H5 Flashcards

1
Q

emoties

A

subjectieve reacties op de omgeving, zijn prettig of onaangenaam gaan gepaard met een vorm van fysiologische opwinding en worden vaak gecommuniceerd aan andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire emoties

A

angst, vreugde, verdriet en ontstaan vroeg in het level omdat ze geen zelfreflectie vereisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secundaire emoties

A

trots, schaamte, schuldgevoel en komen pas later in de ontwikkeling omdat dit gedeeltelijk afhangt van het zelfgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

genetisch-rijpingsfase

A

zegt dat emoties producten zijn van de biologie; een belangrijke brond heirvan is de tweelingstudie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leerperspectief

A

zegt dat emoties en de manier waarop ze geuit worden, verschillende beginleeftijden, frequenties en intensiteiten, bij verschillende kinderen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functionalistische perspectief

A

zegt dat emoties helpen om doelen van mensen te bereiken en om mensen te leren zich aan ta passen aan hun omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

coderingsschema’s

A

waarbij onafhankelijke waarnemers gedifferentieerde scores toekennen aan verschillende delen van het gezicht en bewegingspatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

maximally discriminative facial movement (max)

A

een coderingssysteem voor emotionele expressies van kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

emotionele regulatievermogens

A

belangrijke voorspellingen van latere aanpassingen; agressieve kinderen zullen later extra agressief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

emotionele scripts of complexe schema’s

A

hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze een vollediger begrip van de betekenis van emotietermen en van de situaties die verschillende soorten gevoelens oproepen krijgen
stelt het kind in staat om het type emotionele reactie te identificeren dat waarschijnlijke gepaard gaat met een bepaald soort gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psychoanalystische hechtingstheorie

A

volgens freud raken baby’s gehecht aan hun verzorgers omdat de ouders worden geassocieerd met voldoening van de aangeboren drang van het kind om genot te verkijgen door orale stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ethologische gehechtheidstheorie john bowlby

A

suggereert dat net zoals het kind biologisch voorbereid is om te reageren op de opvoeding die door de ouders worden geboden, de ouders biologisch voorbereid zijn om te reageren op het gedrag van de baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vreemde situatie procedure

A

een zorgvuldige uitgewerkt scenario waarin een moeder haar baby twee keer alleen of met een vreemde achterlaat en twee keer terugkeert om herenigd te worden met haar kind zodat ainsworth de baby-moederrelaties kon beoordelen en classificeren op basis van aard en kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

subjectieve reacties op de omgeving, zijn prettig of onaangenaam gaan gepaard met een vorm van fysiologische opwinding en worden vaak gecommuniceerd aan andere

A

emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

angst, vreugde, verdriet en ontstaan vroeg in het level omdat ze geen zelfreflectie vereisen

A

primaire emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

trots, schaamte, schuldgevoel en komen pas later in de ontwikkeling omdat dit gedeeltelijk afhangt van het zelfgevoel

A

secundaire emoties

17
Q

zegt dat emoties producten zijn van de biologie; een belangrijke brond heirvan is de tweelingstudie

A

genetisch-rijpingsfase

18
Q

zegt dat emoties en de manier waarop ze geuit worden, verschillende beginleeftijden, frequenties en intensiteiten, bij verschillende kinderen hebben

A

leerperspectief

19
Q

zegt dat emoties helpen om doelen van mensen te bereiken en om mensen te leren zich aan ta passen aan hun omgeving

A

functionalistische perspectief

20
Q

waarbij onafhankelijke waarnemers gedifferentieerde scores toekennen aan verschillende delen van het gezicht en bewegingspatronen

A

coderingsschema’s

21
Q

een coderingssysteem voor emotionele expressies van kinderen

A

maximally discriminative facial movement (max)

22
Q

belangrijke voorspellingen van latere aanpassingen; agressieve kinderen zullen later extra agressief zijn

A

emotionele regulatievermogens

23
Q

hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze een vollediger begrip van de betekenis van emotietermen en van de situaties die verschillende soorten gevoelens oproepen krijgen
stelt het kind in staat om het type emotionele reactie te identificeren dat waarschijnlijke gepaard gaat met een bepaald soort gebeurtenis

A

emotionele scripts of complexe schema’s

24
Q

volgens freud raken baby’s gehecht aan hun verzorgers omdat de ouders worden geassocieerd met voldoening van de aangeboren drang van het kind om genot te verkijgen door orale stimulatie

A

psychoanalystische hechtingstheorie

25
suggereert dat net zoals het kind biologisch voorbereid is om te reageren op de opvoeding die door de ouders worden geboden, de ouders biologisch voorbereid zijn om te reageren op het gedrag van de baby
ethologische gehechtheidstheorie john bowlby
26
een zorgvuldige uitgewerkt scenario waarin een moeder haar baby twee keer alleen of met een vreemde achterlaat en twee keer terugkeert om herenigd te worden met haar kind zodat ainsworth de baby-moederrelaties kon beoordelen en classificeren op basis van aard en kwaliteit
vreemde situatie procedure