H7 Discriminatie en vooroordelen Flashcards
Definitie discriminatie
mensen anders behandelen op basis van kenmerken die voor de situatie niet relevant zijn
Sociale categorisatie
het indelen van mensen in categorieën zoals leeftijd, sekse en etniciteit. Dit is een automatisch proces. Net zo goed als dat we muziek, films en meubels in kunnen delen in een categorie, doen we dat dus ook met mensen.
Categorisatie-accentuatie
geneigd zijn om alles wat tot een bepaalde (sociale) categorie behoort als homogeen (hetzelfde) te zien.
Sommige categorisaties zijn belangrijker voor sommige mensen dan andere, en worden dan ook sneller geactiveerd. Politicus zal mensen bijvoorbeeld onderverdelen in politieke voorkeur.
Ingroup (‘’wij’’)
Anderen die tot jouw ingroup behoort te bevooroordelen en positiever te beoordelen ten opzichte van de outgroup.
- Dit komt omdat de groep waar wij onszelf in plaatsen of in terecht komen, voor ons gevoel onze identiteit aan ontleend kan worden. Daarom kan het vervelend zijn als je opgedeeld wordt in een stom groepje, omdat jij jezelf, en andere jouw hetzelfde kunnen zien, als hoe jij naar je stomme groepje kijkt,
- Ookal is het alleen een gymgroepje waar in geplaatst bent waar je maar heel kort in zit.
- We streven als mens naar een positief zelfbeeld, en zullen de ingroup (‘’wij’’) positiever waarderen dan andere groepen.
Outgroup (‘’zij’’)
- Bij een outgroup denken we vooral abstract en stereotypen.
- homogeniteit duidt op het verschijnsel dat leden van de outgroup sterker op elkaar schijnen te lijken dan leden van de ingroup. (‘’alle chinese mensen lijken op elkaar’’)
- Vooroordelen zijn affectieve (=gevoelsmatige) reacties die iemand ervaart ten aanzien van bepaalde groepen mensen zonder de mensen uit die groepen persoonlijk te kennen.
- Dit kan een negatief, maar ook een positief gevoel of attitude ten opzichte van een bepaalde categorie mensen.
Sociale identiteitstheorie
zegt dat groepslidmaatschappen een deel van ons zelfbeeld bepalen. De groep waar we bij horen zegt iets over onze sociale identiteit.
Vooroordelen
Wanneer we spreken over gevoelens die we hebben ten opzichte van leden van andere groepen spreken we over vooroordelen. Dit is dus een gevoel wat je ervaart naar een bepaalde groep mensen, zonder dat je deze groep of deze mensen persoonlijk hoeft te kennen. Een vijandige of negatieve houding ten opzichte van een te onderscheiden groep van mensen. De houding is slechts gebaseerd op het feit dat deze mensen lid zijn van deze specifieke groep.
Stereotypen
Dit zijn geen gevoelens, maar cognitieve structuren. = mentaal model van de werkelijkheid. Stereotypen zijn kenmerken die men met een groep of categorie associeert.
Stereotypen worden vaak gevoed doordat we bepaalde dingen lezen in de kranten, er over horen op het werk of er over praten met onze familie vrienden. Media speelt hier natuurlijk ook een grote rol in.
illusoire correlatie
heet. Dit komt erop neer dat we verbanden (correlaties) zien die er niet zijn (illusoir). Antiliaans iemand – iemand in elkaar slaan zegt niet altijd iets over alle antilianen want daar zit geen echt verband tussen.
Etnocentrisme
Wanneer we onze eigen cultuur centraal stellen en daar de cultuur en het gedrag van anderen aan afmeten. Daarbij wordt de eigen cultuur beter geacht dan die van anderen.
‘’just world’’-hypothese
Zo is het nou eenmaal/diegene zal het wel verdient hebben. Deze hypothese zegt eigenlijk dat de wereld rechtvaardig is en dat ieder krijgt wat hij verdient. Dit geeft ons een minder onzeker gevoel over de wereld, en maakt dingen die er gebeuren logisch voor ons.
Contacthypothese
Dit zegt dat door verschillende groepen met elkaar in contact te brengen waardoor de leden elkaar beter kunnen leren kennen, waardoor deze elkaar meer als individuen gaan zien. Volgens Allport zijn gelijke status en gemeenschappelijke doelstellingen medebepalend of samenzijn tot positief contact kan leiden. Deze doelstellingen moeten haalbaar zijn door samenwerking tussen de groepen.