H2, deel 2 Flashcards

1
Q

evolutionair perspectief

A
  • probeert gedrag te identificeren dat het resultaat is van de genetische erfenis van onze voorouders
  • Op basis van Darwins argumenten menen aanhangers van het evolutionair perspectief dat onze genetische erfenis niet alleen bepalend is voor fysieke kenmerken
    als huidskleur en kleur van de ogen, maar ook voor bepaalde persoonlijkheidseigenschappen en sociale gedragspatronen
  • Het evolutionair perspectief leunt zwaar op de ethologie, de wetenschap die kijkt naar de invloed van biologische kenmerken op gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gedragsgenetica

A
  • bestudeert de effecten van erfelijkheid op gedrag

- hoort bij evolutionair perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 perspectieven

A
  • Psychodynamisch (Freud, Erikson)
  • Behavioristisch (Sikker, Bandura)
  • Cognitief (Piaget)
  • Systemisch (Vygotsky)
  • Evolutionair (Lorenz )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kritiek op evolutionair perspectief

A
  • te eenzijdig op genetisch en biologisch
  • weinig aandacht omgeving en sociale factoren
  • lastig te toetsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Operationalisering

A

is het proces waarmee een hypothese wordt vertaald in specifieke, toetsbare procedures die gemeten en waargenomen kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

typen onderzoek

A
  • Experiment
  • Correlationeel onderzoek
  • Surveys
  • Natuurlijke observatie
  • Casestudy
  • Veldonderzoek
  • Laboratoriumonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee onderzoeksmethoden

A

Theoretisch onderzoek of

toegepast onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Theoretisch onderzoek

A

Onderzoek dat specifiek bedoeld is om verklaringen te toetsen en nieuwe
wetenschappelijke kennis te vergaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Toegepast onderzoek

A

Onderzoek dat bedoeld is om praktische oplossingen voor directe problemen te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe meten van veranderingen en verschillen naarmate mensen ouder worden

A
  • longitudinaal onderzoek,
  • crosssectioneel of dwarsdoorsnede-onderzoek
  • cross-sequentieel onderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

longitudinaal onderzoek

A
  • Onderzoek waarin het gedrag van een of meer individuen door de tijd heen wordt gemeten
  • vergen enorm veel tijd
  • je hebt een grote kans op uitval van
    participanten
  • bestaat het risico dat participanten die geobserveerd of getest worden ‘testwise’ worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

crosssectioneel =

dwarsdoorsnede-onderzoek

A
  • onderzoek waarin mensen van verschillende leeftijden op hetzelfde tijdstip met elkaar worden vergeleken
  • De mogelijkheid dat de verschillen die we in dwarsdoorsnede-onderzoeken tussen verschillende leeftijdsgroepen het gevolg zijn van cohortverschillen is niet geheel uit te sluiten
  • selectievere uitval in de zin dat participanten van sommige leeftijdsgroepen sneller afhaken dan andere - steekproef is dan niet representatief
  • vertellen dwarsdoorsnede-onderzoeken ons niets over veranderingen in individuen of groepen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cross-sequentieel onderzoek.

A
  • Onderzoek waarin een aantal verschillende leeftijdsgroepen op
    verschillende tijdstippen worden bestudeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly