H4 - Thoracic Trauma Flashcards

1
Q

Hoeveel % van de volgende patiënten moet geopereerd worden
- Blunt chest injuries
- Penetrating chest injuries

A

Blunt chest injuries: <10%
Penetrating chest injuries 15-30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat als je chest tube hebt geplaatst, welke niet helpt
Welke aandoening?
Wat dan?

A

Tracheobronchial injury
>1 chest tube

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tracheobronchial injury
D/

A

Bronchoscopy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Grootste veroorzaker spanningspneu
Andere oorzaken (2)

A

Grootste: Positieve drukbeademing in patiënten met visceraal pleura trauma

Anders:
- simpele pneu waarbij longparenchym niet sluit
- subclavia/jugularis lijn insertie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoevaak bereikt een over-the-needle catheter van deze maten de pleurale ruimte
- 5 cm
- 8 cm

A

5 cm: >50%
8 cm: >90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar plaats je chest tube

A

5e ic, iets anterieur voor midaxillaire lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Massive hemothorax
Definitie

A

> 1500ml of >1/3e
bloed in thoraxhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Collapsed neck veins
Waar kan dit op duiden

A

Massive hemothorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke maat chest tube

A

28-32 french

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat als je een pt een chest tube geeft en hier komt >1500 ml bloed uit

A

Urgent thoracotomy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij hoeveel ml per hoeveel uur ook thoracotomy na chest tube

A

200 ml per 2-4u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de mediastinale box

A

Mediaal van tepels
Mediaal van scapulae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cardiale tamponade
Definitie

A

Compressie van het hart door een accumulatie van vloeistof in de pericardiale zak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tamponade
S/ (7)

A

Classic triad: muffled heart sounds, hypotensie, distended veins
Verminderde inflow naar hart
Verminderde output
Kussmaul’s sign (distending veins with inspiration)
PEA; pulseless electrical activity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vooral spanningspneu links kan lijken op cardiac tamponade, wat gebruik je om te differentiëren

A

Percussie; spanningspneu: hyperresonant
Auscultatie; tamponade: bilaterale lung sounds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PEA
O/

A

Extreme hypovolemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Medicatie bij cardiac arrest

A

1 mg epinephrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ROSC

A

Return of spontaneous circulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat doen in geval van cardiac arrest (6)

A

Hartmassage
Orotracheale intubatie
100% O2
IV lijnen
Fluid
Epinephrine 1mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer is iemand dood bij CPR (2)

A

> 30 min resuscitation
temp <33

21
Q

Gevolg van pneu

A

Ventilatie-perfusie defect

22
Q

Wat mag niet bij een pneu zonder chest tube (2)

A

Algehele anesthesie
Positieve druk ventilatie

23
Q

Gevaar van pneu

A

Spanningspneu

24
Q

<1500ml bloed in pleural cavity

A

Hemothorax

25
Q

Hemothorax
O/ (5)

A

Laceratie van
- long
- grote vaten
- intercostale vaten
- IMA
Thoracic spine %

26
Q

Niet massive hemothorax
B/

A

Self-limiting

27
Q

Wanneer hemothorax wel behandelen
En hoe

A

Indien groot genoeg dat het verschijnt op x-thorax
28-32 french chest tube

28
Q

Wat is het belangrijkste in de beslissing om een hemothorax wel/niet te opereren

A

Hemodynamische status van pt

29
Q

Grootste S/ van flail chest

A

Paradoxale beweging

30
Q

Gevolg flail chest

A

Geen gasuitwisseling

31
Q

Waarom niet per se iv fluids bij flail chest/pulmonary contusion

A

Preventie volume overload

32
Q

Flail chest/pulmonary contusion
B/ (4)

A

Bevochtigd O2
Adequate oxygenatie
Voorzichtige fluid resuscitation
Pain meds

33
Q

Wat is significante hypoxie
SaO2
PaO2
Hg

A

SaO2 <90%
PaO2 <60 mm
Hg 8.6 kPa

34
Q

Wat doen bij significante hypoxie bij flail chest/pulmonary contusion

A

Intubatie en ventilatie voor 1u na trauma

35
Q

Waarom liever lokale anesthesie ipv systemische bij flail chest/pulmonary contusion

A

Vermijd de potentiële respiratoire depressie bij systemisch

36
Q

Gevolg van blunt cardiac injury
(4)

A

Myocardspier contusie
Kamerruptuur
Coronairdissectie/-trombose
Valvulaire disruptie

37
Q

Blunt cardiac injury
D/ (2)

A

FAST
ECG

38
Q

Blunt cardiac injury
S/ (3)

A

Hypotensie
Aritmieën
Wandbewegingsstoornsisen

39
Q

ECG veranderingen bij blunt cardiac injury (5)

A

Sinustachycardie
Atriale fibrillatie
Bundeltakblok (vaak rechts)
ST-segment veranderingen
Multipele premature ventriculaire contracties

40
Q

Wat doen na blunt cardiac injury en abnormaal ECG

A

24u ECG monitoring

41
Q

Traumatic diaphragmatic ruptures
Vaker links of rechts
Waarom

A

Vaker links
Rechts bescherming door lever

42
Q

Wat kun je doen als een linker diafragma ruptuur verdenkt

A

Gastric tube inbrengen, X-thorax maken, check of tube in thoraxholte ligt

43
Q

Wat als je niet zeker bent over diafragmaruptuur na X-thorax

A

GI contrast study

44
Q

Typische pt bij oesophagusruptuur

A

Pneumothorax, hemothorax links, zonder ribfractuur
Klap op lower sternum/epigastrium
Disproportionele pijn

45
Q

Lucht in mediastinum duidt op

A

Oesophagusruptuur

46
Q

Waarom worden de 1e 3 ribben niet zo vaak gebroken

A

Scapula, humerus, clavicula + spieren vormen een barriere

47
Q

Welke ribben zijn het vaakst gebroken

A

4 t/m 9

48
Q

Waar moet je op letten bij fracturen van ribben 10 t/m 12

A

Hepatosplenic injury

49
Q

Ribfractuur
B/

A

Pain meds