H7 Flashcards
Emotie
Een gevoelstoestand die relatief kort en sterk is, veroorzaakt is door een specifieke gebeurtenis. (Lijken op het weer.) Het is een complex fenomeen dat een subjectief gevoel omvat, samen met fysiologische veranderingen (hartslag), gedrag (deur dichtgooien) en een cognitieve beoordeling (je emotie goedpraten).
Stemming
Een gevoelstoestand relatief lang duurt en minder intens is, en niet noodzakelijk veroorzaakt wordt door een specifieke gebeurtenis. (Lijken op het klimaat)
Affect
verzamelterm, zegt niets over duur of inhoud → kan zowel positief als negatief zijn, lang of kort, emotie of stemming. (Het klimaat en het weer).
Subjectief welbevinden (geluk)
Cognitieve (hoge/lage levenstevredenheid) en affectieve (veel positieve emoties en weinig negatieve emoties) evaluaties van het leven.
Levenskwaliteit
Heeft een subjectieve component en een objectief component (levensomstandigheden, lichamelijke gezondheid, inkomen, werk, etc.).
Emoties bij babies
Volgens onderzoekers zijn emoties aangeboren. Emoties zijn waarneembaar in de eerste levensdagen. Maar hoe weten we dit als baby’s niet kunnen praten? We meten dit door baby’s in bepaalde situaties te plaatsen en hierdoor te kijken hoe een baby ergens op reageert. Er wordt dan gekeken naar gezichtsexpressies.
Primaire emoties
Het begint met hele primaire reacties op de situatie. Het huilgedrag bij de geboorte is bijvoorbeeld niet omdat ze verdrietig zijn, maar is een primaire reactie. Vlak na de geboorte hebben ze primaire emoties;
- tevredenheid
- interesse (kijken of ze ergens aandacht aan besteden)
- distress (kijken of ze huilen)
Primaire emoties zijn redelijk universeel.
1,5 jaar
Ontwikkeling van het zelfbewustzijn. Ze beginnen bijvoorbeeld zichzelf te herkennen in de spiegel. Dit is noodzakelijk voor de ontwikkeling van secundaire emoties.
Secundaire emoties
De ontwikkeling van de secundaire emoties begint rond de twee jaar, zoals empathie (+verlegenheid, afgunst) Verder leren ze ook bepaalde standaarden en regels. Door dit te leren zullen ze zich rond de 2,5 jaar nog complexere emoties ontwikkelen zoals, schaamte, schuld en trotsheid.
De emoties van baby’s hebben een biologische basis en zijn universeel, maar toch zijn er ook omgevingsinvloeden:
- Kinderen spiegelen emotionele uitingen van verzorger.
- Moeders reageren selectief op de uitdrukkingen van hun baby’s.
De baby’s kunnen hiervan leren → baby’s worden getraind om vaker blije gezichten te tonen dan chagrijnige of verdrietige.
→ Vroege socialisatie van emoties: verschillende vormen in verschillende culturen.
Sociale referencing
Vanaf 9 maanden; Dit is de imitatie van de emoties van de ouders; zij zijn het referentiekader voor hoe zich te gedragen in nieuwe situaties.
Ook is er rond de 9 maanden meer emotionele communicatie (de ouders praten tegen de baby): baby’s en jonge kinderen leren emoties te begrijpen en ze op gepaste wijze te uiten
Emotieregulatie
meer positieve emoties willen ervaren die intens zijn en minder negatieve emoties ervaren die minder intens zijn. Dit is het proces wat betrekking heeft op het uiten van emoties en het geven van een emotionele reactie, zodat het kind niet overweldigd raakt door één emotie. Deze emotieregulatie kan worden gedaan door situaties te vermijden of door de gebeurtenis/emotie te veranderen. “Ik was echt niet bang, ik was gewoon verrast.” Dit ontwikkeling hiervan wordt beïnvloedt door het temperament van het kind en het gedrag van de verzorger.
Emotieregulatie babies
Baby’s reguleren hun emoties vanaf het begin. (Deze emoties zorgen ook voor de hechting met hun verzorgers, want de baby kan laten zien wat hij/zij nodig heeft en hier kunnen de ouders op reageren.)
enkele eenvoudige strategieën (bijv. als ze iets zien wat ze niet fijn vinden dan zullen ze wegdraaien of zuigen op fopspeen)
o Ook hulp van verzorgers: liedje zingen, wiegen.
Emotieregulatie eind eerste jaar
o Kunnen zich verwijderen van nare gebeurtenissen.
o Actief troost zoeken bij verzorgers als ze van streek zijn.
Emotieregulatie 18-24 maanden
o Proberen controle te krijgen over wat hen van streek maakt (bijv. andere kinderen duwen).
o Kan met frustraties omgaan, vaak door zichzelf af te leiden (distraction).
o Kunnen hun wenkbrauwen fronsen of hun lippen samenknijpen om hun woede of
verdriet te onderdrukken (emotional suppression).
Emotieregulatie Einde 2e jaar
o Cognitieve regulatie van verdriet (bijv. door het herhalen van troostende woorden).
o Dus eerst vooral motorische strategieën, nu ook cognitieve
Emotieregulatie 3 tot 4 jaar
ontwikkeling prefrontale cortex;
Verbeteringen in emotieregulatie, betere coping negatieve emoties. (Gebruik meer cognitieve emotieregulatie).
Dus in de eerste 2 jaar vooral veel motorische emotieregulatie, maar vanaf de 2 jaar ook meer gebruik van cognitieve emotieregulatie.
Tijdens de kleuterschool en schoolgaande leeftijd is er een verbetering van emotionele competentie:
o Er zijn duidelijke emotionele expressies.
o Er is meer begrip van emotie.
o Betere emotie regulatie vaardigheden
o Kloof (+ bewustzijn) tussen innerlijke emoties en geuite emoties wordt groter.