HC Animal Renal Systems Flashcards
Nieren zorgen ervoor dat er … urine wordt geproduceerd
geconcentreerde
Homeostase
Constantheid van het interieur
Homeostase van welke factoren?
Kalium/natrium, calcium, vochtbalans, zuurgraad, temperatuur, osmolariteit
Organen voor homeostase
Nieren (zuivering bloed), spieren (suikeropslag), lever (detoxificatie)
Benoem de weefselcomponenten: Interstitium, interstitiële ruimte en interstitiële vloeistof bepalen de
Milieu extérieur
Bloed componenten
Bloedcellen en bloedplasma
Milieu intérieur: Wat bevat het bloedplasma?
Plasma-eiwitten als immunoglobulinen, hormonen, albumines, en ionen
Hematocriet
Waarde: volume bloed ingenomen door rode bloedcellen.
Epo als doping
Verhoging hematocriet, maar het bloed wordt dan visceuser: kans op herseninfarct of hartinfarct door embolie
Kraakbeencellen
-Chondrocyten –> komt uit een chondroblast na differentiatie
-Chondroblasten –> vorming kraakbeen (zichzelf inbouwen)
-Chondroclasten
Kraakbeenmatrix
Collagene vezels, eiwitten, proteoglycans, en weefselvocht
Colloïd osmotische druk
Drukverschil van twee eiwithoudende oplossingen
Wat gebeurt er met het weefselvloeistof (dynamiek)
Een deel gaat via het lymfe weg en een deel wordt met de colloïd osmotische druk naar de bloedbaan teruggetrokken.
> defect > oedeem
Hongeroedeem
Door afname colloïd osmotische druk door tekort aan eiwitten
Pitting oedeem
Door beschadiging van gewrichten (zwelling)
Zwangerschap oedeem
Oedeem bij de bekken, door indaling van het kind > dichtdrukken lymfevaten in de liezen.
Olifantenziekte / elephantiatis
Oedeem door wormen, obstructie van lymfevatenstelsel
Wat is essentieel voor de lymfe circulatie
Spieractiviteit
De zalm, de aal en de tilapia zijn ….
migrerende vissen
Hypertone omgeving
Omgeving heeft hoog osmotische waarde, hoge osmotische druk naar buiten vanaf milieu interieur.
Isotoon en hypotoon
Isotoon: gelijke osmotische omgeving
Hypotoon: laag osmotische omgeving
Zoutwater naar zoetwater migratie (+adapties)
Naar hypotoon milieu
>Adapties: huid is ondoordringbaar, zoutcellen in kieuwen (want het water is niet zout wat ze drinken) en nieren
Zoetwater naar zoutwater migratie (+adapties)
Naar hypertoon milieu
>Adapties: water eruit dus constant drinken
(Kraak)beenvissen, osmoregulatie
Osmotische waarde van lichaamsvloeistof is lager dan dat van het zeewater
> adapties: constant drinken, zoutsecreterende cellen (zout opvangen en uitscheiden van wat binnenkomt), ammoniak verlaat het dier via de kieuwen.
Kraakbeenvissen adaptie tegen uitdroging in hypotone omgeving
Ureum in bloed > trekt water aan.
en zout secretie door rectaalklier.
Balans water opname en verlies: hoe verliezen dieren water?
-Longen: uit de alveoli, indien koud
-Faecces
-Huid, zweet
-Maar vooral via urine
Opname water door dieren
-Drinken
-Vocht uit voedsel
-Verbranding van voedsel
Excretie stikstof residuen: producten (in urine)
-Vissen: ammoniak (maar ongeschikt voor landdieren: kost veel water)
-Amfibieën en zoogdieren > in ureum
-Reptielen, vogels, insecten, landslakken: urinezuur
Excretiemechanisme gewervelden
Nieren
Excretiemechanisme eencellige: pantoffeldiertje
Contractiele vacuole: overmaat water en N-houdend afval gaat de cel uit > periodiek actief transport naar vacuole naar PM.
Excretiemechanisme platwormen
Vlamcellen
>Met cilia naar nephridioporus (opening naar externe milieu) voor uitscheiding
>Homeostase door filteren weefselvloeistof en uitscheiden van afval
>Excretorische buisjes (proto-nephridia) monden uit op nephridioporus
Excretiemechanisme rondwormen
H-cellen
Excretiemechanisme gesegmenteerde wormen (annelida)
Meta-nephriden
>Gekoppeld aan gesloten bloedvatenstelsel
>Zuivering lichaamsvloeistof en uitwisseling met bloed
>Niertrechter (nephrostoom) in coeloom (lichaamsvloeistof) met cilia
>kronkelende buis (met netwerk van capillairen), een blaas die uitmonden op de nephriporus (uitscheiding)
Excretiemechanisme van insecten
Buizen van Malpighi (uitstulpingen darmkanaal)
>Blindzakken van darmkanaal omspoeld door hemolymphe
>Uitscheiding vloeistof met N-houdend afval
>Proximale deel einddarm: resorptie water
>Via rectum gaat N-houdend afval eruit met de feces via dezelfde weg (urinezuur)
Lever functies en cellen
-Detoxificatie
-Opslag van glucose
-Homeostase
-Chloragogeencellen
-Middendarmklier
Functionele eenheid lever
Acinus
Waarom heeft het pantoffeldiertje een erg lange lis van Henle?
Omdat ze in een droog milieu leven en veel aan terugresorptie moeten doen.