Hc 11 Flashcards
Skeletspieren
Zitten vast aan skelet en zorgen voor beweging van het skeletstelsel. We kunnen zelf bepalen wanneer we deze bewegen
Gladde spieren
Interne organen, bv darmperistaltiek.
Beweegt onwillekeurig
Hartspier
Bijzondere spier, eigen ritme. Beweegt onwillekeurig
Spiervezels
Zit ruimte tussen. Wanneer de spier aangespannen wordt, schuiven de spiervezels in elkaar en wordt de spier dus korter
Witte spiervezels
Weinig bloed, vandaar wit. Kunt ze snel samen trekken en zijn snel moe. Sprinters hebben veel witte spiervezels
Rode spiervezels
Veel bloed, langzaam samentrekken. Niet snel moe, voor marathonlopers
Roze spiervezels
Tussen wit en rood in
3 stadia bij uitvoeren beweging
Planning
Organisatie
Uitvoering
Planning
Beslissen om de beweging uit te gaan voeren (prefrontale cortex)
Organisatie
Omzetten van plan in concrete stappen (premotor cortex)
Uitvoering
Vertaling van stappen in opdrachten en die uitvoeren (motor cortex)
Motorisch systeem
Bestaat uit perceptie, is afferent en gaat van zintuig naar cortex
Motoriek
Efferent, gaat van cortex naar effector
Somatotopische lokalisatie
Homunculus penfield
Route cortex ruggenmerg
- Tractus corticospinalis; ontspringt in cortex. Meeste vezels kruisen contralateraal.
- tractus corticospinalis lateralis; sommige vezels blijven ipsilateraal.
- tractus corticospinalis ventralis;
Ruggenmerg;
- centraal kanaal met cerebrospinale vloeistof. De tractus coritospinalis projecteert naar interneuronen. Deze weer naar motoneuronen. Deze naar spiervezels
Spieren;
Verbinding tussen motoneuronen van het ruggenmerg en spiervezels heet de neuromusculaire synaps. farmaca die de neurotransmitter beïnvloeden hebben invloed op het spiersysteem.