H8: Schizofrenie Flashcards
Psychose
Een verscheidenheid van ongelijksoortige symptomen die een individu bang en verward maken.
Schizofrenie spectrum stoornissen
Schizofrenie, schizotypische persoonlijkheidsstoornis, waanstoornis, korte psychotische stoornis en schizoaffectieve stoornis
Positieve symptomen
Symptomen die een toevoeging zijn op het normale functioneren.
Negatieve symptomen
Symptomen die een verlies zijn van het normale functioneren.
Wanen
Hardnekkige maar onjuiste overtuigingen die gewoonlijk een verkeerde interpretatie van percepties of ervaringen inhouden en vaste overtuigingen worden die niet kunnen worden gewijzigd in het licht van tegenstrijdig bewijs.
Hoofdtypes van wanen bij een psychose
Vervolgingswanen, grandioze wanen, wanen van controle, wanen van referentie, nihilistische wanen en erotomanische wanen
Vervolgingswanen
Het individu denkt dat hij wordt achterna gezeten, bespioneerd of dat hij in gevaar is.
Grandioze wanen
Wanen waarbij iemand denkt dat hij een persoon is met veel macht of beroemdheid.
Wanen van controle
Een persoon gelooft dat zijn gedachtes, gevoelens of acties gecontroleerd worden door externe krachten.
Wanen van referentie
Het individu gelooft dat onafhankelijke externe gebeurtenissen een specifieke referentie naar hem maken.
Nihilistische wanen
Iemand gelooft dan dat sommige aspecten van de wereld of van hemzelf heeft opgehouden met bestaan. Je denkt dan bv. dat je dood bent.
Erotomanische wanen
Iemand denkt dan foutief dat een ander persoon verliefd is op hem/haar.
Hallucinaties
Een sensorische ervaring waarin iemand iets kan zien, horen, ruiken, proeven of voelen wat er niet is.
Werkelijkheid-monitoring tekort
Een individu heeft dan moeite met het onderscheid maken tussen wat daadwerkelijk gebeurd is en wat niet.
Self-monitoring deficit
Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen gedachtes van henzelf en gedachten die anderen genereren.
Poverty of content
Bij mensen met een psychose is er soms weinig substantieve inhoud in de verhalen of gesprekken.
Clanging
Denken dat gedreven is door woordgeluiden, zoals bijvoorbeeld rijmen.
Neologismen
Het gebruiken van woorden die niet bestaan
Woordsalades
Wanneer er geen logisch verband meer is tussen de ene en de andere zin.
Voorbeelden van grof ongeorganiseerd of abnormaal motorisch gedrag bij psychotische stoornissen
Kinderlijk gedrag of ongepast gedrag in de context, onvoorspelbaar en opgewonden gedrag of moeilijkheden met het afronden van dagelijkse doelgerichte activiteiten (bv. naar de wc of tandenpoetsen).
Katatonische motorische gedragingen
Een afname in reactiviteit op de omgeving, het behoud van stijve immobiele houdingen, weerstand bieden aan pogingen om te worden verplaatst of doelloze en excessieve motoractiviteit.
Avoliatie
Een onvermogen om normale dagelijkse activiteiten af te ronden. Het individu vertoont weinig interesse in sociale of werkactiviteiten.
Alogia
Een gebrek aan verbale vloeiendheid, waarbij het individu korte en lege antwoorden geeft.
Anhedonia
Het verminderde vermogen om genot te ervaren aan positieve stimuli.