronisatie van bewegingen, zeer beperkte respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zenuwstelsel tweezijdig symmetrische evertebraten

A

-Ontwikkeling van een CZS: ventrale zenuwstrengen
-Geleiding prikkel in een richting: receptor naar CZS (afferente banen) en van CZS naar effector (efferente banen)
-Specialisaties binnen CZS: centra met neuronen in een groep (nucleus, in PNS ganglion)
-Cephalisatie: ontwikkeling hersenstructuur in craniale deel v.h. dier
-Complexe zintuigen
-Longitudinale zenuwstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar hebben regenwormen segmentaal ganglia?

A

In de ventrale zenuwstreng en in cerebrale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zenuwstelsel anthropoda (geleedpotigen)

A

Sterke concentratie neuronen in kopgebied: relatief kleine hersenen en ventrale zenuwstreng met ganglia, thorax ganglia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Complexiteit gaat samen met …

A

Centralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vertebraten hebben een nieuw belangrijk onderdeel van het CZS: …

A

De ruggenmerg (hol en dorsaal gelegen, ontstaan uit ectoderm)

17
Q

Vertebraten ontwikkelingen zenuwstelsel

A

-Sterke hersenontwikkeling
-Complex gedrag
-CNS en PNS
-ENS (enterische zenuwstelsel): ganglia voor aansturen darm (autonoom bestuurd, second brain)

18
Q

Ontwikkeling brein vertebraten

A

-Neurale buis
>vroming hersenblaasjes
>voorhersenen met reukzintuig waarneming
>Tussenhersenen met controle visuele processen
> Eindhersenen met basale functies als ademhaling, temperatuur en hartslag.
>Drie naar vijf: prosencephalon naar 2 delen, mesencephalon en rhombencephalon naar 2 delen.

19
Q

Wat ontstaat er uit het prosencephalon en rhombencephalon

A
  • Prosencephalon: Telencephalon en diencephalon
  • Rhombencephalon: metencephalon en myelencephalon
20
Q

In evolutie in de aanturing van het zenuwstelsel gegaan naar een ….. naar … en ….

A

Diffuus netwerk, naar cephalisatie en centralisatie.