Hc 10 Flashcards
3 eigenschappen geluid;
- frequentie
- amplitude
- complexiteit
Frequentie
In hertz, toonhoogte. 20-20.000 hz is hoorbaar
Amplitude
Decibel, volume
Complexiteit
Timbre, combinaties van verschillende frequenties en amplitudes
Horen door
Omzetten van geluid in actiepotentiaal
Anatomie oor;
Buitenoor
Middenoor
Binnenoor
Buitenoor
Oorschelp; opvangen geluid en verticale lokalisatie
Gehoorgang; geleid geluidsgolven
Trommelvlies; geluidsgolven slaan tegen trommelvlies waardoor het gaat trillen
Middenoor
Hamer; slaag op aambeeld
Aambeeld
Stijgbeugel; zetten geluid door en doen evt aan demping
Binnenoor
Ovaal venster
Slakkenhuis; vloeistof met trilharen die in trilling worden gebracht
Trilharen; als de vloeistof trilt trillen de haren mee, als ze gaan bewegen zetten ze actiepotentialen in gang.
Nervus acousticus
Axonen van interne haarcellen
Externe haarcellen
Maken contact met een ander membraan, zijn geen receptoren; beïnvloeden alleen de stijfheid van het tectoriaal membraan
Interne haarcellen
Geen contact met tectoriaal membraan, zijn wel receptoren. Als de trilharen beschadigd raken kun je minder onderscheid maken tussen hoge tonen
Codering toonhoogte
Als je het slakkenhuis uitrolt;
Begin basilair membraan is smal en stijf. Haarcellen reageren op hoge frequenties. Aan het eind van basilair membraan is het breed en zacht. Haarcellen reageren op lage frequenties. Dit is plaatscodering
Codering volume
Hoe groter de amplitude, des te intenser de beweging van de vloeistof in het slakkenhuis en des te vaker gaan de haarcellen vuren. Dit is frequentie-coderinf
Codering van plaats
Op basis verschil tussen 2 oren;
Verschil in aankomsttijd
Verschil in volume
Alleen horizontaal vlak