H5 Aantrekkingskracht Flashcards
1
Q
blootstellingseffect
A
Wanneer iemand dichtbij woont is de kans dus ook groter dat je met zo iemand in een relatie komt.
2
Q
matching-hypothese
A
- mensen met dezelfde eigenschappen en klein mogelijke kans op afwijzing zou een match moeten zijn
3
Q
aantrekkelijkheid meten
A
taille-heupverhouding ‘’waist-hip ratio’’ en gewicht in verhouding tot lichaamslengte ‘’bodymass-index’’ –> zou samenhangen met vruchtbaarheid
- prestigeverhoging: aantrekkelijk partner krijgen we zelf ook positieve eigenschappen toegedicht
4
Q
risicoanalyse
A
- hoe groot de kans dat we een soa oplopen is.
- dit geeft schijnveiligheid
5
Q
onrealistisch optimisme
A
men schat het risico op besmetting bij zichzelf lager in dan bij een ander. Je schat jezelf vaak onkwetsbaarder in.
- Motivationele factoren: je prettiger voelen bij de gedachte dat je geen risico loopt. (zie: Cognitieve dissonantie)
- cognitieve factoren: beredeneren dat het niet nodig is. je denkt alleen maar eraan dat jij geen SOA hebt, maar denkt niet aan dat de ander het misschien wel heeft.