H13 Flashcards
Het definiëren van de grens tussen normaal en abnormaal gedrag / typische en atypische ontwikkeling is gecompliceerd. Er zijn wel drie brede criteria:
Statistische afwijking
Aanpassing
Persoonlijke distress
Statistische afwijking
Valt het gedrag buiten het normale bereik van gedrag?
Aanpassing
Interfereert het gedrag met aanpassing of vormt het een gevaar voor
zichzelf/anderen?
Persoonlijke distress
Veroorzaakt het gedrag ongemak voor de persoon zelf?
Er zijn ook professionele diagnostische criteria:
DSM-5
ICD-10
Dit zijn twee manieren om kenmerken en symptomen van psychische stoornissen te definiëren. Verder moeten factoren gerelateerd aan cultuur (Aziaten met een depressie melden meer somatische symptomen) en ontwikkeling (kleine kinderen zijn eerder prikkelbaar als ze een depressie hebben, dan dat ze verdrietig zijn) ook in overweging worden genomen om te bepalen of gedrag atypisch is.
Ontwikkelingspsychopathologie
studie over de oorsprong en het verloop van onaangepast gedrag. Het is een evaluatie van een atypische ontwikkeling in relatie tot een typische ontwikkeling. Er is een interdisciplinaire kijk nodig (gedrag, genetica, neurobiologische mechanismen) om atypische ontwikkeling te begrijpen (neurologische ontwikkelingsstoornissen).
A: Continuïteit van maladaptatie
leidt uiteindelijk tot stoornis. De auto is op een maladaptief pad en crasht dan, dat is het ontstaan van de stoornis.
B. Initiële maladapatie gevolgd door een positieve verandering (veerkracht).
De auto zit op het maladaptieve pad, maar verandert van traject.
C: Continue positieve aanpassing.
Die bevindt zich op een adaptief pad en blijft hier ook.
D: Initiële positieve aanpassing gevolgd door een negatieve verandering in de richting van pathologie
De auto was op het adaptieve pad en door bijvoorbeeld een negatieve gebeurtenis gaat het van het pad af en wordt maladaptief.
Ontwikkeling psychopathologie
Ontwikkeling is dus continue of discontinue. En de rol van nature en nurture is heel belangrijk. Je kan een aanleg hebben om een slechte psychopathologie te hebben wat in combinatie met slechte gebeurtenissen kan leiden tot psychopathologie.
Hoe herken je atypisch gedrag
Je kan hierbij kijken naar sociale normen. Dit zijn de verwachtingen over hoe je je moet gedragen in een bepaalde sociale context. Als iemand niet voldoet aan de sociale normen, dan vinden wij dit atypisch gedrag.
Kenmerken atypisch gedrag
- Bij een gebrek een normaal oogcontact kan er sprake zijn van autisme, maar in sommige culturen is het onbeleefd om in andermans ogen te kijken.
- Leeftijdsnormen: Er zijn verwachtingen over welk gedrag geschikt of typisch is voor verschillende leeftijden.
- Nature-nurture: biologische, psychologische en sociale factoren gedurende de levensduur; impact van risicofactoren versus beschermende factoren voor de ontwikkeling van psychopathologie.
- Continuïteit-discontinuïteit: ontwikkeling/veranderingen van psychopathologieën gedurende de levensduur (bijv. bepaalde levensfasen voor bepaalde stoornissen versus gedurende de hele levensduur).
Kwetsbaarheidsstress model
zegt dat de interactie tussen nature en nurture heel belangrijk is.
Volgens dit model ontstaat psychopathologie door de interactie tussen kwetsbaarheid (diathese)(kwetsbaarheid kan genetische aanleg zijn, maar ook fysiologie, cognitie, persoonlijkheid, etc.) voor psychologische stoornis & ervaren van stressvolle levensgebeurtenissen.
Bijvoorbeeld: 10% van de mensen (21-26 jaar) met een of twee hoogrisico-genen voor depressie werd depressief bij geen negatieve levensgebeurtenis, maar 33% bij 4 of meer negatieve gebeurtenissen (Caspi et al., 2003)
Stoornissen vroege kindertijd
Autisme
Depressie