H16 Flashcards
stadium 5: identiteit-versus-indentiteitsverwarring
Erikson
12-18 jaar
- periode waarin tieners erachter proberen te komen wat hun uniek maakt en wat hen van anderen onderscheidt
- proberen sterke en zwakke punten te ontdekken
- ze proberen veschillende rollen en keuzes uit.
Stadia van Erikson
1 vertrouwen versus wantrouwen (0-1,5 jaar)
2 autonomie versus schaamte en twijfel (1,5 - 3 jaar)
3 initiatief versus schuldgevoel (3-6 jaar)
4 vlijt versus minderwaardigheid (6-12 jaar)
5 identiteit versus indentiteitsverwarring (12-18 jaar)
6 intimiteit versus isolement (18-35 jaar)
7 generativiteit versus stagnatie (35-65 jaar)
8 integriteit versus wanhoop 65+
psychosociale moratorium
periode waarin adolescenten zich tijdelijk onttrekken aan de verantwoordelijkheden van volwassenheid en verschillende rollen en mogelijkheden proberen (bv tussenjaar reizen)
kritiek op Erikson
- de mannelijke identiteitsontwikkeling gebruikt als norm voor vrouwen
- Gilligan stelt dat vrouwen hun identiteit ontwikkelen via de relaties die ze opbouwen
Marcia’s theorie van identiteitsontwikkeling
- Gebruikte Erikson als uitgangspunt
- 4 categorieën met 2 eigenschappen crisis en binding
4 identiteitscategorieën
1 identity achievement (onderzocht en gekozen) (binding en crisis)
2 identity foreclosure (verwachting zoon familiebedrijf)(binding geen crisis)
3. moratorium (uiteindelijk verbinden, duurt lang) (geen binding wel crisis)
4 identiti diffusion (losbandig, vaak sociaal teruggetrokken)(geen binding geen crisis)
identity achievement
- verbinden aan een specifieke identiteit na een crisisperiode waarin ze verschillende alternatieven overwegen
- psychisch het gezondst van de 4
- gemotiveerd iets te bereiken
- groter ethisch besef dan de andere adolescenten
identity foreclosure
- voortijdig verbonden aan een identiteit zonder dat ze alternatieven voldoende hebben onderzocht (binding geen crisis)
- zoon van familiebedrijf
- vaak autoritair
- veel behoeft aan goedkeuring va anderen
moratorium
- ze hebben tot op zekere hoogte andere identiteiten onderzocht maar nog niet aan een identiteit verbonden (geen binding wel crisis)
- relatief nerveus
- last van psychische conflicten
- ze verbinden zich uiteindelijk wel maar duurt wel lang
identity diffusion
- ze overwegen verschillende identiteiten maar verbinden zich nooit aan 1 specifieke (geen binding geen crisis)
- losbandig en springen van hak op tak
- hechte relaties opbouwen lukt niet
- vaak sociaal teruggetrokken
wanneer komt identiteit tot stand?
- vaak aan het eind van de tienerjaren of begin 20
- het is geen eindpunt,, het blijft veranderen, blijvend zoekend en explorerend
identiteitsstijl
- Berzonsky
- 3 stijlen
- de informatiegeoriënteerde (actief zoeken)
- de normatieve (o.b.v. verwachting anderen)
- de verwarde/vermijdende (uitstel)
identiteitsstijl - informatiegeoriënteerde
- voelen zich beter dan andere stijlen
- kunnen het beter vinden met anderen
- ervaren ouders als autonomie en ondersteunend
identiteitsstijl - normatieve
- hebben meer vooroordelen
- zijn onverdraagzamer
- hebben het moeilijk in de omgang met andere mensen
- helpen anderen enkel voor eigen aanzien
- vaak relationeel agressief
- ervaren hun ouders als controlerend
identiteitsstijl - verwarde/vermijdende
- zitten slecht in hun vel
- komen zelden tot identiteitskeuzes
- vaak relationeel en fysiek agressief
- ervaren hun ouders als controlerend