Hc 7 Flashcards

1
Q

Emoties

A

Aangeboren, instinctieve gedragingen die ons helpen in allerlei situaties gepast en adequaat te handelen. Gedrag wat we hebben meegekregen gedurende de evolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gezamenlijke functies centraal zenuwstelsel en immuunsysteem

A
  • perceptie —> zintuigen
  • evaluatie —> hersenen, geheugen
  • actie —> spieren, AZS, endocriene systeem

Uitdaging is om in elke situatie een optimale reactie te vertonen. Kan bewust of onbewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gedragsimmuniteit

A

Bepaald gedrag helpt ons bij het voorkomen van besmetting met mogelijke levensgevaarlijke micro-organismen. Dit gebeurt door walging. Als je een rot stuk fruit ziet bv ga je dit niet eten, zodat we niet zien worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emoties zijn geen;

A
  • voorkeuren
  • attitudes —> standpunten
  • stemmingen —> wordt vaak wel zo gezien, maar emoties zijn kortdurender en hebben een link naar een bepaalde gebeurtenis of situatie.
  • affectieve predispositie; neiging om met een bepaalde emotie te reageren
  • interpersoonlijke stances; hoe je omgaat met relaties met anderen
  • esthetische emoties; emoties die gebracht worden door vormen van kunst (muziek, film, kunst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Utilitarian emoties

A

Echte emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Emoties zijn wel;

A
  • reactie op een stimulus (situatie bv)
  • stimulus voelt belangrijk voor ons (appraisal (beoordelen))
  • onderscheid tussen expressiecomponent (ik gedraag me blij) en ervaringscomponent (ik voel me blij)
  • duur van een emotie is gelimiteerd
  • motiveren om ons bepaald gedrag te vertonen
  • we hebben capaciteit om emoties te reguleren, aanpassen aan situatie.
  • effect op de persoon die ervaart, maar ook op anderen. Brengt sociale info
  • adaptief en helpen ons aan te passen aan bepaalde situaties (Soms maladaptief)
  • emotions spice up our lifes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benadering charles Darwin

A

Emoties zijn universeel en hebben een adaptieve waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benadering william james

A

Emoties zijn feitelijk de waarneming van een lichamelijke reactie. Emoties zijn de perceptie van lichamelijk reactie. Heb je last van een snelle hartslag en zweethanden —> je merkt dit en voelt je angstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benadering magda arnold

A

Emoties zijn gebaseerd op appraisals (cognitieve visie). Welke emotie opgewekt wordt hangt niet af van de objectieve situatie, maar hoe wij deze interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benadering james averill

A

Emoties zijn sociale constructies. Ze dienen een bepaald doel. Dan zou het kunnen dat elke cultuur zn eigen emoties maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benadering ledoux/damasio

A

Hersenen en emotie; onderzoek naar de link tussen emotie en cognitie. Roll heeft hieraan bijgedragen en bedacht een model met bekrachtiging en straf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Walter cannon

A

Tegenhanger william james;
Emoties zorgen juist voor de lichamelijke reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schachter en singer

A

Fysiologische arousal- situatie bekijken - label aan de arousal.
Zo kunnen dezelfde lichamelijke situaties leiden tot verliefdheid of angst (brug onderzoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Paul ekmann

A

Ging door op de ideeën van darwin. Hij verdeelde emoties over 2 categorieën;
- basisemoties
- geleerde (zelfbewuste) emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Basisemoties volgens ekkmann

A

Blijdschap, verrassing, verdriet, angst, boosheid en walging. Over minachting en schaamte is nog discussie.

Voldoen aan de volgende punten;
- specifiek aangeboren neuraal substraat
- karakteristieke gelaatsexpressie of neuromusculair expressief patroon
- je moet ze makkelijk kunnen onderscheiden
- onafhankelijk van taal en cultuur
- ook uitgedrukt door blinde en doven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Facs

A

Analyse waarvij wordt gekeken welke gelaatsspieren bij welke emotie zijn betrokken
- bij blozen en huilen geen spieren betrokken

17
Q

Neuroculturele theorie van emotie

A

Na kritiek paste ekmann zijn theorieën aan.
- neuro; het originele idee dat bij elke emotie een vaste gelaatsspier betrokken is en geassocieerd is met een perifeer fysiologische reactie.
- cultuur; de culturele toevoeging voegt toe dat verschillende culturen verschillende regels en richtlijnen kunnen opleggen voor wanneer en hoe een emotie geuit kan worden

18
Q

Display rules

A

Culturele regels over het wanneer en hoe uiten van emoties in bepaalde situaties

19
Q

Aangeleerde zelfbewuste emoties

A
  • ontstaan later in de ontwikkeling
  • meer twijfel over het universele gedeelte; cultuur speelt mogelijk een rol bij ervaring en uiting van deze emoties
  • verschijnen voor het eerst wanneer een persoon in staat is zichzelf te herkennen in een spiegel
  • schaamte, schuld, spijt etc
20
Q

James lange theorie

A

Emotie = de perceptie van een lichamelijke situatie. Beer wordt waargenomen, fysiologische reactie treedt op (handen gaan zweten en stem gaat trillen), waarneming hiervan bepaalt de emotie (angst)

21
Q

Cannon-bard theory of emotion

A

Stimulus - maakt on verdrietig, boos, angstig en tegelijkerijd reageert ons lichaam op deze ervaring. Emotionele en fysiologische ervaring treden gelijk op.

22
Q

Schachters cognitive labeling theory of emotion

A

Omgeving wordt gebruikt om fysiologische reacties te kunnen duiden —> misattributie van arousal (brug onderzoek en verliefdheid)

23
Q

Cognitieve emotie model (arnold/lazarus)

A

Heel belangrijk want word gebruikt als basis van therpieën. Het gaat niet om de objectieve situatie, maar om de appraisel. Hoe kijk ik maar de situatie? Vind ik het positief of negatief?

Cognitief model, want cognitie is betrokken bij de ervaring van een bepaalde situatie.

24
Q

Circuit van papez

A

speelt een rol in het corticale controleren van emotie en het gebruik van geheugen.

  • thalamus ontvangst zintuigelijke info over de emotionele stimulus
  • steekt vervolgens uit naar de sensorische cortex die de emotionele stimuli verder verwerken en communiceren met de cingulate cortex.
  • tegelijkertijd communiceert de thalamus met de hypothalamus die de nodige mechanisme voor het lichaam implementeert en projecteert naar de voorste thalamus en de cingulate cortex

2 stromen in circuit;
- corticale circuit; denken over/waarnemen van de emotie
- thalamic-circuit; het gevoel

25
Q

Amygdala en angst

A

Wanneer je amygdala stimuleert vertonen bv dieren tekenen van angst.
Patiënten van laesies in de amydala vertonen moeite met het herkennen van emotionele inhoud van complexe sociale situaties

26
Q

Hippocampus en angst

A

Betrokken bij het geheugen. Als je een plek hebt geassocieerd met angst door eerdere ervaringen (bv tandarts) dan komt dat door de hippocampus.
- laesies in de hippocampus voorkomen contextuele angstconditionering.

27
Q

Damasio

A

Onderscheid tussen emotie en het gevoel van emotie.
- gevoel van emotie is een term die alleen moet worden gebruikt voor de subjectieve mentale ervaring van emotie
- term emotie moet verwijzen naar alle processen die betrokken zijn bij emotie (fysiologisch ook)

28
Q

Rolls emotiemodel

A

Bekrachtiging en straf;
- positieve situaties zorgen voor positieve emoties
- positieve situaties worden je ontnomen, zorgt voor negatieve emoties
- negatieve situaties zorgen voor negatieve emoties
- negatieve situaties worden je ontnomen, positieve emoties

29
Q

Kritiek op evolutietheorie darwin en ekmann

A
  • niet alle gevallen van een emotie waarnaar met hetzelfde woord wordt verwezen lijken op elkaar of voelen hetzelfde
  • cross-culturele variatie van herkenning van emotionele expressie is groter dan ekmann denkt
  • typische emotionele uitdrukkingen zijn eerder symbolen dan echte uitdrukkingen. In real life vertonen ze veel meer variatie.
30
Q

Schauer en elbert

A

Responses van traumatische stress gaan door verschillende fases;

  • freeze; attentieve immobiliteit waarin de actie stopt om te oriënteren in de omgeving
  • flight; vluchten om confrontatie te vermijden. Anders volgende stap;
  • fight; sympatische activatie om te vechten als vluchten niet kan. Anders volgende stap;
  • fright; dood spelen en sensorische info ontvangen over de omgeving
  • flag; shut down van parasympatische activatie
  • faint; verlies door bewustzijn door walging
31
Q

Emoties en psychopathologie

A
  • emotie kan erg prominent aanwezig zijn (angststoornis en depressie)
  • wanneer iemand op een gebeurtenis reageert met afwijkende emoties die andere in die situatie niet zouden vertonen
  • wanneer emotionele reacties niet goed gereguleerd zijn, emoties zijn intenser, gaan langer mee
  • afwijkend gedrag wordt gebruikt om emoties te reguleren
  • algemeen onvermogen om emoties te ervaren en uit te drukken (emotionele gevoelloosheid; alexthymie)
  • onvermogen om bepaalde zeer specifieke emoties te uiten zoals empathie, liefde, schuldgevoel (psychopathie)
  • emoties van anderen worden niet herkend (autisme)