H3: Familie en mantelzorgers perspectief op de impact illness Flashcards

1
Q

Typische taken voor een verzorger

A

Praktisch helpen (koken en boodschappen), emotionele support, helpen bij het regelen van afspraken met medici, management van papierwerk, helpen met persoonlijke zorgtaken (aankleden en wassen) en helpen met mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is de vraag naar informele zorg aan het toenemen?

A

Door de wereldwijde vergrijzing komen chronische ziektes meer voor en is er meer zorg nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verhoogt de kans dat iemand een verzorgende rol aanneemt in de toekomst?

A

De verwachtingen die iemand heeft over de winsten die je krijgt van het zorg bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom kan het bieden van support gezien worden als prosociaal gedrag?

A

De aanwezigheid van oxytocine dat het CZS en het perifere zenuwstelsel beïnvloedt en dus het gedrag, wordt beïnvloed door onze genetische basis. Mensen die support willen bieden verschillen mogelijk in oxytocineniveaus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillende manieren waarop stress een familiesysteem kan onderbreken of veranderen volgens McCubbin & Patterson

A
  1. Het stadium van weerstand: realiteit ontkennen of vermijden
  2. Het stadium van herstructurering: realiteit erkennen en het leven herorganiseren
  3. Het stadium van consolidatie: nieuwe aangepaste rollen zijn mogelijk permanent geworden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Family-systems illness model van Rolland

A

Volgens dit model moeten de ziekte en zijn eigenschappen over tijd in acht worden genomen. Alle personen die betrokken zijn in een familie hebben invloed op het verloop van de ziekte en het welzijn van de zieke persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie geïntegreerde dimensies van familiesysteem functioneren door Olson & Stewart

A

Cohesie, aanpassingsvermogen en communicatie. Families die hier op gebalanceerd zijn, ervaren betere adaptatie op stressoren zoals ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vormen van coping zijn geassocieerd met minder ouderlijke angst en depressie?

A

Actieve focus op het probleem en geen vermijding of passieve reacties op het probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de risico’s voor kinderen die mantelzorger zijn?

A

Slechtere academische prestatie en slechtere sociale vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen van sociale support die er voor zowel de mantelzorger als de zorgontvanger zijn

A
  • Verhoogde naleving van de behandeling en zelfzorg bij de ontvanger
  • Betere emotionele aanpassing van de verzorger
  • Betere huwelijken
  • Verminderde last en isolatie voor de verzorger
  • Verminderde mortaliteit of verhoogde overleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zorgzame acties die worden gezien als niet-behulpzaam

A

Minimaliseren van de situatie, onrealistisch optimistisch zijn en het onderschatten van de effecten van de ziekte op de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Types van niet-ondersteunende interactie

A
  • Ongevoeligheid
  • Disconnecting of disengaging gedrag
  • De schuld geven of fouten zoeken
  • Geforceerd optimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De last van een mantelzorger

A

De objectieve en subjectieve kosten van het verzorgen zoals de fysieke, psychologische, financiële en sociale kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fysieke gevolgen van stress van het verzorgen

A

Slaaptekort, gewichtsverstoring of andere klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zijn er immuunsysteem onderdrukkende effecten van langdurige mantelzorg?

A
  • Oudere mensen als mantelzorger hebben sowieso al een zwakker immuunsysteem
  • Er is een verhoogde kwetsbaarheid voor ziekte resulterend van veranderingen in het immuunsysteem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschillen in bereidheid om mantelzorger te zijn in verschillende etniciteiten of culturen

A

Er zijn verschillen in familisme, gevoelens van loyaliteit en solidariteit onder familieleden. In Afrika en Azië is er meer loyaliteit en familisme dan bij witte mantelzorgers.

17
Q

Voorspeller van levenstevredenheid en positieve mentale gezondheid

A

Veerkracht. Het is een kleine maar significante voorspeller.

18
Q

Weerstandsfactoren

A

Subjectieve beoordelingen van een onevenwichtigheid tussen de eisen van de zorg en de middelen die beschikbaar worden geacht. Bevatten intrapersoonlijke factoren als persoonlijkheid en motivatie, socio-ecologische factoren als familie-omgeving en support middelen en stress-verwerkende factoren als cognitieve beoordelingen.

19
Q

Vier factoren van ervaren efficiëntie in de palliatieve zorg

A
  1. Het beheren van medische informatie
  2. Het zorgen voor de zorgontvanger
  3. Zorgen voor jezelf
  4. Omgaan met moeilijke interacties en emoties
20
Q

Protective buffering

A

Het ontkennen of verbergen van negatieve informatie, gevoelens en gedachtes voor je partner. Je beschermt dan je partner, maar je verhoogt je eigen stressniveau.

21
Q

Dyadische coping

A

Coping waarbij beide leden van een partnerschap betrokken zijn bij het omgaan met de stressor, ook al is er maar één die direct te maken heeft met de stressor.

22
Q

Haatdragende verzorgers

A

Neigen om de controle te nemen en overbezorgde zorg te bieden, wat de autonomie van de zorgvrager kan ondermijnen.

23
Q

Koppelsidentiteit

A

De relatie neemt een eigen identiteit aan, in plaats van dat er twee aparte individuen zijn. De mate waarin de gezonde echtgenoot de relatie met de zieke echtgenoot als een deel van het zelfconcept, medieert de effecten van ervaren overbelasting, rationele veranderingen en verlies van onafhankelijkheid.