H8 en H9 Flashcards
Robert S. Feldman
perceptuele schematisering
Dit is het vermogen om in een tekening, die opgebouwd is uit verschillende figuurtje, zowel het geheel als de afzonderlijke delen te
zien
pavor nocturnus
Een slaapstoornis die leidt tot een versnelde ademhaling en hartslag, en maakt dat een kind in een intense paniektoestand wakker wordt. Slechts 1 tot 5% van de kinderen heeft hier last van
Preoperationeel stadium (Piaget)
Het preoperationeel stadium is het stadium dat duurt van 2 tot 7 jaar en waarin het gebruik van symbolisch denken groeit, het vermogen om te redeneren ontstaat en het gebruik van begrippen toeneemt.
operaties
georganiseerde, formele, logische mentale processen
Symboolgebruik
is het vermogen om een mentaal symbool, een woord of een object te gebruiken om iets wat niet fysiek aanwezig is weer te geven of te vervangen
PECS
picture exchange communication system - systtem om kinderen te ondersteunen bij het begrijpen van symbolen.
taalontwikkeling volgens Piaget
gebaseerd op de ontwikkeling van complexere
denkwijzen en niet andersom
centratie
Centratie is het onvermogen van jonge kinderen om zich op meer dan één aspect van een stimulus te concentreren. voor kleuters is uiterlijke verschijning alles
Conservatie
het inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan de opstelling en de uiterlijke verschijningsvorm van objecten. Bijv. laag breed glas denken ze dat minder in zit dan hoog smal. Hun neiging tot centratie weerhoudt hen ervan zich te concentreren op relevante kenmerken van de situatie
Transformatie
Het proces waarbij de ene toestand verandert in de andere.
Kinderen in de preoperationele periode zijn niet in staat om zich transformaties voor de geest te halen of te
herinneren.
Wat is Egocentrisme
is het onvermogen om zich te verplaatsen in anderen
Welke 2 soorten egocentrisme zijn er
- het gebrek aan besef dat andere dingen vanuit een ander fysiek perspectief zien en
- het onvermogen om zich te realiseren dat anderen gedachten, gevoelens en standpunten hebben die anders zijn dan de eigen
Intuïtief denken
denken waarin tot uiting komt dat peuters en kleuters gretig kennis over de wereld verwerven en primitief redeneren; ze hebben (vaak niet-kloppende) verklaringen voor alles wat ze waarnemen.
Functionaliteit
Functionaliteit houdt in dat acties, gebeurtenissen en resultaten volgens vaste patronen aan elkaar gerelateerd zijn. Bijv. tv-kanaal kunnen veranderen door op een knopje te drukken.
Identiteit
Identiteit is het besef dat bepaalde dingen hetzelfde blijven, ongeacht veranderingen in vorm, omvang en uiterlijk.
Begrip van identiteit is noodzakelijk om het concept
conservatie te kunnen begrijpen, het besef dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning