HC Anatomie van de Longen Flashcards

1
Q

Hoe verloopt de bulk van het transport?

A

Via diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk oppervlak is gunstig voor diffusie van gassen?

A

waterig oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ademhalingssysteem Eencellige

A

Diffusie door celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ademhalingssysteem meercellige zonder weefsels (kwal)

A

Diffusie door celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ademhalingsstelsel van meercellige met weefsels

A

Diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anneliden

A

Ringwormen (ongewervelde dieren voorbeeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ademhalingsstelsel van ongewervelde dieren

A

Ademhalingsorganen
-Vaak uitsteeksels van lichaamswand (goed doorbloed) voor opname van zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ademhaling van de rondworm

A

Huidademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vertebraten doen ook aan huidademhaling? Waarom zijn deze dubbel-levend?

A

Amfibieën, omdat ze op het land kunnen leven maar ze voortplanten in water. Omdat de huidademhaling een ondersteuning is van de systemische ademhaling en de longen functioneren niet in het ei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ademhaling Inktvis

A

Kieuwen: uitstulpingen van de lichaamswand in de mantelholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er bestaan longloze salamanders. Hoe overleven deze?

A

Door nat te blijven voor efficiënte huidademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ademhaling van stekelhuidigen/echinodermata (waaronder de zeester)

A

Watervaat stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Insecten (anthropoden) hebben als ademhalingsorganen tracheeën. Wat zijn deze en hoe werken ze?

A

Het zijn fijne buisjes die door het gehele lichaam aanwezig zijn en gas opnemen via openingen in het uitwendige skelet. Via tracheolen lopen de gassen naar individuele cellen. Ventilatie middels ritmische contracties van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ademhalingsorganen van spinnen en schorpioenen

A

Boeklongen > platenoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ademhalingsorgaan bij longslakken (hoe is deze ontstaan)

A

Instulping van de lichaamswand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ademhalingsorgaan van longvissen (hoe is deze ontstaan)

A

Instulping van de pharynxwand

17
Q

Kieuwen

A

Uitstulping van de pharynxwand, bij (inkt)vissen en kreeften. Water stroomt langs kieuwepitheel en staat bijna stil en tegengestelde stroming van bloed door de kieuwen voor maximale opname via diffusie.

18
Q

Waarom moeten kieuwen zo efficiënt werken?

A

Zuurstof is slecht oplosbaar in zeewater en diffusie is veel trager dan in de lucht (duizenden malen). Ook is water viskeuzer/stroperiger dan lucht.
> dus moeten de vissen continu zwemmen en water actief over de kieuwen pompen.

19
Q

Tegenstroomprincipe bij kieuwen

A

tegengestelde richting stroming bloed en water zorgt voor de meest efficiënte opname van zuurstof in het zuurstofarme water. (continu een groot verschil in pO2)

20
Q

Vogels hebben geen alveoli in de longen, maar wat dan wel?

A

Parabronchiën, een continue buisachtige structuur, lucht wordt ingeblazen en deels uitgeblazen in luchtzakken (verlengde van de longen) > inbrengen zuurstofrijke lucht en wegduwen van zuurstofarme lucht.
> de longen zijn rigide
> gehele lichaamsholte doet mee aan ventilatie door schommelbewegingen
> vochtig epitheel

21
Q

Waarom hebben vogels parabronchiën en luchtzakken nodig?

A

Omdat ze op grote hoogte vliegen met een hoog metabolisme en dus een efficiënte gaswisseling nodig hebben. (eenrichtingsverkeer door buizenstelsel)

22
Q

Hoeveel rechterlonglobben heeft de mens en hoeveel linkerlonglobben?

A

3 rechterlonglobben en 2 linkerlonglobben (hart zit in de weg)

23
Q

Hoeveel longen heeft een slang? en een reptiel?

A

Slang 1 long
Reptiel 2 asymmetrisch sterk ontwikkelde longen

24
Q

Lagen trachea

A

-Pseudogelaagd cilia respiratoir epitheel, met ook goblet cells ertussen
-Mucosa met daarin lamina propria
-Submucosa met klierachtige structuren
-Hyalien kraakbeen

25
Q

Aansturing van de ademhaling

A

-Medulla oblongata
-Drijvende kracht is de pCO2 (en de pO2 en pH)

26
Q

Pathologie van aansturing van de ademhaling

A

Chronisch hoge pCO2
>sensibiliteit chemoreceptoren neemt af
>lage pO2 wordt driving force van ademhaling
(Zuurstoftoediening bij een noodgeval kan zorgen voor stoppen van de ademhaling)