hc 1 Flashcards
brein bestaat uit
zenuwweefsel met 2 verschillende zenuwcellen:
neuronen en gliacellen
Taak neuronen
denkwerk
Taak gliacellen
helpen neuronen bij denkwerk
praktische definitie gedrag
elke vorm van observeerbare actie of reactie van een mens of ander organisme in reactie van externe of interne prikkels (stimuli). meestal mix aangeboren en aangeleerd.
aangeboren/aangeleerd
organismen met complexer brein waaronder mensen kunnen meer gedragingen en meer complex gedrag vertonen. Die hebben dus meer dingen aangeleerd.
kennis wordt gebasseerd op
- evolutie hersenen en gedrag verschillende diersoorten
- relatie tussen hersenen en gedrag bij mensen met gezond brein
- relatie hersenen en gedrag bij mensen met structurele en functionele verandering en/of beschadiging brein
history of humankind
mensen stammen niet af van chimpansees, maar hebben wel een gelijke voorouder
breingewicht voorouders
- australopithecus (zuidelijke aap): 400 cm3
- homo habilis (handige mens): 800 cm3
- homo erectus (rechtopstaande mens): 900-1200cm3
homo sapiens (wetende mens): ongv 1500 cm3
encefalisatiequotiënt (EQ)
= feitelijk hersengewicht/verwacht hersengewicht (op basis van lichaamsgewicht)
kat: EQ=1 (soort nulpunt)
hoe is ons brein zo groot geworden?
- leefwijze: fruit eten ipv gras, gebruik van vuur om te koken –> meer tijd voor sociale interactie –> groter brein. samenwerken is lastig, dit moet je leren. er word dan meer van het brein gevraagd in het dagelijks leven
- efficiënte koeling: als het heel warm is, is nadenken lastiger. circualtie systeem is super efficiënt en werk als radiator.
-neotenie: vertraagde ontwikkeling ten opzichte van eerdere diersoorten. –> eigenschappen uit juvenille fase (kindfase) van voorouders blijven behouden in volwassen afstammelingen.
is groter brein een indicatie voor slimmer zijn?
nee. draait niet om gewicht maar om verbindingen tussen hersengebieden. veel gedrag is ook niet aangeboren. dus gewicht zegt niks.
neurale plasticiteit
hersenweefsel heeft het vermogen zich aan te passen aan de omgeving, bv door leren of gebeurtenissen
coronal section doorsnede
frontal view (voorkant)
horizontal section doorsnede
dorsal view (bovenkant)
sagittal section
medial view (zijkant)
dura mater
harde hersenvlies, 2 lagen. zorgen ervoor dat de hersenstructuren op de juiste plek blijven. sterkste laag. bevat veel bloedvaten.
arachnoid layer (spinnen webvlies)
onder dura mater. plakkerig, niet stevig. geen bloedvaten.
Volgt de contouren van het brein, hieronder zitten holtes met vloeistof (subarachnoid space) met cerebrospinale vloeistof. Dit houd de hersenen vers, voert afvalstoffen af en zorgt ervoor dat de hersenen een klein beetje kunnen bewegen of uit kunnen zetten zonder dat het tegen de schedel drukt.
pia mater (zachte hersenvlies)
onder arachnoid layer. goed doorbloedt.
meninges
Hersenvliezen;
dura mater, arachnoid layer en pia mater